Organisatie | Bloemendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Handhaving WWB/WIJ Bloemendaal 2010 |
Citeertitel | Verordening Handhaving WWB/WIJ Bloemendaal 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-01-2010 | 01-01-2012 | Onbekend | 01-07-2010 Weekblad Kennemerland-Zuid d.d. 8 juli 2010 | 2010017298 |
Artikel 4. Aangifte Openbaar Ministerie
Het college maakt een proces-verbaal op en doet aangifte bij het Openbaar Ministerie als het niet nakomen van de informatieverplichting leidt tot benadeling van een bedrag, dat hoger is dan de door dit ministerie gestelde aangiftegrens.
Het college informeert de gemeenteraad jaarlijks over de uitvoering en de resultaten van de handhaving van de wet
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze verordening treedt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010 in werking.
Op die dag vervalt de Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand Bloemendaal 2005.
Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Bloemendaal,
R.Th.M. Nederveen , voorzitter
Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland-Zuid d.d. 8 juli 2010.
TOELICHTING VERORDENING HANDHAVING WWB/WIJ BLOEMENDAAL 2010
De situaties waarin de gemeente kan terugvorderen zijn zowel in de nieuwe Wet werk en bijstand vastgesteld als in de Wet investeren in jongeren, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Dit zijn dezelfde situaties als onder de Algemene bijstandswet. Vaak gaat het om vorderingen door uitkeringsfraude.
Een goed handhavingsbeleid is belangrijk omdat dit voorkomt dat onterecht gemeenschapsgeld wordt uitgegeven. Als fraude goed bestreden wordt, vergroot dit onder de burgers het draagvlak van de bijstandsverstrekking. Ook beperkt een goed handhavingsbeleid de uitgaven op het Inkomensdeel. Dit kan dan worden ingezet voor armoedebestrijding en reïntegratie.
Bij de behandeling van de Wet werk en bijstand is naar aanleiding van een amendement van het Tweede kamerlid Weekers artikel 8a Wwb ingevoegd dat voorschrijft dat gemeenten in een verordening regels moeten vastleggen voor de bestrijding van ten onrechte ontvangen bijstand en voor bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Onder de Algemene bijstandswet had de gemeente de verplichting om een fraudebeleidsplan op te stellen. Daarnaast was de gemeente verplicht in bepaalde gevallen een boete of een maatregel op te leggen en teveel betaalde uitkering terug te vorderen.
De Wet werk en bijstand kent deze verplichtingen niet. Deze wet schrijft voor dat de gemeente een verordening moet opstellen die de handhaving regelt. Er worden geen eisen gesteld aan de inhoud van het beleid. Verlaging van de uitkering en terugvordering zijn nu geen verplichtingen meer, maar bevoegdheden.
Toch moet blijken dat de gemeente een goed handhavingsbeleid voert. Als de gemeente bij overschrijding van het budget voor het inkomensdeel een aanvullende uitkering aanvraagt, onderzoekt het ministerie namelijk of de gemeente de bijstandsuitkering rechtmatig en doelmatig heeft verstrekt. Een verdere uitwerking van de oplossingen die gekozen kunnen worden ter bestrijding van misbruik of oneigenlijk gebruik van gemeenschapsgeld zijn uitgewerkt in de bij deze verordening horende beleidsnotitie hoogwaardig handhaven.
Dit artikel bevat enkele begripsomschrijvingen.
Het is zeer waarschijnlijk dat enkele wetten, genoemd onder a, in de loop van de tijd wijzigen, vervallen, of vervangen worden door andere wetten. De strekking van deze verordening is dat deze geldt voor alle wetten die betrekking hebben op de verstrekking van uitkeringen.
Om een hoger handhavingniveau te bereiken en om te kunnen voldoen aan de steeds hogere eisen van het Ministerie van Sociale Zaken voor het opsporingsbeleid van gemeenten, heeft de Intergemeentelijk Afdeling Sociale Zaken een drietal doelstellingen voor het uit te voeren handhavingsbeleid geformuleerd.
Terugvordering was onder de Algemene bijstandswet een verplichting, maar nu is dat een bevoegdheid van gemeenten geworden.
Ten onrechte verstrekte bijstand wordt in beginsel teruggevorderd. Het college stelt vast boven welk bedrag terugvordering vanuit efficiencyoverwegingen doelmatig is. Dit bedrag is vastgelegd in de beleidsregels terugvordering WWB.
Artikel 4. Aangifte Openbaar Ministerie
Onder het boeteregime van de Algemene bijstandswet bestond de verplichting voor gemeenten om proces-verbaal op te maken en aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie als er sprake was van fraude en het benadelingbedrag hoger was dan € 6.000,-- (de aangifte sociale zekerheid). Het is de bedoeling dat deze taakverdeling tussen gemeenten en het OM onder de Wwb blijft bestaan, ook al kent de Wwb de bestuurlijke boete niet en zullen gemeenten bij fraude (in casu het niet nakomen van de inlichtingenplicht) de uitkering verlagen. Over het beleid onder de aangiftegrens voeren het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten overleg met het OM. Uit de gesprekken die tot dusver zijn gevoerd, zijn twee dingen duidelijk geworden:
Het college informeert de gemeenteraad jaarlijks, bij de verantwoording over het beleid en de uitvoering van de Wet werk en bijstand, over de uitvoering en de resultaten op het gebied van de handhaving.
Indien de toepassing van deze verordening tot onbillijkheden leidt, kan het college ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen. Van deze mogelijkheid dient zeer terughoudend gebruik gemaakt te worden, om het scheppen van precedenten tegen te gaan.
De handhavingverordening heeft niet alleen betrekking op de Wet werk en bijstand, maar op alle andere wetgeving, die betrekking heeft op werk en bijstand zoals de Wet investeren in jongeren (WIJ), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en/of de Wet inkomens voorziening oudere gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen. Er is gekozen voor de citeertitel verordening handhaving Wet werk en bijstand.