Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de veerdiensten |
Citeertitel | Verordening op de veerdiensten |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | art. 2 lid 5 en art. 4 lid 1 | 01-01-2012 | Gemeenteblad 2011, afd. 1, nr. 1228 | ||
01-01-2007 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | Gemeenteblad 2006, afd. 1, nr. 712 | ||
01-01-2002 | 01-01-2007 | nieuwe regeling | Gemeenteblad 2001, afd. 1, nr. 887 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
vereninfrastructuur: de voorzieningen op en bij de veeraanlandingsplaatsen van de vaartuigen, waaronder onder andere te rekenen de aanlandingspontons, veerhaltes, remmingwerken, alsmede de ponthaven Aambeeldstraat. De stenen kades en taluds worden als gemeentelijke infrastructuur beschouwd en vallen buiten de scope van deze verordening. De aan deze kades bevestigde remmingwerken en afmeerconstructies voor ponten en IJveren vallen onder de definitie Vereninfrastructuur;
Artikel 3 Raam- en jaarcontract
De gemeente en GVB Veren BV gaan ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, een raamovereenkomst aan, waarin de wederzijdse rechten en verplichtingen van partijen voor de duur van het alleenrecht worden vastgelegd.
Artikel 5 Overgang personeel GVB Veren BV
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 662 en 663 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek draagt de gemeente Amsterdam ervoor zorg voor dat de rechten en verplichtingen, die op het tijdstip van beëindiging van de raamovereenkomst voor GVB Veren BV voortvloeien uit een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtsverhouding tussen GVB Veren BV en de aldaar werkzame personen, met inachtneming van de artikelen 37 en 38 van de Wet personenvervoer 2000, overgaan op de derde partij, die na beëindiging van de raamovereenkomst met de exploitatie van de veerdiensten, zoals bedoeld in artikel 2.1, is/wordt belast dan wel op de gemeente Amsterdam, indien de gemeente mocht besluiten zelf tot exploitatie van de veerdiensten voornoemd over te gaan.