Organisatie | Amsterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Amsterdamse sloopregeling oude personen- en bestelauto's |
Citeertitel | Amsterdamse sloopregeling oude personen- en bestelauto's |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-12-2009 | 28-12-2010 | art. 2.1 lid 5 wordt art. 2.1 lid 4 sub e | Gemeenteblad 2009, afd. 1, nr. 681 | ||
01-10-2009 | 07-12-2009 | nieuwe regeling | Gemeenteblad 2009, afd. 1, nr. 504 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
erkend demontagebedrijf: bedrijf dat beschikt over de bevoegdheid, bedoeld in artikel 46, tweede lid, onder d, van het Kentekenreglement, beschikt over een certificaat KwaliteitsZorg Demontage en is aangesloten bij AutoRecycling Nederland B.V. of daarmee een contract heeft afgesloten voor demontage van auto’s in het kader van deze regeling;
richtlijn 70/220/EEG: richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 maart 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de luchtverontreiniging door gassen afkomstig van motoren met elektrische ontsteking in motorvoertuigen (PbEG L 76), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij richtlijn nr. 2003/76/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 11 augustus 2003 (PbEU L 206);
richtlijn 88/77/EEG: richtlijn van de Raad van 3 december 1987 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten met betrekking tot de maatregelen die moeten worden genomen tegen de emissie van gasvormige verontreinigingen door dieselmotoren, bestemd voor het aandrijven van voertuigen;
richtlijn 2005/55/EG: richtlijn van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot maatregelen tegen de emissie van verontreinigende gassen en deeltjes door voertuigmotoren met compressieontsteking en de emissie van verontreinigende gassen door op aardgas of vloeibaar petroleumgas lopende voertuigmotoren met elektrische ontsteking (PbEU L 275).
Artikel 1.2 Doel van de regeling
Deze regeling heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit in Amsterdam door het doen demonteren van oude milieuonvriendelijke personen- en bestelauto’s en het stimuleren van de aanschaf, ter vervanging daarvan, van auto’s met een lagere emissie van milieuverontreinigende stoffen.
Artikel 1.3 Wijze van subsidieverstrekking
Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. De subsidievaststelling geschiedt in volgorde van de datum van ontvangst van de aanvragen tot subsidieverlening, met dien verstande dat:
indien niet binnen zes maanden na de datum van ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening de registratie van demontage van het voertuig in het kentekenregister, en de tenaamstelling van de vervangende auto heeft plaatsgevonden, de datum van ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling voor de in de aanhef genoemde datum in de plaats treedt.
Hoofdstuk 2. Subsidieprogramma
Artikel 2.1 Voorwaarden voor subsidie
Subsidie kan worden verstrekt voor de demontage van een personen- of bestelauto als bedoeld in artikel 2.2, met een Nederlands kenteken, die door de degene op wiens naam het kenteken is gesteld wordt vervangen door een personen- of bestelauto als bedoeld in artikel 2.3, met een Nederlands kenteken, waarvoor de schriftelijke koopovereenkomst is afgesloten na de inwerkingtreding van deze regeling.
Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt niet verstrekt:
indien het kentekenbewijs voor de te demonteren of de vervangende auto ingevolge artikel 58, tweede lid, onderdeel b of d, van de Wegenverkeerswet 1994, op het moment dat de schriftelijke koopovereenkomst wordt gesloten ongeldig is verklaard of ingevolge artikel 60, eerste lid, onderdeel b of c, van de Wegenverkeerswet 1994 is ingevorderd;
De vervangende auto is gekocht bij de aanvrager en is:
een personen- of bestelauto met diesel als brandstof, met een maximale fijnstofuitstoot van 5 milligram per kilometer, vastgesteld overeenkomstig bijlage I bij richtlijn 70/220/EEG, blijkend uit:
i. het kentekenregister, dan wel
ii. een meegezonden verklaring van de fabrikant of gevolmachtigd importeur;
een bestelauto die is gekeurd volgens het regime van richtlijn 88/77/EEG of richtlijn 2005/55/EG en voldoet aan de grenswaarden in rij B1 van de tabellen in punt 6.2.1 van bijlage I van die richtlijnen, blijkend uit:
i. het kentekenregister, dan wel
ii. een meegezonden verklaring van de fabrikant of gevolmachtigd importeur;
De aanvraag tot subsidieverlening of, als geen aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend de aanvraag tot subsidievaststelling, gaat vergezeld van een afschrift van de van datum en handtekeningen van de aanvrager en de laatste eigenaar van de te demonteren auto voorziene koopovereenkomst van de vervangende auto, waaruit blijken:
Indien de vervangende auto een gebruikte auto is en op aanvraag een subsidie is verleend, wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld nadat de demontage van de te demonteren auto is geregistreerd in het kentekenregister en de tenaamstelling van de vervangende auto op naam van de koper heeft plaatsgevonden. Indien deze registratie niet heeft plaatsgevonden binnen 6 maanden na het vervallen van de regeling zoals bepaald in artikel 3.2, wordt de subsidie ambtshalve vastgesteld op nihil.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009 en vervalt met ingang van 31 december 2010, dan wel eerder indien het subsidieplafond zoals bedoeld in artikel 2.6 is bereikt of het subsidieplafond van de nationale regeling zoals bepaald in de Tijdelijke sloopregeling personen- en bestelauto’s is bereikt.