Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verordening op de Amsterdamse Sportraad

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de Amsterdamse Sportraad
CiteertitelVerordening op de Amsterdamse Sportraad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 84

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200601-01-200501-01-2010nieuwe regeling

01-01-2006

Gemeenteblad 2005, afd. 3A, nr. 314/754

Gemeenteblad 2005, afd. 1, nr. 754

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de Amsterdamse Sportraad

 

 

Inhoud

Artikel 1 Doel en functie

  • 1.

    De Amsterdamse Sportraad – hierna te noemen de sportraad – heeft tot doel de sport in Amsterdam te bevorderen en in het algemeen aan de stimulering van deelname aan sport mee te werken.

  • 2.

    De sportraad is een adviescommissie van burgemeester en wethouders ex artikel 84 van de Gemeentewet en dient het college zowel als de gemeenteraad gevraagd of uit eigen beweging van advies over het in lid 1 bedoelde beleid.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders vragen het advies van de sportraad over alle zaken betreffende de hoofdlijnen van het beleid voor het werkgebied van de sportraad, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet.

  • 4.

    Indien burgemeester en wethouders over een aangelegenheid zoals in het vorige lid bedoeld, geen advies vragen, of indien zij afwijken van een door de sportraad uitgebracht advies, geven zij daarvan kennis aan de sportraad met vermelding van hun beweegredenen.

  • 5.

    De sportraad adviseert gevraagd en uit eigen beweging de stadsdeelbesturen over het in  lid 1 bedoelde werkgebied. De relatie tussen de stadsdeelbesturen en de sportraad dient in een afzonderlijke overeenkomst nader te worden geregeld.

Artikel 2 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De sportraad bestaat uit negen leden, te weten een voorzitter en vice-voorzitter en zeven andere leden, die door de gemeenteraad worden benoemd op voordracht van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders streven er naar voor elke vacante functie verscheidene kandidaten voor te stellen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders streven er naar de samenstelling van de sportraad zo veel als mogelijk een afspiegeling te laten vormen van de Amsterdamse bevolking.

  • 4.

    De sportraad adviseert het gemeentebestuur over de nieuw te benoemen leden van de raad.

Artikel 3 Zittingsduur

  • 1.

    De leden worden benoemd voor drie jaar en zijn eenmaal onmiddellijk herbenoembaar.

  • 2.

    Een lid dat aftreedt kan eerst na twee jaar opnieuw als lid worden benoemd.

  • 3.

    Een lid dat ter vervulling van een anders dan ten gevolge van een periodieke aftreding opengevallen plaats, wordt benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, moest aftreden.

  • 4.

    Een lid dat zonder aanvaardbare redenen veelvuldig de beraadslagingen van de sportraad of een of meer commissies, waarin hij zitting heeft, niet bijwoont of om andere voor de sportraad gewichtige redenen voor ontslag in aanmerking komt, kan op advies van de sportraad door de gemeenteraad worden ontslagen. Het ontslag wordt niet verleend dan nadat de betrokkene in de gelegenheid is gesteld door burgemeester en wethouders te worden gehoord.

Artikel 4 Vergaderingen

  • 1.

    De sportraad vergadert volgens een vooraf vastgelegd schema en zo dikwijls als de voorzitter of drie leden dat nodig vinden.

  • 2.

    De sportraad besluit bij gewone meerderheid van stemmen. Rechtsgeldige besluiten kunnen niet worden genomen, als niet ten minste vijf leden aanwezig zijn, onder wie ten minste een lid, als bedoeld in artikel 5, lid 1, belast met het onderwerp waarop het te nemen besluit van toepassing is.

  • 3.

    De sportraad is bevoegd, personen uit te nodigen aan de beraadslagingen van de raad deel te nemen; deze personen hebben een adviserende stem.

  • 4.

    De leden van de sportraad ontvangen voor het bijwonen van vergaderingen van de sportraad een presentiegeld, overeenkomstig de daarvoor door de gemeenteraad vastgestelde regels.

Artikel 5 Werkwijze

  • 1.

    De sportraad onderscheidt meerdere aandachtsgebieden, waaronder in elk geval accommodatiezaken, sportstimuleringszaken, financiële zaken en communicatieve zaken. De leden van de sportraad zijn betrokken bij een of meer van deze aandachtsgebieden;

  • 2.

    De sportraad stelt een Huishoudelijk Reglement vast dat aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders is onderworpen.

Artikel 6 Secretaris

  • 1.

    Voor de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden wordt door burgemeester en wethouders, uit een voordracht van de sportraad, bestaande uit ten minste twee personen, een ambtelijk secretaris toegevoegd, die geen lid is van de sportraad.

  • 2.

    De secretaris, die tevens hoofd van het bureau van de sportraad is, woont de vergaderingen van de sportraad bij en heeft daarin een adviserende stem.

  • 3.

    De secretaris is belast met het opstellen en uitvoeren van besluiten en adviezen van de sportraad.

  • 4.

    De instructie van de secretaris behoeft de goedkeuring van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Financieel beheer

Jaarlijks dient de sportraad uiterlijk 1 maart bij het College van burgemeester en wethouders de begroting voor de werkzaamheden van de Amsterdamse Sportraad in het komend jaar en de rekening over het verstreken kalenderjaar in.

Artikel 8 Verslag

De sportraad dient jaarlijks een verslag van zijn werkzaamheden gedurende het afgelopen kalenderjaar bij burgemeester en wethouders in.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na haar bekendmaking en werkt terug tot en met  1 januari 2005.