Artikel4-Verlaging gehuwden
- 1.
De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden die een woning delen met één of meer anderen.
- 2.
Het vierde lid van artikel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5-Verlaging woonsituatie
- 1.
De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten of hypotheeklasten verbonden zijn;
- 2.
De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm indien geen woning bewoond wordt.
Artikel 6 -Verlaging schoolverlaters
De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 25 procent van de gehuwdennorm gedurende een periode van 6 maanden na de schoolverlating.
Artikel 7-Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar
1.De verlaging als bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:
20 % van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 21 jaar betreft;
10 % van de gehuwdennorm indien het een belanghebbende van 22 jaar betreft.
- 2.
In afwijking van lid 1 wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van lid 1 zou leiden.
- 3.
De vorige leden zijn niet van toepassing ten aanzien van een belanghebbende op wie artikel 6 van toepassing is.
Artikel 8 -Anti-cumulatiebepaling
De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke bijstandsnorm voor belanghebbende tenminste bedraagt:
- a.
35 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande,
- b.
55 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder.
- c.
65 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden.
Artikel10 -Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2004.
Artikel 11-inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.
De verordening toeslagen en verlagingen Algemene bijstandswet wordt ingetrokken per 1 januari 2004.
Artikel 12 -Overgangsrecht
Een belanghebbende die op grond van de verordening toeslagen en verlagingen een ander recht op uitkering genoot dan hem op grond van deze verordening toekomt. behoudt dit recht, afhankelijk van wat zich het eerst voordoet:
- a.
- b.
totdat het recht op bijstand eindigt: of
- c.
totdat er een wijziging in de situatie of het recht op bijstand optreedt die ook onder de ingetrokken verordening tot een aanpassing zou hebben geleid.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 3 februari 2004
de plv griffier
|
de voorzitter
|
J.H. van Beem
|
G.F. Naafs
|