Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Huisvestingsverordening Kaag en Braassem Oost 2010 |
Citeertitel | Huisvestingsverordening Kaag en Braassem Oost 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Huisvestingsverordening Jacobswoude 1995
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-05-2010 | 01-05-2010 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 19-04-2010 Witte Weekblad, 05-05-2010 | 10.029 |
De raad van de gemeente Kaag en Braassem;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 maart 2010.;
gelet op het bepaalde in de Wet algemene regels herindeling, de Gemeentewet en de Huisvestingswet;
overwegende dat als gevolg van het bepaalde in de Wet algemene regels herindeling de “Huisvestingsverordening gemeente Jacobswoude 1995” met ingang van het jaar 2011 haar verbindende kracht zal verliezen;
dat dit gehoord de lopende discussie over een nieuw systeem van woonruimteverdeling binnen de regio Holland Rijnland niet wenselijk is;b e s l u i t:Vast te stellen de volgende:
Huisvestingsverordening gemeente Kaag en Braassem Oost 2010.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
economische binding: de binding van een persoon aan de gemeente of aan de regio Rijnstreek, daarin gelegen dat die persoon voor de voorziening in zijn bestaan een redelijk belang heeft zich in de gemeente of in de regio Rijnstreek te vestigen, met dien verstande dat een economische binding in elk geval wordt aangenomen ten aanzien van personen die voor de voorziening in het bestaan zijn aangewezen op het duurzaam verrichten van arbeid binnen of vanuit de gemeente Jacobswoude of de regio Rijnstreek;
maatschappelijke binding: de binding van een persoon aan de gemeente of aan de regio Rijnstreek, daarin gelegen dat die persoon een redelijk, met de plaatselijke samenleving verband houdend belang heeft zich in de gemeente te vestigen, met dien verstande dat een maatschappelijke binding in elk geval wordt aangenomen indien betrokkene in de voorafgaande tien jaar tenminste zes jaar onafgebroken ingezetene is geweest;
Hoofdstuk 2 Verdeling van woonruimte
Het is verboden zonder vergunning (huisvestingsvergunning) van burgemeester en wethouders een woning als bedoeld in artikel 3 in gebruik te nemen of te geven.
Een vergunning is vereist voor: a. woonruimten met een huurprijs beneden de huurprijsgrensb. woonruimten met een koopprijs beneden de € 221.000,--.
De aanvraag voor een huisvestingsvergunning dient schriftelijk te geschieden aan burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen vijf doch uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de complete aanvraag.
Burgemeester en wethouders besluiten de aanvraag niet verder te behandelen, indien de aanvrager niet aannemelijk kan maken dat hij, indien hij een huisvestingsvergunning voor de in de aanvraag aangegeven woonruimte krijgt, die woonruimte ook daadwerkelijk in gebruik zal kunnen nemen, één en ander echter met uitzondering van de gevallen genoemd in artikel 23, lid 3 van de wet (medehuurderschap).
Op of bij de huisvestingsvergunning vermelden burgemeester en wethouders de volgende informatie:
Voor een vergunning als bedoeld in artikel 2, en met betrekking tot huurwoningen, komen in aanmerking personen van 18 jaar en ouder, die:
Voorts komen voor een vergunning als bedoeld in artikel 2, en met betrekking tot koopwoningen, in aanmerking personen die de woonruimte zelf in gebruik wensen te nemen, en die ingezetene zijn van een andere tot de regio behorende gemeente, dan wel een economische of maatschappelijke binding aan de regio Rijnstreek hebben.
Burgemeester en wethouders beperken de inschrijving voor woningen genoemd onder lid 3, sub a. tot en met d., tot huishoudens waarvan het inkomen maximaal 135% bedraagt van de loongrens ingevolge de Ziekenfondswet. Het aldus verkregen bedrag wordt naar beneden afgerond op een veelvoud van vijfduizend gulden. In het geval in een huishouden meer kostwinners zijn wordt bij de berekening van het bedoelde inkomen van het huishouden uitgegaan van het hoogste inkomen (hoofdkostwinner), vermeerderd met eenderde deel van het tweede en volgende inkomen.
Burgemeester en wethouders schrijven op verzoek personen van 18 jaar en ouder in die op het tijdstip van aanvraag tot inschrijving:
Met inachtneming van de in artikel 11 vermelde leeftijdsgrens schrijven burgemeester en wethouders bovendien op verzoek in het in artikel 10 bedoelde register in:
degenen die een procedure tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed aanhangig hebben gemaakt en een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 825b en 825c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering hebben verkregen, indien zij in verband met die omstandigheid dringend zelfstandige woonruimte behoeven;
Verzoek om inschrijving vindt alleen plaats middels indiening van een volledig ingevuld en door burgemeester en wethouders verstrekt inschrijvingsformulier.
Gelijktijdig met de indiening van de aanvraag tot inschrijving dient de aanvrager gegevens betreffende het inkomen te verstrekken, alsmede andere gegevens welke voor een beoordeling van de mate van urgentie noodzakelijk zijn. De ingezetene van een andere gemeente dan Jacobswoude uit de regio Rijnstreek overlegt tevens een uittreksel uit het bevolkingsregister.
Burgemeester en wethouders verstrekken aan de in het register ingeschreven woningzoekende een bewijs van inschrijving.
a. Het bewijs van inschrijving is, gerekend vanaf de inschrijvingsdatum, geldig voor het betreffende kalenderjaar;b. de woningzoekende wordt steeds in de gelegenheid gesteld het bewijs van inschrijving met een kalenderjaar te verlengen;c. voor deze herinschrijving is het bepaalde in artikel 11 aanhef en sub 5. van overeenkomstige toepassing.
Bij het verlenen van huisvestingsvergunningen voor het als huurwoning in gebruik nemen van woonruimten die krachtens artikel 5 van de wet als vergunningplichtige woonruimte is aangewezen met een rekenhuur als bedoeld in artikel 5, eerste lid van de Huursubsidiewet, die gelijk is aan of lager dan de aftoppingsgrens, bedoeld in artikel 20, tweede lid, van die wet, wordt zo veel mogelijk voorrang gegeven aan woningzoekenden die een zodanig rekeninkomen als bedoeld in artikel 3 van de Huursubsidiewet genieten, dat zij een beroep kunnen doen op huursubsidie in de zin van artikel 1, onderdeel e, van die wet.
Hoofdstuk 5 Urgentie en voorrang bij huurwoningen
In het woonruimtereglement kunnen de volgende factoren voor het bepalen van de urgentie zijn opgenomen:
Aan elke factor kunnen, op grond van het woonruimtereglement, een of meerdere punten worden toegekend.
Hoofdstuk 6 Nadere voorwaarden voor koopwoningen en vruchteloze aanbiedingen
In afwijking van het bepaalde in artikel 9 wordt de vergunning altijd verleend indien de woonruimte door de eigenaar overeenkomstig de in artikel 26 aangegeven procedure vruchteloos is aangeboden aan de woningzoekenden die ingevolge artikel 9 voor die woonruimte in aanmerking komen.
Indien de woonruimte niet op voorhand verkocht kan worden aan een persoon genoemd in artikel 9, sub a, dan is de procedure vruchteloze aanbieding van toepassing:
De eerste advertentie dient geplaatst te worden in een plaatselijk verschijnend huis-aan-huisblad, of bij ontbreken daarvan, in een plaatselijk verspreide editie van een regionaal huis-aan-huisblad. De advertentie dient te voldoen aan de gebruikelijke vereisten voor het te koop aanbieden van woningen met vermelding van een redelijke vraagprijs en de tekst dat ingezetenen en economisch en maatschappelijk gebondenen aan de gemeente de voorkeur genieten. Met een regionaal huis-aan-huisblad wordt gelijk gesteld de Makelaarsvizier.
Blijkt vier weken na de tweede plaatsingsdatum dat er geen persoon uit de doelgroepen de woning heeft gekocht, dan dient een derde advertentie te worden geplaatst in een huis-aan-huisblad met een regionale circulatie (‘regio Alphen’) èn een in de regio Rijnstreek verschijnend dagblad. Uitbreiding van de aanbieding vindt plaats naar ingezetenen en economisch en maatschappelijk gebondenen van een andere gemeente behorende tot de regio Rijnstreek.
Burgemeester en wethouders kunnen de huisvestingsvergunning verlenen aan de eigenaar die als eerste bewoner een nieuw gebouwde woonruimte in gebruik neemt.
In geval van woningruil wordt de huisvestingsvergunning verleend wanneer een der partijen voldoet aan het bepaalde in artikel 8. Onverlet blijft evenwel de toepassing van het gestelde in artikel 20 en 21 (passendheid). Bij woningruil kan de woonruimtevergunning worden geweigerd in het belang van de doelmatige verdeling van de beschikbare woningen.
Hoofdstuk 7 Afwijkende bepalingen voor bijzondere woonvormen
De inschrijving als standplaatszoekende vervalt indien aan a. de standplaatszoekende door burgemeester en wethouders een standplaats op een gemeentelijk woonwagencentrum is toegewezen en deze door de aanvrager is aanvaard;b. de standplaatszoekende tweemaal een standplaats door burgemeester en wethouders is toegewezen en deze door de aanvrager is geweigerd.
In afwijking van artikel 2 (huurprijsgrens) en artikel 8 (vergunningvereiste) is het verboden een standplaats met een huurprijs beneden de huurprijsgrens zonder huisvestingsvergunning in gebruik te nemen voor bewoning en aan een huishouden dat niet beschikt over een huisvestingsvergunning in gebruik te geven.
In afwijking van het bepaalde in artikel 8 wordt de huisvestingsvergunning voor een ligplaats voor een woonschip verleend, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:a. de ligplaats is op grond van de Wet op de Woonschepen als zodanig aangewezen;b. de ligplaatszoekende behoort tot de ingevolge hoofdstuk 3 aangewezen categorieën van woningzoekenden die voor het verkrijgen van een huisvestingsvergunning in aanmerking komen;c. het woonschip is gelegen op een plaats die zich ingevolge het geldende bestemmingsplan niet verzet tegen permanente bewoning van het object.
Hoofdstuk 8 Overige bepalingen
Op voordracht van burgemeester en wethouders kan de raad een commissie instellen, die tot taak heeft het college te adviseren inzake een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van de beschikbare ruimte. Deze commissie heet Woonruimteadviescommissie.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met eigenaren van woonruimten overeenkomsten te sluiten over het in gebruik geven van woonruimte, welke overeenkomsten voor het bezit van deze eigenaren in de plaats treden van deze verordening.De overeenkomsten dienen een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van woonruimte te bevorderen.De overeenkomsten worden ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd.De inhoud van de overeenkomsten wordt in ruime mate bekend gemaakt aan de inwoners van de gemeente en andere belanghebbenden.