Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Amsterdamse middensegment hypotheek |
Citeertitel | Verordening Amsterdamse middensegment hypotheek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2004 | wijziging artikel(en) | Gemeenteblad 2004, afd. 1, nr. 405 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
koopsom vrij op naam: een in het kader van deze verordening maximaal vastgestelde koopprijs van een nieuwbouwwoning, inclusief rente over aankoopsom voor de grond en inclusief rente over de eventueel vervallen termijnen van de koop/aannemingsovereenkomst tot het moment van passeren van de koopakte bij de notaris.
Deze verordening is van toepassing op nieuwbouwwoningen als bedoeld in Artikel 1, onder f. Een parkeervoorziening, behorend bij een nieuwbouwwoning, wordt in het kader van deze verordening als onderdeel van die nieuwbouwwoning aangemerkt indien de parkeervoorziening met de woning bouwkundig een geheel vormt.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, in bijzondere omstandigheden een bij een nieuwbouwwoning behorende parkeervoorziening, gelegen in een parkeergarage, als onderdeel van een nieuwbouwwoning aan te merken.
Een eigenaar-bewoner aan wie reeds geldelijke steun is verstrekt voor verkrijging van een nieuwbouwwoning, komt niet opnieuw voor geldelijke steun in aanmerking ten behoeve van verkrijging van een andere nieuwbouwwoning, tenzij Burgemeester en Wethouders van oordeel zijn dat sprake is van omstandigheden die de strikte toepassing hiervan niet rechtvaardigen.
Artikel 3 Plafond voor verlening van geldelijke steun
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op de beschikbare middelen en de verantwoorde besteding daarvan een maximum stellen voor de totaal te verlenen geldelijke steun. Reeds verleende geldelijke steun wordt in stand gelaten.
Artikel 4 Verlening van geldelijke steun
Burgemeester en Wethouders kunnen aan een eigenaar-bewoner gedurende de looptijd van een hypothecaire lening geldelijke steun verlenen indien en voorzover aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening, inclusief de bijbehorende bijlagen, wordt voldaan. Het vorenstaande is gelijkelijk van toepassing voor een rechtsopvolger.
Artikel 5 Voorwaarden met betrekking tot verlening van geldelijke steun
Burgemeester en Wethouders verlenen slechts geldelijke steun voorzover de eigenaar-bewoner naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, gelet op diens toetsinkomen alsmede gelet op diens toetsvermogen, niet zelf in staat is de hypothecaire lening volledig voor eigen rekening aan te gaan.
Bij de vaststelling van het deel van de hypothecaire lening dat de eigenaar-bewoner niet voor eigen rekening kan nemen, worden de normen van de Nationale Hypotheek Garantie toegepast.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, de bedragen, bedoeld in het tweede en derde lid, jaarlijks aan te passen, met dien verstande dat de aanpassing van het bedrag in het tweede lid slechts kan geschieden, nadat de Commissie voor Volkshuisvesting, Stadsvernieuwing, Ruimtelijke Ordening en Grondzaken is gehoord.
Burgemeester en Wethouders verlenen slechts geldelijke steun indien op het moment van de aanvraag de aanvrager of een van de andere personen, bedoeld in lid 5, onder b:
economische binding aan Amsterdam heeft. Van economische binding is sprake indien arbeid wordt verricht in Amsterdam. De arbeid moet een duurzaam karakter hebben voor ten minste de helft van een normale werkweek. Met economische binding wordt gelijkgesteld indien ten minste één lid van het huishouden is ingeschreven voor een voltijd dagopleiding aan een door het rijk gesubsidieerde onderwijsinstelling in Amsterdam.
Artikel 6 De vaststelling van de geldelijke steun
De geldelijke steun wordt vastgesteld voor het eerst per de datum waarop de akte van de hypothecaire lening wordt gepasseerd, en vervolgens hernieuwd vastgesteld per 1 juli van het derde kalenderjaar, volgend op het jaar waarin de hiervoor bedoelde eerste vaststelling geschiedt, en vervolgens telkens per 1 juli zodra een aaneengesloten driejaarstijdvak verstrijkt.
Het bedrag van de geldelijke steun wordt bij hernieuwde vaststelling verlaagd, indien en voorzover de eigenaar-bewoner op grond van zijn toetsinkomen volgens de normen van de Nationale Hypotheek Garantie een groter deel van de lasten van de hypothecaire lening voor diens rekening kan nemen dan voor hem mogelijk is gedurende het lopende tijdvak.
Echter, de verlaging vindt slechts plaats voorzover het bedrag van de verlaging een bedrag van € 2500 overschrijdt. Bij de berekening van het bedrag van de verlaging wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van € 500.
Artikel 8 Eisen ten aanzien van de lening
De eigenaar-bewoner dient voor iedere door hem voorgenomen wijziging in de leningsvorm door tussenkomst van de financier goedkeuring aan Burgemeester en Wethouders te verzoeken.
Burgemeester en Wethouders verlenen slechts goedkeuring, indien de nieuwe leningsvoorwaarden voldoen aan de in het eerste en tweede lid gestelde eisen en ook overigens geen nadeel of risico voor de gemeente inhouden of kunnen inhouden.
Het toetsinkomen wordt vastgesteld op de som van de in bijlage 1 te noemen bruto-inkomensbestanddelen, voorzover deze worden genoten of naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders naar verwachting zullen worden genoten gedurende het kalenderjaar waarin het recht op geldelijke steun dient te worden vastgesteld.
Zodra Burgemeester en Wethouders daarom verzoeken, dient de eigenaar-bewoner ter controle van in het vorige lid bedoelde gegevens alle inlichtingen en bewijsstukken te verstrekken, zoals onder andere die welke aan de Rijksbelastingdienst met betrekking tot bedoeld kalenderjaar zijn verstrekt of welke hij dient te verstrekken.
Het bedrag van de overschrijding als bedoeld in Artikel 6, tweede lid, wordt berekend door het toetsvermogen te verminderen met het bedrag dat volgens de hierna volgende overzicht bij een eenpersoonshuishouden, gelet op de leeftijd van de eigenaar-bewoner, en bij een meergezinshuishouden, gelet op de leeftijd van elk van de eigenaren-bewoners, van toepassing is:
Onder vermogen wordt verstaan: het vermogen, bedoeld in hoofdstuk II, met uitzondering van Artikel 5 van de Wet op de vermogensbelasting 1964 met inbegrip van de uitwerking daaraan gegeven bij algemene maatregel van bestuur, met inbegrip van vermogen in het buitenland waarvoor in Nederland geen vermogensbelasting is verschuldigd.
Artikel 12 Beëindiging van de geldelijke steun
Zodra degene die eigenaar-bewoner is of degenen die gezamenlijk eigenaar-bewoner zijn de bewoning beëindigen, dient hij of dienen zij Burgemeester en Wethouders hiervan onmiddellijk in kennis te stellen.
In verband met bedoelde beëindiging van de bewoning zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd met de financier een regeling te treffen, waarbij de geldelijke steun op het vroegst mogelijk tijdstip wordt beëindigd. Burgemeester en Wethouders zijn tevens bevoegd, de na de bedoelde beëindigingsdatum van de bewoning door de gemeente gederfde hypotheekrente bij de eigenaar-bewoner terug te vorderen.
Indien blijkt dat aan de gemeente onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt, kunnen Burgemeester en Wethouders de geldelijke steun met onmiddellijke ingang intrekken en verstrekte geldelijke steun terugvorderen.
Voorzover sprake is van nalatigheid inlichtingen en bewijsstukken te verstrekken, kunnen Burgemeester en Wethouders een uiterste termijn stellen waarin de gewenste gegevens alsnog kunnen worden verschaft en wanneer daaraan geen gevolg is gegeven tot vermelde intrekking en terugvordering overgaan.
Artikel 13 Bijzondere categorieën
Burgemeester en Wethouders kunnen bijzondere categorieën personen aanwijzen welke bij voorrang geldelijke steun kunnen verkrijgen, mits daarbij een bepaald quotum wordt gesteld en zodanig dat het totaal aantal quota niet hoger is dan 50% van het aantal nieuwbouwwoningen waarvoor geldelijke steun wordt verleend en dat in dat jaar volgens de planning in aanbouw zal worden genomen.
Artikel 15 Verstrekking aanvullende gegevens
Binnen acht weken, te rekenen vanaf de datum dat de aanvrager de nieuwbouwwoning aansluitend op de oplevering door de bouwer als eerste bewoner heeft betrokken, dient de aanvrager de navolgende stukken bij Burgemeester en Wethouders in te dienen:
Artikel 16 Procedure met betrekking tot hernieuwde vaststelling van de geldelijke steun
Onkostenvergoedingen, zoals reis- en representatiekostenvergoedingen, alsmede vergoedingen voor een ziektekostenverzekering (bijvoorbeeld VEB-toelage voor militairen en interimregeling voor ambtenaren), maken geen deel uit van het toetsinkomen.
(Normen 2000 Nationale Hypotheek Garantie)
Voor elk van de inkomens zijn de normen van toepassing.
Het toetsinkomen is de som van:
Kosten van verkrijging van nieuwbouwwoning
(Normen 2000 Nationale Hypotheek Garantie)
De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit:
a. de koop-/aannemingssom, eventueel (indien en voorzover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom), vermeerderd met:
b. de kosten van meerwerk blijkens een door de aanvrager te overleggen specificatie;
c. de kosten van afkoop van toekomstige canonverplichtingen, mits de afkooptermijn ten minste gelijk is aan de looptijd van de lening;
d. een blijkens de koop-/aannemingsovereenkomst overeengekomen afkoopsom in verband met toekomstig onderhoud van de woning;
e. een eenmalige premiestorting in verband met de verzekering welke (een deel van) de maandelijkse hypotheeklasten uitkeert bij arbeidsongeschiktheid en/of werkloosheid;
f. vermeerderd met 8% van de som van a tot en met e voor bijkomende kosten.
Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan derhalve geen deel uitmaakt van de koop-/aannemingssom, dient de som van a. te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering.