Organisatie | Kaag en Braassem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening Kaag en Braassem |
Citeertitel | Erfgoedverordening 2010 gemeente Kaag en Braassem |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt Monumentenverordening Alkemade 2004 en Monumentenverordening 1994 gemeente Jacobswoude
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 28-06-2010 Witte Weekblad, 07-07-2010 | 10.060 |
De tekst is opgesteld op basis van de Model-erfgoedverordening zoals uitgegeven door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten onder verwerking van de door de gemeente Kaag en Braassem gekozen alternatieven. Bovendien zijn hierin diverse artikelen toegevoegd en is de redactie van sommige basisartikelen aangepast. Aan deze tekst kunnen geen rechten worden ontleend. Hiervoor wordt verwezen naar de raadsstukken die behoren bij de bovenstaande besluitvorming.
Deze verordening verstaat onder:
a. gemeentelijk monument: een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:
b. gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop zijn geregistreerd de overeenkomstig deze verordening als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a;c. beschermd monument: beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;d. monumentencommissie: de op basis van art.15 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de verordening en het monumentenbeleid;e. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);f. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);g. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);h. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);i. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);j. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);k. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);l. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);m.(gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);n. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);o. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.p. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kaag en Braassem.q. vergunning: een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.r. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Hoofdstuk 2 Aanwijzing gemeentelijke monumenten
Artikel 2 Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt medegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Hoofdstuk 3 Instandhouding van gemeentelijke monumentale zaken
Artikel 10 Instandhoudingbepaling
Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag: a. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;b. een gemeentelijk monument, als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een dusdanige wijze, dat het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.
Het bevoegd gezag verleent, met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming, geen vergunning als bedoeld in het tweede lid, dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Artikel 11 De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2. Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in 2-voud ingediend.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Artikel 14 Intrekken van de vergunning
De vergunning kan door het bevoegd gezag worden ingetrokken indien:a. blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;b. de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd, dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 19 Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent het bevoegd gezag hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen tegemoetkoming toe, indien de schade in relatie staat tot:a. de weigering van het bevoegd gezag een vergunning als bedoeld in artikel 10 te verlenen;b. de voorschriften door het bevoegd gezag verbonden aan een vergunning als bedoeld in artikel 10;c. de door het college nader te stellen regels als bedoeld in artikel 10, derde lid;d. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid);e. (gereserveerd t.b.v. gemeentelijk archeologiebeleid).
Handelingen in strijd met het derde lid van artikel 10 en artikel 16 met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid, onder e, van deze verordening, wordt aangemerkt als een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onder 2°, van de Wet op economische delicten.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: a. Met betrekking tot zakelijke monumenten als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1; medewerkers handhaving, bouwen en RO.b. Met betrekking tot monumentale terreinen als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 2; medewerkers handhaving, bouwen en RO.
Artikel 22 Intrekken oude regeling
Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervallen:a. Monumentenverordening Alkemade 2004, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 19 oktober 2004 en alle daarin aangebrachte wijzigingen;b. Monumentenverordening 1994, gemeente Jacobswoude, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 15 september 1994 en alle daarin aangebrachte wijzigingen.