Organisatie | Neerijnen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Toeslagen en verlagingenverordening WWB gemeente Neerijnen |
Citeertitel | Toeslagen- en verlagingenverordening WWB van de gemeente Neerijnen 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Externe bijlage | Toelichting toeslagen- en verlagingenverordening WWB |
Deze verordening maakt deel uit van het verzamelbesluit Neerijnen d.d. 01-04-2010.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-12-2010 | 14-12-2010 | Intrekking | 09-12-2010 | 06/12129 | |
15-04-2010 | 14-12-2010 | nieuwe regeling | 01-04-2010 | 06/11308 |
De Raad van de gemeente Neerijnen;
gezien het advies van de Commissie Welzijn dd. 23 maart 2010;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Neerijnen d.d. 16 februari 2010;
gelet op artikel 8 lid 1 onder c en 30 van de Wet werk en bijstand;
Toeslagen- en verlagingenverordening WWB van de gemeente Neerijnen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.
2. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. de wet : de Wet werk en bijstand;
b. verzorgingsbehoevende: degene die, indien hij niet samen met een andere persoon de woning zou bewonen zou zijn aangewezen op beroepsmatige hulp welke ten laste komt van de Zorgverzekeringswet en/of de AWBZ.
c. woning : een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet op de huurtoeslag, als mede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, Wet werk en bijstand;
d woonkosten : de kosten van huur of de rentekosten van de hypotheek van de door belanghebbende bewoonde woning;
e. woonlasten : de kosten van elektra, gas en water verschuldigd voor het gebruik hiervan door belanghebbende en eventuele gezinsleden.
f. ander : degene die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft als de alleenstaande of het gezin en kan beschikken over voldoende middelen om in de noodzakelijke bestaanskosten te voorzien en die geen deel uitmaakt van de gezamenlijke huishouding.
Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft;
2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning één of meer anderen zijn hoofdverblijf heeft;
3. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:
a. kinderen van 18 jaar en ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen dat niet meer bedraagt dan het bedrag bedoeld in artikel 33, tweede lid, onder a, van de wet vermeerderd met 10% van de gehuwden norm;
b. kinderen met recht op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten en een inkomen uit arbeid dat niet meer bedraagt dan 10% van de gehuwden norm;
c. verzorgingsbehoevenden die door belanghebbende worden verzorgd;
Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag
1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen.
2. Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Verlaging woonsituatie
De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt:
a. 20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonkosten verbonden zijn;
b. 10 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen woonlasten zijn verbonden;
c. 10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking daarvan en werkt terug tot en met 1 oktober 2009.
2. De verordening toeslagen en verlagingen van 2007 wordt ingetrokken per de datum van inwerkingtreding van de Toeslagen- en verlagingen verordening WWB als bedoeld in het eerste lid.