Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inburgering Amsterdam |
Citeertitel | Verordening inburgering Amsterdam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-11-2009 | 03-01-2011 | nieuwe regeling | 28-10-2009 Gemeenteblad 2009, afd. 3A, nr. 247/663 | Gemeenteblad 2009, afd. 1, nr. 663 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 1.2 Informatieverstrekking aan inburgeraars
Het college draagt er zorg voor dat de inburgeraars op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en deze verordening, over het opleidingsaanbod en de toegang tot de gemeentelijke voorzieningen in verband met inburgering, alsmede over de financiële faciliteiten.
Artikel 1.3 Prioritering doelgroepen
Als het aantal inburgeraars dat voor een inburgeringsaanbod in aanmerking komt op een bepaald moment groter blijkt te zijn dan de capaciteit, hanteert het college de volgende prioritering:
overige inburgeraars die op het moment van de inwerkingtreding van de wet al een inburgeringsvoorziening volgen onder:
1° de Wet inburgering nieuwkomers;
2° de Oudkomersregeling 2006 en voorgangers;
3° het programma Taal Werkt! van de gemeente Amsterdam, of
4° de Wet educatie en beroepsonderwijs,
maar die bij afronding nog niet het niveau van het inburgeringsexamen hebben gehaald;
Hoofdstuk 3 Procedurele voorschriften
Artikel 3.1 Oproep in verband met de inburgeringsplicht
De inburgeringsplichtige, die door het college wordt opgeroepen overeenkomstig artikel 25 van de wet in verbinding met het bepaalde bij of krachtens artikel 5.1 van het Besluit inburgering, geeft gehoor aan de oproep en verleent medewerking aan het onderzoek ter vaststelling van de inburgeringsplicht.
Tijdens het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, gaat het college na of de inburgeringsplichtige in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de inburgeringsplicht, als bedoeld in artikel 5, derde en vierde lid, van de wet in verbinding met de afdelingen 2 en 4 van het Besluit inburgering.
Artikel 3.2 Aanbod inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening
De vrijwillige inburgeraar deelt het college binnen twee weken na de schriftelijke ontvangst van het aanbod en de inburgeringsovereenkomst mondeling of schriftelijk mede of hij het aanbod aanvaardt. Indien hij het aanbod aanvaardt, zendt hij een exemplaar van de door hem getekende inburgeringsovereenkomst per omgaande aan het college retour.
Toelichting op de Verordening inburgering Amsterdam en de wijziging van de A-lijst bij de Verordening op de stadsdelen.
Op 1 januari 2009 is de wijziging van de Wet inburgering in werking getreden (Stb. 2008, 604), waarbij aan een aantal onderwerpen terugwerkende kracht is verleend. Het gaat om de mogelijkheid om de inburgeraar een inburgeringsprogramma aan te bieden dat toeleidt naar het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, de bevoegdheid om aan een inburgeringsplichtige die een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 volgt of gaat volgen een taalkennisvoorziening in plaats van een inburgeringsvoorziening aan te bieden en de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) om aan iedere inburgeringsplichtige een inburgeringsvoorziening aan te bieden.
De overige wijzigingen in de verordening hebben geen directe aanleiding in de wet. Het gaat om aanpassing van de eigen bijdrage-regeling in de verordening op basis van het raadsbesluit van 29 oktober 2008 (Gemeenteblad, afd. 3a, nr. 202/505). Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal procedurele voorschriften in de verordening te vereenvoudigen c.q. te verduidelijken, zodat de administratieve lasten zo veel mogelijk worden beperkt.
In de nieuwe Verordening inburgering Amsterdam is een nieuwe artikelnummering doorgevoerd, zodat toekomstige wetswijzigingen soepel kunnen worden doorgevoerd. In onderstaande artikelsgewijze toelichting worden de wijzigingen ten opzichte van de Verordening Inburgering gemeente Amsterdam nader toegelicht.
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen (artikel 1 oud)
De begripsomschrijvingen in artikel 1.1 zijn in overeenstemming gebracht met de wettelijke terminologie. Nu het Amsterdamse beleid Niemand aan de Kant om aan iedere inburgeraar die dat wenst een aanbod te doen, met de wetswijziging per 1 januari 2009 een formeel-wettelijke basis heeft gekregen, is het onwenselijk om een afwijkende terminologie te handhaven. Ook is een aantal definities geschrapt, omdat hiervan geen gebruik meer wordt gemaakt. De definitie klantmanager is gewijzigd in trajectbegeleider. In de meeste gevallen is de trajectbegeleider werkzaam bij Taalwijzer, maar als de inburgeraar een uitkering heeft lopen bij DWI of UWV, is de klantmanager bij DWI of UWV zijn trajectbegeleider. De definitie biedt hiervoor de ruimte. Een aantal definities is ter verduidelijking toegevoegd, zoals de begripsomschrijvingen oudkomer, nieuwkomer, uitkering en uitkeringsgerechtigden. Taalkennisvoorziening is een nieuw begrip in de verordening en verwijst naar artikel 19, tweede lid, van de WI dat regelt dat een taalkennisvoorziening is gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlandse taal die nodig is om een mbo-opleiding op niveau 1 of 2 te kunnen afronden.
Artikel 1.2 Informatieverstrekking aan inburgeraars (artikel 7 oud)
Het oude artikel 7 regelde vrij gedetailleerd welke middelen het college diende in te zetten bij het verschaffen van informatie aan inburgeraars. Deze mate van detaillering is niet alleen onnodig gebleken, maar maakt de regeling ook onderhoudsgevoelig. Om die reden is het artikel vereenvoudigd door de randvoorwaarden waaraan de informatieverstrekking dient te voldoen te benoemen. Belangrijk is dat inburgeraars goed worden voorgelicht over de financiële faciliteiten die met de inburgering samenhangen, zoals de verrekening van de wettelijke eigen bijdrage met een gemeentelijke bonus wanneer men drie maanden heeft deelgenomen aan de inburgeringsopleiding. Of dat een inburgeringsplichtige in bepaalde gevallen in aanmerking kan komen voor een vergoeding als hij binnen drie jaar na de start van de inburgeringstermijn slaagt voor het inburgeringsexamen. Inburgeringsplichtigen die ervoor kiezen om zelfstandig in te burgeren, zonder gebruik te maken van het gemeentelijk inburgeringsaanbod, worden geïnformeerd over de mogelijkheid om bij de IB Groep een lening aan te vragen. Uiteraard zullen bij de informatieverstrekking de gebruikelijke communicatiemiddelen zoals internet, telefoon en schriftelijke middelen worden ingezet.
Artikel 1.3 Prioritering doelgroepen (artikel 3 oud)
Dit artikel is ongewijzigd ten opzichte van het oude artikel 3 in de Verordening Inburgering gemeente Amsterdam.
Artikel 2.1 Inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening (artikel 2 oud)
Dit artikel is gewijzigd in verband met de mogelijkheid om een taalkennisvoorziening aan te bieden aan inburgeraars die lessen in de Nederlandse taal nodig hebben om een mbo-opleiding met succes te kunnen afronden. Voor geestelijke bedienaren gelden afzonderlijke wettelijke voorschriften. In het tweede lid wordt daarom verduidelijkt dat het wettelijk niet is toegestaan om aan geestelijk bedienaren een taalkennisvoorziening aan te bieden; volgens artikel 4.24 van het Besluit inburgering moet de inburgeringsvoorziening voor geestelijk bedienaren een cursus omvatten die toeleidt naar de voor hen geldende onderdelen van het inburgeringsexamen, zoals geregeld in hoofdstuk 3 pararaaf 2 van het Besluit inburgering.
Ter verduidelijking is in het derde lid een verwijzing opgenomen naar de wettelijke verplichting om de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening voor een uitkeringsgerechtigde op grond van artikel 19, derde lid, van de WI af te stemmen op diens mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, terwijl die voorzieningen op grond van artikel 20 van de WI moeten worden gecombineerd met een voorziening gericht op arbeidsinschakeling indien de uitkeringsgerechtigde wettelijk verplicht is om arbeid te aanvaarden.
Artikel 2.2 Persoonlijk inburgeringsbudget [gereserveerd]
Dit artikel is gereserveerd voor de regeling van het persoonlijk inburgeringsbudget, die in de verordening zal worden verankerd na aanvaarding door de Eerste Kamer van het wetsvoorstel daarover (kamerstukken I 2008/09, 31791, A).
Artikel 2.3 Eigen bijdrage van de inburgeraar (artikel 4 oud)
Bij raadsbesluit van 29 oktober 2008 (Gemeenteblad, afd. 3a, nr. 202/505) is besloten tot wijziging van het oude artikel 4 in een regeling waarin de eigen bijdrage die de inburgeraar verschuldigd is, wordt verrekend met een door de gemeente uit te betalen bonus. De verrekening vindt plaats op voorwaarde dat de inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar drie maanden heeft deelgenomen aan de gemeentelijke voorziening en alle benodigde documenten in verband met de gemeentelijke voorziening, zoals het taalcontract met de taalaanbieder, heeft ondertekend. Het raadsbesluit wordt nu in artikel 2.3 verankerd en werkt terug tot en met 1 januari 2007.
Artikel 2.4 Premie bij zelfstandige inburgering (artikel 5 oud)
Dit artikel is uitsluitend technisch gewijzigd in verband met de wijzigingen in de WI op grond waarvan een inburgeringsvoorziening kan worden aangeboden dat toeleidt tot het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II en de nieuwe mogelijkheid om in plaats van een inburgeringsvoorziening een taalkennisvoorziening aan te bieden aan de inburgeringsplichtige die een mbo-opleiding niveau 1 of 2 volgt of gaat volgen.
Artikel 3.1 Oproep in verband met de inburgeringsplicht
Inburgeringsplichtigen kunnen op grond van artikel 25 van de WI door het college worden opgeroepen om de omvang van de inburgeringsplicht vast te stellen. Voor nieuwkomers geldt zelfs een verplichting om ze binnen de termijn genoemd in artikel 5.1 van het Besluit inburgering op te roepen. De inburgeringsplichtige is wettelijk verplicht om aan de oproep gehoor te geven en aan het onderzoek dat daarop volgt mee te werken (artikel 25, vierde lid, WI). Het onderzoek is erop gericht om vast te stellen of betrokkene in aanmerking komt voor geheel of gedeeltelijke vrijstelling van de inburgeringsplicht en welke passende gemeentelijke voorziening kan worden aangeboden. Niet verschijnen op de oproep of onvoldoende medewerking aan het onderzoek kan leiden tot het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 29 WI in verbinding met artikel 4.1 van de verordening).
Artikel 3.2 Aanbod inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening (artikel 8 oud)
Dit artikel is in overeenstemming gebracht met de wetswijzigingen die per 1 januari 2009 in werking traden. Verder is ter vermijding van misverstanden in de nieuwe redactie verduidelijkt dat de procedurele voorschriften in de fase van het doen van het aanbod voor een gemeentelijke voorziening voor inburgeringsplichtigen niet geheel dezelfde zijn als voor vrijwillige inburgeraars. De verschillen vloeien voort uit het systeem van de wet. Nadat de inburgeringsplichtige het aanbod heeft aanvaard, stelt het college de gemeentelijke voorziening bij beschikking vast. Met de vrijwillige inburgeraar daarentegen wordt door het college een inburgeringsovereenkomst gesloten en wordt de voorziening niet bij beschikking vastgesteld. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de responstermijnen te bekorten. In het algemeen geldt dat de respons hoger is bij kortere termijnen.
Artikel 3.3 Inhoud van de vaststellingsbeschikking of inburgeringsovereenkomst (artikel 9 oud)
Dit artikel is in technische zin geactualiseerd op basis van de per 1 januari 2009 in werking getreden wijzigingen in de WI. Ook is in een nieuw tweede lid verduidelijkt over welke onderwerpen afspraken worden gemaakt in de inburgeringsovereenkomst tussen het college en de vrijwillige inburgeraar.
Artikel 3.4 Verplichtingen in de vaststellingsbeschikking of inburgeringsovereenkomst (artikel 10 oud)
In dit artikel is de mogelijkheid om de inburgeraar in de vaststellingsbeschikking of inburgeringsovereenkomst te verplichten om deel te nemen aan een assessment gewijzigd in een voortgangsassessment. Een assessment vindt immers plaats ter voorbereiding op het aanbod aan de inburgeraar, dat na acceptatie bij beschikking wordt vastgesteld (voor de inburgeringsplichtinge) of in een inburgeringsovereenkomst wordt opgenomen (voor de vrijwillige inburgeraar). In de vaststellingsbeschikking of de inburgeringsovereenkomst kan vervolgens worden opgenomen dat de inburgeraar deel zal nemen aan een voortgangsassessment.
Artikel 3.5 Zelfstandige inburgering
Indien de inburgeringsplichtige zelfstandig gaat inburgeren en geen gebruik wenst te maken van een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, volgt uit artikel 5.3 van het Besluit inburgering dat het college binnen twaalf weken aan de oudkomer een handhavingbeschikking zendt. In deze beschikking bepaalt het college de inburgeringstermijn waarbinnen de oudkomer het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet hebben behaald. Aan een nieuwkomer wordt geen handhavingsbeschikking gestuurd; de voor hem geldende inburgeringstermijn vloeit rechtstreeks voort uit de wet. Aan de nieuwkomer die zelfstandig gaat inburgeren, verzendt het college een kennisgeving met de termijn waarbinnen hij het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II moet hebben behaald.
Artikelen 4.1 en 4.2 De hoogte en verhoging van de bestuurlijke boetes (artikelen 11 en 12 oud)
Deze artikelen zijn ongewijzigd ten opzichte van de artikelen 11 en 12 van de Verordening Inburgering gemeente Amsterdam.
De wet kent aan een aantal bepalingen terugwerkende kracht toe. Ook aan de verrekening van de eigen bijdrage met de bonus is terugwerkende kracht verleend. Aan de artikelen 2.1 en 3.2, eerste en tweede lid, ten aanzien van het aanbod van een taalkennisvoorziening is daarom terugwerkende kracht verbonden tot en met 1 september 2008. In artikel 2.4, onder b, is opgenomen dat een zelfstandige inburgeraar voortaan niet alleen in aanmerking kan komen voor een premie indien hij binnen zijn inburgeringstermijn slaagt voor zijn inburgeringsexamen, maar dat die aanspraak ook bestaat als hij het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II binnen die termijn haalt. Deze wijziging heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2008. De nieuwe verrekeningsregeling van de eigen bijdrage in artikel 2.3 heeft op grond van het raadsbesluit van 29 oktober 2008 (Gemeenteblad, afd. 3a, nr. 202/505) terugwerkende kracht tot en met 1 april 2007.