Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amsterdam

Verordening financiering restauratie monumenten uit het Amsterdams Restauratiefonds (ARF)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmsterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening financiering restauratie monumenten uit het Amsterdams Restauratiefonds (ARF)
CiteertitelVerordening Amsterdams Restauratiefonds
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerpMonumenten en welstand
Externe bijlageToelichting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-10-2017artt. 6,7,12 en 17 en toelichting

27-09-2017

Gemeenteblad 2017, 175944

2017, nr. 260/1031
15-11-200911-10-2017nieuwe regeling

30-09-2009

Gemeenteblad 2009, afd. 3A, nr. 215/593

Gemeenteblad 2009, afd. 1, nr. 593

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening financiering restauratie monumenten uit het Amsterdams Restauratiefonds (ARF)

 

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Doel van de lening

Het doel van de lening op basis van deze verordening is eigenaren van een monument, zoals bedoeld in deze verordening, een lening te verstrekken voor de kosten die gemoeid zijn met voorzieningen in het kader van restauratie van monumenten. Het pand waarvoor de lening wordt verstrekt, wordt hypothecair belast tot de hoogte van de lening.

Artikel 2 Doelgroep

Op de lening uit het Amsterdams Restauratiefonds ten behoeve van restauratie van monumenten kan een beroep gedaan worden door:

  • a.

    natuurlijke personen die eigenaar zijn van een monument;

  • b.

    rechtspersonen die al dan niet het oogmerk hebben tot het maken van winst, die eigenaar zijn van een monument.

Artikel 3 Vaststelling en reservering van het budget

Jaarlijks wordt het plafond van het totaal uit te lenen bedrag ten behoeve van de financiering van restauraties van monumenten vastgesteld.

Artikel 4 Grondslag van de lening

De lening wordt verstrekt voor een restauratieproject op grond van door burgemeester en wethouders vastgestelde kosten.

Artikel 5 Algemene bepalingen

De hoogte van de lening wordt vastgesteld op basis van een raming van de kosten van de voorzieningen, namelijk een begroting van de uit te voeren restauratiewerkzaamheden. De aanvrager is verplicht om Burgemeester en Wethouders wijzigingen te melden die relevant zijn voor het toekennen van leningen.

Hoofdstuk 2 Restauratie monumenten

Artikel 6 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verordening: Verordening financiering restauratie monumenten uit het Amsterdams Restauratiefonds (ARF);

  • b.

    monument: gemeentelijk monument. Een object dat is opgenomen in het monumentenregister zoals bedoeld in artikel 1 lid c van de Erfgoedverordening 2015;

  • c.

    restaureren: het treffen van voorzieningen tot het opheffen van (bouwtechnische) gebreken die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de cultuurhistorische waarde van het monument en die het normale onderhoud te boven gaan. Burgemeester en Wethouders kunnen kwalitatieve richtlijnen opstellen die gelden voor de uitvoering van restauraties;

  • d.

    kosten van voorzieningen: de geraamde en door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde kosten van:

    1. de aanneemsom;

    2. de risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;

    3. de kosten van de architect overeenkomstig de SR 1997 en van de constructeur overeenkomstig de DNR 2005, voor zover de inschakeling hiervan noodzakelijk is;

    4. de aanvraag om een monumentenvergunning (leges);

    5. de verschuldigde BTW, voor zover deze niet kan worden verrekend;

    6. een bouwhistorische opname of onderzoek, gericht op de restauratie;

    7. een reservering voor noodzakelijk meerwerk dat ten tijde van de raming van de hierboven genoemde kosten redelijkerwijs niet was te voorzien, tot een maximum van 5% van de aanneemsom;

    8. het afsluiten van de ARF-lening;

  • e.

    Amsterdams Restauratiefonds (ARF): het fonds van de gemeente Amsterdam bij het Nationaal Restauratie Fonds waaruit laagrentende leningen worden verstrekt ten behoeve van restauraties van monumenten als bedoeld in lid b van dit artikel;

  • f.

    lening: lening waarbij een hypothecaire zekerheid wordt gevestigd;

  • g.

    eigenaar: een natuurlijke of rechtspersoon die op het object waarop de aanvraag om financiering betrekking heeft, een zakelijk recht heeft in de zin van:

    1. het eigendom;

    2. het recht van erfpacht;

    3. een appartementsrecht;

    4. een deelneming- of lidmaatschaprecht op gebruik van een woning;

  • h.

    toekennen van een lening: het besluit van burgemeester en wethouders dat aan de eigenaar van een monument onder voorwaarden een lening wordt toegekend in de kosten van voorzieningen als bedoeld onder d, en dat de eigenaar van een monument mitsdien een lening kan aanvragen bij de aanbieder van de lening, het Nationaal Restauratiefonds;

  • i.

    vaststellen van de lening: het besluit van Burgemeester en Wethouders waarbij de hoogte van de lening definitief wordt vastgesteld;

  • j.

    Nationaal Restauratiefonds: de Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF), gevestigd te Hoevelaken.

Artikel 7 Grondslag en werkingsfeer

  • 1.

    Op grond van deze verordening kunnen Burgemeester en Wethouders een lening toekennen voor de kosten van het treffen van voorzieningen ten behoeve van de restauratie van monumenten.

  • 2.

    De lening wordt berekend over de kosten van voorzieningen met uitzondering van de kosten waarvoor op grond van enige andere – door Burgemeester en Wethouders te bepalen – regeling een subsidie of lening in de kosten van voorzieningen kan worden verkregen.

  • 3.

    Ingeval van brandschade, stormschade et cetera worden de kosten berekend aan de hand van de kosten van te treffen voorzieningen minus de bij voldoende dekking uit te keren verzekeringspenningen.

  • 4.

    De vastgestelde lening wordt verstrekt aan de eigenaar van het monument waaraan de voorzieningen worden getroffen.

  • 5.

    Om voor een lening in aanmerking te komen dienen de kosten van voorzieningen tenminste € 25.000 te bedragen.

  • 6.

    De voor financiering in aanmerking komende kosten van voorzieningen bedragen maximaal € 250.000 (huidig prijspeil, per 1 januari 2010 jaarlijks te indexeren met 2%). Kosten die dit bedrag te boven gaan komen niet in aanmerking voor een lening.

  • 7.

    De lening wordt verstrekt tegen een rente die 5 procentpunt ligt onder de door het Restauratiefonds (NRF) gehanteerde marktrente, met een minimum van 1,5%. Het pand waarvoor de lening wordt verstrekt, wordt hypothecair belast tot de hoogte van de lening. De aflossingstermijn is maximaal 30 jaar.

Artikel 8 Hoogte van de lening

De lening uit het ARF bedraagt maximaal 100% van de goedgekeurde kosten van voorzieningen.

Artikel 9 Bepaling voor restaurerende instellingen

In afwijking van artikel 7 lid 7 kan op verzoek van een restaurerende instelling een lening worden verstrekt waarbij de hypothecaire zekerstelling niet op het te restaureren pand berust, maar op de waarde van het totale eigen bezit.

Artikel 10 Tussentijdse vervreemding

Indien de eigenaar van het monument binnen de looptijd van de lening uit het ARF besluit het pand te vervreemden, wordt de lening beëindigd en dient de eigenaar het restant van schuld uiterlijk bij de overdracht aan de koper terug te storten in het ARF.

Artikel 11 Aanvraag en beschikking

Op een ontvankelijke aanvraag wordt door Burgemeester en Wethouders spoedig, doch uiterlijk binnen 8 weken na ontvangst van een advies van het Nationaal Restauratiefonds (NRF) of een besluit van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake staatssteun, beslist in de vorm van een toekenningbeschikking.

Artikel 12 Weigeringsgronden

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kennen geen lening toe indien:

    • a.

      met het treffen van voorzieningen het belang van de monumentenzorg niet of onvoldoende wordt gediend;

    • b.

      de kosten van voorzieningen niet in redelijke verhouding staan tot het te bereiken resultaat;

    • c.

      met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat de aanvrager een beschikking inhoudende de toezegging van de lening (toekenningbeschikking) heeft ontvangen;

    • d.

      voor de betreffende voorzieningen binnen een termijn van vijftien jaar voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag wordt ingediend eerder een subsidie of een lening is verstrekt;

    • e.

      voor de te treffen voorzieningen een monumentenvergunning is vereist en deze (nog) niet is verleend.

  • 2.

    Burgemeester en Wethouders zullen een lening niet toekennen in het geval het Nationaal Restauratiefonds (NRF) de lening-aanvraag na beoordeling afwijst, tenzij er zich zwaarwegende argumenten in het kader van het algemeen belang voordoen.

  • 3.

    Burgemeester en Wethouders zullen een lening niet toekennen in het geval de lening wordt aangemerkt als staatssteun.

Artikel 13 Bijzondere voorwaarden

De lening wordt verstrekt onder voorwaarde dat:

  • a.

    het werk wordt aanbesteed overeenkomstig door Burgemeester en Wethouders te stellen eisen;

  • b.

    de aanvang van werk tenminste twee weken van te voren wordt gemeld bij Burgemeester en Wethouders;

  • c.

    met de uitvoering van werkzaamheden is begonnen binnen 26 weken na de datum van verzending van de toekenningbeschikking;

  • d.

    binnen 130 weken na de toekenningbeschikking de werkzaamheden zijn voltooid en de gereedmelding zoals bedoeld in artikel 15 is ingediend;

  • e.

    aan de door Burgemeester en Wethouders dan wel de dagelijks besturen van de stadsdelen met controle belaste personen:

    i) toegang wordt verleend tot het monument waarvoor de lening is verstrekt;

    ii) inzage wordt verleend in de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens.

Artikel 14 Onderhoudsvoorwaarden

  • 1.

    Een lening wordt verstrekt onder de voorwaarde dat de eigenaar gedurende de looptijd van de lening het monument in goede staat zal houden.

  • 2.

    Bij het beëindigen van de lening, ook bij tussentijdse vervreemding, kunnen Burgemeester en Wethouders een bouwkundig inspectierapport eisen in verband met de voorwaarde genoemd in het eerste lid. Het rapport wordt opgesteld door een naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders deskundige organisatie. De eigenaar kan worden verplicht om de in het rapport geconstateerde bouwkundige gebreken te herstellen. Burgemeester en Wethouders kunnen een termijn stellen waarbinnen deze gebreken dienen te zijn hersteld.

  • 3.

    De eigenaar is verplicht het object waarvoor een lening is verstrekt voldoende te verzekeren.

  • 4.

    Tijdens de restauratie is een CAR-verzekering verplicht.

Artikel 15 Vaststelling van de lening

  • 1.

    Vaststelling van de lening vindt plaats nadat:

    • a.

      de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden bij Burgemeester en Wethouders gereed zijn gemeld, gecontroleerd en akkoord bevonden;

    • b.

      een overzicht is overlegd van de subsidiabele en de niet-subsidiabele voorzieningen en de daarop betrekking hebbende kosten;

    • c.

      een overzicht is overlegd van eventueel meer- en minderwerk.

  • 2.

    De hoogte van de vast te stellen lening wordt berekend op basis van de bij de toekenning aanvaarde kosten van voorzieningen of de werkelijke kosten van de voorzieningen als deze lager dan wel hoger zijn, met inachtneming van het bepaalde ten aanzien van meerwerk.

  • 3.

    De gereedmelding als bedoeld in het eerste lid bevat:

    • a.

      een volledig ingevuld gereedmeldingsformulier;

    • b.

      een kostenoverzicht;

    • c.

      alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden.

  • 4.

    Burgemeester en Wethouders kunnen ermee instemmen dat de aanvrager in plaats  Van rekeningen en betalingsbewijzen een verklaring van een registeraccountant overlegt waaruit blijkt dat het overgelegde kostenoverzicht juist en volledig is.

Artikel 16 Intrekking van de lening

  • 1.

    In geval van niet naleving van één van de voorwaarden als bedoeld in deze verordening kunnen Burgemeester en Wethouders al naar gelang de ernst van de overtreding:

    • a.

      een besluit tot verstrekking en/of vaststelling van de lening geheel of gedeeltelijk intrekken of het Nationaal Restauratiefonds niet geheel tot uitbetaling laten overgaan;

    • b.

      een reeds aangegane lening geheel of gedeeltelijk door het Nationaal Restauratiefonds laten intrekken.

  • 2.

    In het geval de niet naleving van de voorwaarden als bedoeld in deze beleidsregel de eigenaar niet verwijtbaar is, kunnen Burgemeester en Wethouders besluiten de in het eerste lid genoemde sancties geheel of gedeeltelijk niet te treffen.

Artikel 17 Slotbepalingen

  • 1.

    Burgemeester en Wethouders kunnen in het belang van de monumentenzorg afwijken van de bepalingen in deze verordening.

  • 2.

    De verordening kan worden aangehaald als “Verordening Amsterdams Restauratiefonds”.

  • 3.

    Het Nationaal Restauratiefonds is de aanbieder van de leningen.