Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hulst

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHulst
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie
CiteertitelBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en van een WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpFinanciën / Belastingen / Leges

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

N.v.t.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-2010Nieuwe regeling

24-06-2010

Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 01-09-2010

AV/10.0495

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE EN VAN EEN WOZ-BELANGHEBBENDE IN EEN KEUZESITUATIE

BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE IN EEN

KEUZESITUATIE

  

Het College van Burgemeester en wethouders van Hulst;

  

Gelet op het bepaalde in:

 

  • -

    artikel 1 van de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2010;

  • -

    artikel 2 van de Verordening forensenbelasting 2007;

  • -

    artikel 2 van de Verordening hondenbelasting 2005;

  • -

    artikel 4 van de Verordening reinigingsheffingen 2009;

  • -

    artikel 3 van de Verordening rioolheffing 2010;

  • -

    hoofdstuk IV van de Wet Waardering Onroerende Zaken.

  

B E S L U I T:

 

 Vast te stellen de volgende:

 

BELEIDSREGELS VOOR HET AANWIJZEN VAN EEN BELASTINGPLICHTIGE EN VAN EEN WOZ-BELANGHEBBENDE IN EEN KEUZESITUATIE

artikel voorkeursvolgorde
  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • a.

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

    • -

      de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens het recht van gebruik en bewoning;

    • -

      de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

    • -

      de erfpachter, dan wel de beklemde meier;

    • b.

      de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • c.

      degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden Krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • a.

      indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Hulst wonen of gevestigd zijn:

    • -

      degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

    • -

      degene die`in de gemeente woont of gevestigd is;

    • -

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • -

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • -

      bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • -

      degene die bij de afdeling Financiën als genothebbende of gebruiker bekend is;

    • -

      de eerstgerechtigde die in de volgorde die door het Kadaster wordt aangehouden;

    • b.

      indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Hulst wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

    • -

      degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    • -

      een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    • -

      bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    • -

      degene die bij de afdeling Financiën als genothebbende of gebruiker bekend is;

    • -

      de eerstgerechtigde die in de volgorde die door het Kadaster wordt aangehouden;

    • c.

      indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

    • -

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • -

      degene die bij de afdeling Financiën als genothebbende of gebruiker bekend is;

    • -

      de eerstgerechtigde die in de volgorde die door het Kadaster wordt aangehouden;

  • 3.

    Met betrekking tot de Forensenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • a.

      degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    • b.

      degene die een nutsvoorziening van het belastingobject op naam heeft;

    • c.

      de oudste in leeftijd;

    • d.

      degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de hondenbelasting, de rioolheffing, de reinigingsrechten en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag gesteld ten name van:

    • a.

      degene die de nutsvoorziening van het belastingobject c.q. het object, waar de hond gehouden wordt, op naam heeft;

    • b.

      degene die de huur van het hele belastingobject betaalt aan een elders wonende verhuurder;

    • c.

      degne die het grootste deel van het belastingobject gebruikt;

    • d.

      degene die het langst in het belastingobject woont;

    • e.

      degene die het belastingobject het langst gebruikt;

    • f.

      de oudste in leeftijd, in geval van gelijktijdige vestiging in het belastingobject;

    • g.

      degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject

     

    In dit artikel wordt onder belastingobject tevens verstaan het object waar de hond wordt gehouden.

  • 5.

    Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

    • a.

      ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

    • b.

      ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

    • c.

      ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

  • 6.

    In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet Waardering Onroerende Zaken zijn de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie, voor zover zij betrekking hebben op de onroerende-zaakbelasting van overeenkomstige toepassing.

  • 7.

    De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

    • a.

      de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorafgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    • b.

      bij de afdeling Financiën bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de betreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 8.

    Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij toepassing van

    de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 9.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde blijkt.

  • 10.

    Wijzigingen kunnen – indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd – pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 11.

    Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur (beroep bij de rechter is mogelijk).

  • 12.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 11 van overeenkomstige toepassing.

     

    Deze regels treden in werking op 1 augustus 2010.

     

    Het College van Burgemeester en Wethouders van Hulst,

    De secretaris, De burgemeester,