Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2006 |
Citeertitel | Verordening op de woning- en kamerbemiddelingsbureaus 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Volkshuisvesting en wonen |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2006 | 03-04-2013 | nieuwe regeling | 01-04-2006 Gemeenteblad 2006, afd. 3A, nr. 71/110 | Gemeenteblad 2006, afd. 1, nr. 110 |
De aanvraag moet vergezeld gaan van de volgende gegevens en bescheiden:
een korte beschrijving van de wijze waarop de administratie zal worden gevoerd. Onder dit punt dient ook een opgave te worden verstrekt van het tot het bureau behorende woning- of kamerbestand dan wel de wijze waarop de aanvrager zich voorstelt, de beschikking over een dergelijk bestand te verkrijgen;
Burgemeester en Wethouders weigeren een vergunning in ieder geval, indien naar hun oordeel gegronde vrees bestaat, dat de aanvrager bij het verlenen van bemiddeling bij het verkrijgen van woonruimte het belang van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte zal schaden of dat daarbij het belang van de betrokken kamer- of woningzoekende onvoldoende zal zijn gewaarborgd.
Hoofdstuk 3 Verplichtingen van de vergunninghouder
Indien de vergunninghouder niet binnen vier maanden een reëel aanbod aan de kamer- of woningzoekende kan doen overeenkomstig de door laatstgenoemde bij inschrijving kenbaar gemaakte wensen, is deze desgevraagd verplicht, het gehele inschrijfgeld terug te betalen.
De vergunninghouder mag met betrekking tot zelfstandige woonruimte met een huurprijs tot de grens bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de Huurtoeslag uitsluitend bemiddelen, indien de overeen te komen huurprijs de maximale huurprijsgrens uit bijlage I van de Uitvoeringsregeling huurprijzen woonruimte niet overschrijdt.
De vergunninghouder is verplicht, alvorens een woonruimte ter bemiddeling dan wel ter verhuur aan te bieden, vooraf bij de Dienst Wonen te informeren, of voor de desbetreffende woonruimte een huisvestingsvergunning nodig is en, zo ja, of deze zal worden verleend. Indien blijkt, dat de huisvestingsvergunning niet zal worden verleend, dient de vergunninghouder zijn medewerking aan de desbetreffende verhuur te onthouden.
§1 Intrekken van een vergunning
Indien de bepalingen van deze verordening naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders niet of niet behoorlijk worden nageleefd of indien blijkt dat de vergunninghouder bij het verlenen van bemiddeling bij het verkrijgen van woonruimte de bevordering van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte heeft geschaad of indien hij naar hun oordeel daarbij het belang van betrokken kamer- of woningzoekende onvoldoende heeft gewaarborgd, kunnen zij aan de vergunninghouder een waarschuwing zenden.
Burgemeester en Wethouders kunnen afwijken van de bepalingen in hoofdstuk 3 voor zover toepassing gelet op het belang van de vergunninghouder leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de Verordening op de woning- en kamerbemiddelingsbureaus 1998 is ingediend en vóór het vermelde tijdstip daarop niet is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.