Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2006 |
Citeertitel | Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-01-2007 | nieuwe regeling | 01-01-2006 Gemeenteblad 2005, afd. 3A, nr. 295/733 | Gemeenteblad 2005, afd. 1, nr. 733 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
haven: het IJ, het Noordzeekanaal en alle daarop uitkomende wateren, voorzover voor de openbare dienst bestemd, telkens tot het eerste bovengrondse kunstwerk, alsmede voor de openbare dienst bestemde aanlegsteigers, meerpalen en -boeien en andere soortgelijke werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn;
1° elk drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen dan wel goederen of voorwerpen, al dan niet met het drijvende lichaam, een geheel uitmakende;
2° elk ander drijvend lichaam, zoals een werk- en aanlegvlot, ponton, houtvlot, elevator, duikerklok, zandzuiger, baggermolen, drijvend werktuig, booreiland en elke andere drijvende inrichting ten dienste van de exploratie dan wel exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen op zee;
zeeschip in lijndienst: een zeeschip dat naar het oordeel van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, en zoals door de belastingplichtige schriftelijk bevestigd, eventueel tezamen met één of meer andere schepen, deelneemt aan een dienst volgens een vooraf aangekondigd, volledig en voor iedereen verkrijgbaar vaarplan, waarin Amsterdam als haven van herkomst en/of bestemming is opgenomen, aan welk schip door eenieder deelladingen moeten kunnen worden aangeboden, die moeten worden geaccepteerd tegen de hiervoor geldende condities en waarbij de daadwerkelijke hoeveelheid geladen en/of geloste goederen voor minimaal tien procent uit stukgoed moet bestaan;
palletscarrier: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van verpakte droge lading die geheel of ten dele aan boord worden gebracht middels tot de vaste uitrusting van het schip toebehorende of daarvoor uitgeruste faciliteiten welke vallen binnen de uiterste maten van het schip waarover zeehavengeld wordt berekend;
bulkcarrier: een zeeschip, hoofdzakelijk bestemd of gebruikt voor het vervoer van droge lading in bulk, die doorgaans is gebouwd met een enkel dek en waarbij de top-tanks en de zijtanks zich bevinden in de ladingzone van het schip. Onder een bulkcarrier valt tevens een ertscarrier en combinatieschepen zoals de Ore Bulk Oil carrier en de Container Oil Bulk carrier;
olietanker met gescheiden ballasttanks: een van gescheiden ballasttanks voorziene olietanker, die door de regering van de vlaggestaat of door andere namens die staat daartoe bevoegde instanties is gecertificeerd als olietanker, voorzien van gescheiden ballasttanks, hetgeen tot uitdrukking dient te komen op het International OilPollutionPrevention (IOPP) Certificate, zijnde het internationale certificaat ter voorkoming van verontreiniging door olie;
ballast: vaste en vloeibare stoffen, water voor landbouwdoeleinden, industrieel gebruik of menselijke consumptie en andere goederen met handelswaarde hieronder niet begrepen, welker inneming in het schip geheel of nagenoeg geheel geschiedt ter verhoging van de stabiliteit van het schip of ter verlaging van zijn hoogste punt boven de waterspiegel;
lading: alle door een zeeschip geloste en ingenomen goederen en verpakkingsmateriaal, containers, trailers en lashbakken, met uitzondering van de handbagage van de opvarenden op het schip, ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden en schadelijke stoffen als bedoeld in art. 1 van de Wet voorkoming verontreiniging door die schepen (Staatsblad 1983, nr. 683);
vaarplan: een aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering gemeentelijke belastingen, ingevolge art. 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, minimaal een maand vooraf aangekondigde volledige en voor eenieder verkrijgbare dienstregeling voor zeeschepen die belanghebbenden informeert over de voorgenomen, elkaar regelmatig opvolgende afvaarten naar havens, gelegen in een onveranderlijk vaargebied, teneinde belanghebbenden in staat te stellen, tijdig lading te leveren of te ontvangen in de in het vaarplan vermelde aanloophavens, waarbij geldt dat de afvaarten worden verricht onafhankelijk van het ladingaanbod;
secondcall: Zeeschepen, varend in lijndienst, die binnen één reisschema een tweede bezoek aan de Amsterdamse haven brengen. Een kortingsregeling is hierbij van kracht indien bij het eerste bezoek lading is ingenomen zonder te lossen ofwel lading is gelost zonder in te nemen en dit tevens het geval is bij het tweede bezoek.
Belastingplichtig is degene die van de haven gebruikmaakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht, daaronder te verstaan de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene aan wie het schip in gebruik is gegeven of degene die als vertegenwoordiger van een van dezen optreedt.
De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de tabellen, behorende bij deze verordening, met inachtneming van de daarin vermelde bijzondere bepalingen en van het bepaalde in artikel 6.
de termijn zeehavengeld geschorst gedurende de tijd dat het schip:
° een herstelling ondergaat of wordt gedokt bij een erkende scheepsreparatie-inrichting, mits:
vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis is gegeven; de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;
de werkzaamheden de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij de werkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
° de haven of het havengebied van de Zaanstreek uitsluitend heeft verlaten voor een periode van ten hoogste twee maanden om een proefvaart te maken en vooraf hiervan aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet schriftelijk kennis is gegeven;
Zeehavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik van de haven met:
een nieuw zeeschip dat binnen de gemeente of binnen het havengebied van Zaanstreek te water wordt gelaten of een nieuw zeeschip dat elders te water is gelaten, maar waarvan de overdracht in de gemeente of in het havengebied van de Zaanstreek geschiedt, met dien verstande dat:
1. gedurende de vrijstellingsperiode een technische proefvaart en/of een overdrachtsproefvaart de vrijstelling onverlet laat;
2. geen lading wordt ingenomen,
3. geen ander gebruik wordt gemaakt van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is, dan om het schip voor de eerste reis uit te rusten,
een zeeschip dat de gemeente aandoet en/of in de gemeente verblijft uitsluitend om; te dokken, afgebouwd te worden, een herstelling te ondergaan door een erkende scheepsreparatie-inrichting, gasvrij te worden gemaakt, van bemanning te wisselen, zieken of doden aan land te zetten of kompassen te stellen, mits:
1° vooraf en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden of handelingen schriftelijk aan gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven; de kennisgeving ten aanzien van het dokken of de herstelling dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring die de inhoud van de kennisgeving bevestigt;
2° het schip niet langer in de gemeente verblijft dan voor de werkzaamheden of handelingen nodig is;
3° onverminderd het bepaalde onder 2°, de werkzaamheden, bedoeld in het bepaalde onder 1°, de tijdsduur van twee maanden niet te boven gaan, tenzij deze plaatsvinden in een gedeelte dat geen eigendom is van de gemeente of voor het gebruik waarvan de scheepsreparatie-inrichting aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
een zeeschip dat in de gemeente komt uitsluitend om te worden gesloopt, mits vooraf van het voornemen tot slopen schriftelijk aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven, het schip rechtstreeks naar de plaats van de sloop-werkzaamheden wordt gebracht en de sloopwerkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, dan wel voor het gebruik waarvan de onderneming die de sloopwerkzaamheden uitvoert, aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
een zeeschip dat uitsluitend de gemeente doorvaart zonder te lossen, te laden, aan te leggen aan kaden, wallen of steigers of gebruik te maken van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is en in de gemeente niet langer verblijft dan voor een rechtstreekse doorvaart noodzakelijk is en de tijdsduur van vier uren niet te boven gaat;
een zeeschip, met andere bestemming, dat in de gemeente komt uitsluitend ten behoeve van de inklaring of de uitklaring ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten, mits daarvan onmiddellijk bij aankomst schriftelijk aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, kennis wordt gegeven en het schip in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren en de ligplaats is toegewezen door de regionale wachtchef;
een zeeschip dat in de gemeente komt ten behoeve van de inklaring of de uitklaring ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten en/of om te bunkeren op de bunkerstationsSlurinkZwaans en SmitsKolenhandel (Amsterdam-Rijnkanaal), Reinplus Van Woerden (Amsterdam-Noord) of Josta (Silo IJdijk), mits daarvan onmiddellijk bij aankomst schriftelijk aan de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, kennis wordt gegeven en het schip in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren.
De aangifte van zeehavengeld wordt gelijktijdig met de betaling gedaan bij de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, op de eerste dag, volgend op de dag van aankomst van het zeeschip, doch vóór het tijdstip waarop het zeeschip uit de gemeente vertrekt.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de aangifte worden gedaan binnen vier dagen na vertrek van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan worden betaald binnen achttien dagen na aankomst van het schip, behoudens de in het tweede lid vermelde aangiften, mits ten genoegen van de gemeenteambtenaren, belast met de heffing of de invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen b en c, van de Gemeentewet, zekerheid tot betaling is gesteld.
Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete is het vijfde lid van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de belastingaanslag en/of het nagevorderde bedrag.
Artikel 11 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders
Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de zeehaven- en kadegelden.
Artikel 13 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel
De Zeehaven- en kadegeldverordening Amsterdam 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2004, afdeling 3A nummer 311 (Gemeenteblad 2004, afd. 1, volgn. 822), wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.