Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- -
- -
vertrouwenspersoon: functionaris die als zodanig binnen de
gemeentelijke organisatie is aangewezen;
- -
meldpunt: een externe commissie of persoon die als zodanig door
burgemeester en wethouders is aangewezen;
- -
vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd
vermoeden met betrekking tot de gemeentelijke organisatie waar
de ambtenaar werkzaam is omtrent
- a.
- b.
een schending van regelgeving of beleidsregels;
- c.
het misleiden van justitie;
- d.
een gevaar voor de volksgezondheid, de veiligheid of het
milieu, of
- e.
het bewust achterhouden van informatie over deze
feiten.
Artikel 2 Interne melding
- 1.
De ambtenaar die een vermoeden van een misstand wil melden, doet
dit bij zijn direct leidinggevende, diens leidinggevende of de
vertrouwenspersoon.
- 2.
De ambtenaar kan de vertrouwenspersoon verzoeken zijn identiteit
bij burgemeester en wethouders niet bekend te maken. De
ambtenaar kan dit verzoek te allen tijde herroepen.
- 3.
De leidinggevende dan wel de vertrouwenspersoon draagt er zorg
voor dat burgemeester en wethouders onverwijld op de hoogte
worden gesteld van een gemeld vermoeden van een misstand en van
de datum waarop de melding ontvangen is.
- 4.
Naar aanleiding van de melding van een vermoeden van een
misstand stellen burgemeester en wethouders onverwijld een
onderzoek in.
- 5.
Burgemeester en wethouders zenden aan de ambtenaar dan wel de
vertrouwenspersoon die een vermoeden van een misstand heeft
gemeld, een ontvangstbevestiging. De ontvangstbevestiging bevat
het gemelde vermoeden van een misstand en het moment waarop de
ambtenaar het vermoeden aan de leidinggevende of de
vertrouwenspersoon heeft gemeld.
Artikel 3 Standpunt
- 1.
Burgemeester en wethouders stellen de ambtenaar dan wel de
vertrouwenspersoon binnen zes weken schriftelijk op de hoogte
van hun standpunt omtrent het gemelde vermoeden van een
misstand.
- 2.
Indien het standpunt niet binnen zes weken kan worden gegeven,
kunnen burgemeester en wethouders de afhandeling voor ten
hoogste vier weken verdagen. Burgemeester en wethouders stellen
de ambtenaar dan wel de vertrouwenspersoon hiervan schriftelijk
in kennis.
Artikel 4 Het meldpunt
- 1.
Burgemeester en wethouders wijzen een of meerdere personen aan
die het meldpunt vormt of vormen.
- 2.
Het meldpunt heeft tot taak een door de ambtenaar gemeld
vermoeden van een misstand te onderzoeken en burgemeester en
wethouders daaromtrent te adviseren.
- 3.
Indien het meldpunt uit meerdere personen bestaat, is dit altijd
een oneven aantal, inclusief de voorzitter. Tevens kunnen in dat
geval een secretaris, een plaatsvervangend voorzitter en andere
plaatsvervangende leden worden benoemd. Zij beslissen bij gewone
meerderheid van stemmen.
Artikel 5 Melding bij het meldpunt
- 1.
De ambtenaar kan het vermoeden van een misstand binnen redelijke
termijn melden bij het meldpunt, indien:
- a.
hij het niet eens is met het standpunt bedoeld in
artikel 3;
- b.
hij geen standpunt ontvangen heeft binnen de termijnen
bedoeld in artikel 3.
- 2.
De ambtenaar kan het meldpunt verzoeken zijn identiteit niet
bekend te maken. Hij kan dit te allen tijde herroepen.
Artikel 5a Rechtstreekse melding bij het meldpunt
In het geval zwaarwegende belangen de toepassing van de interne
procedure in de weg staan, kan de ambtenaar, in afwijking van de artikelen 2, 3 en 5, eerste lid,
het vermoeden van een misstand rechtstreeks melden bij het meldpunt
Artikel 6 Ontvangstbevestiging en onderzoek
- 1.
Het meldpunt bevestigt de ontvangst van een melding van een
vermoeden van een misstand aan de ambtenaar die het vermoeden
heeft gemeld en stelt burgemeester en wethouders op de hoogte
van de melding.
- 2.
Indien het meldpunt dit voor de uitoefening van zijn taak
noodzakelijk acht, stelt het een onderzoek in.
- 3.
Ten behoeve van het onderzoek omtrent een melding van een
vermoeden van een misstand is het meldpunt bevoegd bij
burgemeester en wethouders alle inlichtingen in te winnen die
het voor de vorming van zijn advies nodig acht. Burgemeester en
wethouders verschaffen het meldpunt de gevraagde
inlichtingen.
- 4.
Het meldpunt kan het onderzoek of gedeelten daarvan opdragen aan
één van de leden of een deskundige.
- 5.
Wanneer de inhoud van bepaalde door burgemeester en wethouders
verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter
uitsluitend ter kennisneming van het meldpunt dient te blijven,
wordt dit aan het meldpunt medegedeeld. Het meldpunt beveiligt
informatie met een vertrouwelijke karakter tegen kennisneming
door onbevoegden.
Artikel 7 Niet ontvankelijkheid
- 1.
Het meldpunt verklaart de melding niet ontvankelijk indien:
- a.
de misstand niet van voldoende gewicht is;
- b.
de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 niet
heeft gevolgd, of
- c.
de ambtenaar de procedure bedoeld in artikel 2 wel heeft
gevolgd, maar de termijnen bedoeld in artikel 3 nog niet
zijn verstreken;
- d.
de melding niet binnen redelijke termijn is
geschied.
- 2.
Het meldpunt stelt burgemeester en wethouders op de hoogte van
de niet-ontvankelijkheid.
Artikel 8 Inhoudelijk advies van het meldpunt
- 1.
Indien het gemelde vermoeden van een misstand ontvankelijk is,
legt het meldpunt binnen zes weken zijn bevindingen omtrent de
melding van een vermoeden van een misstand neer in een advies
aan burgemeester en wethouders. Het meldpunt zendt een afschrift
van het advies aan de ambtenaar met inachtneming van het
eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het meldpunt
verstrekte informatie.
- 2.
Indien het advies niet binnen zes weken kan worden gegeven,
wordt de termijn door het meldpunt met ten hoogste vier weken
verlengd. Het meldpunt stelt burgemeester en wethouders alsmede
de ambtenaar daarvan schriftelijk in kennis.
- 3.
Het advies wordt in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van
het eventueel vertrouwelijke karakter van aan het meldpunt
verstrekte informatie en de terzake geldende wettelijke
bepalingen openbaar gemaakt op een wijze die het meldpunt
geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen
verzetten.
Artikel 9 Nader standpunt
- 1.
Burgemeester en wethouders stellen binnen twee weken na
ontvangst van het advies bedoeld in artikel 8, de ambtenaar alsmede het meldpunt,
schriftelijk op de hoogte van hun nader standpunt.
- 2.
Aan de ambtenaar die het meldpunt heeft verzocht zijn identiteit
niet bekend te maken geschiedt de berichtgeving van het nader
standpunt via het meldpunt.
- 3.
Een van het advies afwijkend nader standpunt wordt
gemotiveerd.
Artikel 10 Jaarverslag
- 1.
Jaarlijks wordt door het meldpunt een verslag opgemaakt.
- 2.
In dat verslag wordt in geanonimiseerde zin en met inachtneming
van de terzake geldende wettelijke bepalingen gemeld:
- a.
het aantal en de aard van de meldingen van een vermoeden
van een misstand;
- b.
het aantal meldingen dat niet tot een onderzoek geleid
heeft;
- c.
het aantal onderzoeken die het meldpunt heeft verricht,
en
- d.
het aantal adviezen en de aard van de adviezen die het
meldpunt heeft uitgebracht.
- 3.
Dit jaarverslag wordt aan burgemeester en wethouders en de
Ondernemingsraad gestuurd en openbaar gemaakt.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling Klokkenluiders gemeente
Steenbergen 2002 en treedt in werking op de dag volgende op die waarop
zij bekend gemaakt is.
Steenbergen, 15 april 2002
Burgemeester en wethouders voornoemd,
De secretaris, De burgemeester,