Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Leeuwarden

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Leeuwarden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Leeuwarden
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Leeuwarden
CiteertitelVerordening langdurigheidstoegslag Wet werk en bijstand gemeente Leeuwarden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

  • 1.

    Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-02-200901-01-200916-12-2010nieuwe regeling

26-01-2009

Huis aan Huis; 18 februari 2009

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Leeuwarden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden

wet: de Wet werk en bijstand

bijstandsnorm: de norm die op grond van paragraaf 3.2 van de wet op de belanghebbende van toepassing is waarbij de op grond van paragraaf 3.3 van de wet bedoelde toeslag wordt vastgesteld op het maximale bedrag zoals bedoeld in artikel 25 tweede lid van de wet en de op grond van paragraaf 3.3.van de wet bedoelde verlagingen zoals bedoeld in artikel 26 en 27 van de wet achterwege blijven.

peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat langdurigheidstoeslag: de langdurigheidstoeslag als bedoeld in artikel 36 van de wet

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze verordening regelt de jaarlijkse verstrekking van de langdurigheidtoeslag aan belanghebbenden.

Artikel 3 Voorwaarden voor verstrekking

Belanghebbenden komen in aanmerking voor verstrekking indien zij voldoen aan de voorwaarde dat zij gedurende 60 maanden aangewezen zijn op een inkomen dat gelijkstaat aan 100% van de voor hen geldende bijstandsnorm.

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

voor gehuwden € 486,-

voor alleenstaande ouders € 436,-

voor alleenstaanden € 341,-

Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende partner in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

Artikel 5 Hardheidsclausule

Het college kan artikel 3 buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van de langdurigheidstoeslag, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking 1 dag na publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als : Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Leeuwarden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 januari 2009

De voorzitter
De griffier

Toelichting

Algemeen

Decentralisatie langdurigheidstoeslag

Op 1 januari 2009 moet een wetsvoorstel inwerking treden, waarmee de langdurigheidstoeslag wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. De huidige langdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in artikel 36 van de Wet werk en bijstand. Daarin is nauw omschreven in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen met een laag inkomen in aanmerking komen voor de toeslag. De gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurig een inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte hebben om te reserveren voor onverwachte uitgaven.

In het Bestuursakkoord Rijk-gemeenten uit 2007 (“Samen aan de slag”) is afgesproken dat de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd wordt naar gemeenten. Artikel 36 van de wet blijft de basis, maar daarnaast wordt in artikel 8 een bepaling toegevoegd waarin wordt bepaald dat gemeenten in een verordening de precieze voorwaarden voor de langdurigheidstoeslag moeten vastleggen.

Bevoegdheid gemeenten

In het nieuwe artikel 36, eerste lid, is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen:

“Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft.”

In het nieuwe artikel 8 wordt bepaald dat de verordening in ieder geval betrekking moet hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig en laag inkomen.

Mogelijkheden voor eigen beleid

Op grond van de nieuwe bevoegdheden van gemeenten, zijn er diverse mogelijkheden voor het invullen van eigen beleid. Naast de genoemde onderwerpen, kan het daarbij ook gaan om de afstemming van het beleid op het gemeentelijke re-integratiebeleid. Hierna wordt op de onderwerpen nader ingegaan.

Doelgroep

De nieuwe langdurigheidstoeslag geeft gemeenten nadrukkelijk de mogelijkheid deze ook van toepassing te laten zijn op werkenden met een laag inkomen. Voor de d uidelijkheid wordt hier gesteld dat gemeenten zelf de keuze kunnen maken of werkenden onder de langdurigheidstoeslag komen te vallen.

In deze verordening is ervan uitgegaan dat werkenden met een inkomen op bijstandsniveau tot de doelgroep behoren.

Hoogte van de toeslag

Tot 01.01.2009 is de hoogte van de toeslag centraal bepaald. Het zijn vaste bedragen, als percentage van de voor de persoon toepasselijke bijstandsnorm. Gemeenten kunnen straks zelf de hoogte van de toeslag bepalen. Daarbij moet een aantal zaken dingen bedacht worden. Een te laag bedrag doet geen recht aan het karakter van de langdurigheidstoeslag, namelijk dat deze is bedoeld voor mensen die financieel geen mogelijkheden hebben gehad te reserveren voor onverwachte uitgaven. Een te hoog bedrag kan leiden tot het optreden van de armoedeval. Immers, wordt op enig moment een hoger inkomen bereikt, dan vervalt direct de hele toeslag.

Langdurig

De huidige referte periode is vijf jaar. Door gemeenten is de afgelopen jaren aangegeven dat deze periode te lang is. Veeleer wordt gedacht aan 3 jaar, een periode waarvoor ook door het Nibud is aangegeven dat de reserveringsmogelijkheden minimaal worden. De gemeente Leeuwarden kiest voor een periode van vijf jaar.

Laag inkomen

Gemeenten zijn vrij om een eigen maximale inkomensgrens te hanteren. Het ligt het meest voor de hand hierbij aan te sluiten bij de inkomensgrenzen die in het eigen gemeentelijk armoedebeleid worden gehanteerd. In de meeste gevallen zal dit 110% van het sociaal minimum zijn, maar ook 120% of zelfs 150% komt voor. De gemeente Leeuwarden kiest voor een voortzetting van de huidige 100%.

Geen ambtshalve verstrekking

In de wet wordt bepaald dat het college de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheid voor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een vorm van bijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of er een recht bestaat.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsbepalingen.

Het begrip “bijstandsnorm” verdient enige toelichting. Dit begrip wordt in artikel 2 eerste lid gebruikt om tot uitdrukking te brengen hoe hoog het inkomen van de aanvrager mag zijn om voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking te komen. Onze gemeente kent diverse toeslagen cq verlagingen voor woningdelerssituaties die de bijstandsnorm kunnen verhogen of verlagen (Toeslagenverordening). Mensen met een ander inkomen dan bijstand kennen een dergelijk onderscheid uiteraard niet. Om te voorkomen dat bij iedere aanvraag een onderzoek naar de exacte woonsituatie gedaan moet worden, is in deze verordening geregeld dat een indeling naar een alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwde voldoende is. Hierbij wordt uitgegaan van een maximale toeslag voor alleenstaanden en alleenstaande ouders en wordt bij gehuwden geen verlaging toegepast. Een verdere specificatie naar bijvoorbeeld onderhuurder, kostganger, woningdeler blijft dus achterwege. Naast het voordeel van een praktische uitvoering zullen aanvragers met een ander minimuminkomen dan bijstand eerder voor een langdurigheidstoeslag in aanmerking komen. Dit beleid is een voortzetting van het huidige gemeentelijke uitvoeringsbeleid.

Artikel 3 Voorwaarden voor verstrekking

In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt. Het lage inkomen is gekoppeld aan de hoogte van de toepasselijke bijstandsnorm. Hierbij geldt dat in alle woonsituaties de maximale gemeentelijke toeslag in aanmerking wordt genomen en bij echtparen geen rekening wordt gehouden met eventuele verlagingen als gevolg van woningdeling. Zie ook de toelichting op artikel 1.

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Bij de inwerkingtreding is aangesloten bij de beoogde inwerkingtreding van het wetsontwerp, 1 januari 2009. In het wetsontwerp is een bepaling over overgangsrecht opgenomen, zodat dit niet in de verordening geregeld hoeft te worden.