Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Spaarloonverordening |
Citeertitel | Spaarloonverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-03-1995 | wijziging artikel(en) | Gemeenteblad 1994, afd. 1, nr. 694 |
Het spaarloon mag in ieder kalenderjaar waarin de betrokkene overeenkomstig deze verordening heeft gespaard, niet meer bedragen dan het in art. 11, eerste lid, onderdeel h, sub 2, van de Wet op de loonbelasting 1964 vermelde bedrag.
Over spaarloon waarover door de betrokkene in strijd met deze verordening wordt beschikt, wordt alsnog loonbelasting en premies ingevolge de sociale-zekerheidswetten dan wel hetgeen daarmee overeenkomt, ingehouden overeenkomstig het bepaalde in art. 22, tweede en derde lid, van de Uitvoeringsregeling.
Bij beindiging van de dienstbetrekking, daaronder begrepen het overlijden van de betrokkene, geeft de betrokkene dan wel zijn nagelaten betrekkingen aan, of de gespaarde bedragen, met behoud van de opnamemogelijkheden, vermeld in art. 4, eerste lid, onder b en c, op de spaarloonrekening zullen blijven staan zolang de in art. 4, eerste lid, onder a, vermelde termijn nog niet is verstreken dan wel dat gespaarde bedragen zullen worden opgenomen.