Overheidsorganisatie | Gemeente Amsterdam |
---|---|
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening inkomens- en re-integratievoorzieningen |
Citeertitel | Handhavingsverordening inkomens- en re-integratievoorzieningen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Werk en inkomen |
De titel van deze verordening was Handhavingsverordening Wet werk en bijstand. Met ingang van 1 oktober 2009 is deze verordening echter ook toepasbaar voor jongeren die een beroep doen op een werkleeraanbod ingevolge de Wet investeren in jongeren (WIJ). De titel van deze verordening is per genoemde datum aangepast.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-10-2009 | 01-10-2009 | 01-07-2010 | Titel, artt. 1, 2, 3, 4, 5 en 6 | 30-09-2009 Gemeenteblad 2009, afd. 3A, 204/604 | Gemeenteblad 2009, afd. 1, nr. 604 |
01-09-2006 | 01-01-2006 | 01-10-2009 | nieuwe regeling | 01-09-2006 Gemeenteblad 2006, afd. 3A, 163/318 | - |
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. WWB: de Wet werk en bijstand;
b. WIJ: de Wet investeren in jongeren;
c. bijstand: algemene en bijzondere bijstand als bedoeld in de WWB;
d. inkomensvoorziening: de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 24 WIJ;
e. re-integratievoorziening: re-integratievoorziening als bedoeld in artikel 1 van de Wet Participatiebudget;
f. uitkering: bijstand ingevolge de WWB en inkomensvoorziening ingevolge de WIJ;
g. College: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam;
2. Voorzover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de WWB.
Het College voert een actief fraudepreventiebeleid. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college belanghebbenden informeert over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand, de inkomensvoorziening of een re-integratievoorziening zijn verbonden, en over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik. Ter controle van het beroep op uitkering wordt onder meer gebruik gemaakt van bestandsvergelijkingen met actuele gegevens en van de samenloopsignalen die daaruit voortkomen.
1. Het College doet stelselmatig onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkering en kan daarbij gebruikmaken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de samenloopsignalen die daaruit voortkomen. Het college onderzoekt daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor het recht op bijstand.
2. Het College doet onderzoek naar de reden van de beëindiging van de uitkering en neemt op basis daarvan besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het college en de belanghebbende resterende verplichtingen en de afhandeling daarvan.
3. De onderzoeken als bedoeld in het eerste en tweede lid kunnen ook uitgevoerd worden met betrekking tot het gebruik van een re-integratievoorziening.
Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de uitkering, verlaagt het College de uitkering, conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening Inkomensvoorzieningen, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen uitkering.
Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 4 leidt tot benadeling van de gemeente, worden de bevindingen van het strafrechtelijk onderzoek naar het Parket Amsterdam gezonden conform de Aanwijzing Sociale Zekerheidsfraude (Staatscourant 2008, 249), onverminderd de mogelijkheid de uitkering te verlagen en de ten onrechte ontvangen uitkering terug te vorderen.
Deze verordening wordt aangehaald als Handhavingsverordening Inkomens- en re-integratievoorzieningen.