Organisatie | Hilvarenbeek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de monumentencommissie gemeente Hilvarenbeek |
Citeertitel | Verordening op de monumentencommissie gemeente Hilvarenbeek |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-09-2002 | Wijziging bestaande regeling | 26-03-1997 Hilverbode, 1997, 13 | 25-02-1997 |
Geconsolideerde tekst van de regeling 'Verordening regelende de samenstelling en de werkwijze van de monumentencommissie van de gemeente Hilvarenbeek'
Gewijzigd bij raadsbesluit van 27 mei 1999 en 27 juni 2002
De raad van de gemeente Hilvarenbeek;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 februari 1997;
gelet op de artikel 82 van de Gemeentewet, de artikelen 3:5 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1, sub g van de 'Monumentenverordening 1997' van de gemeente Hilvarenbeek;
gehoord de commissie Ruimtelijke Ordening;
vast te stellen de navolgende 'Verordening regelende de samenstelling en de werkwijze van de monumentencommissie van de gemeente Hilvarenbeek'.
De monumentencommissie heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over:
Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de monumentencommissie zich overwegend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, cultuur-, of sociaal-historisch belang.
Een van de in het eerste lid onder a t/m d genoemde leden neemt zitting in de gecombineerde welstandcommissie (de gecombineerde monumenten- en welstandscommissie) in geval van behandeling van de plannen die betrekking hebben op wijziging van beschermde rijksmonumenten en beschermde gemeentelijke monumenten.
Het college van burgemeester en wethouders wijst een ambtenaar aan als secretaris van de monumentencommissie. Deze heeft in de monumentencommissie geen stemrecht, doch kan de leden van de monumentencommissie adviseren.
Het college van burgemeester en wethouders kan omtrent de inhoud van stukken die aan de monumentencommissie worden overlegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.
De monumentencommissie kan het lid als bedoeld in artikel 3, lid 2 machtigen om de advisering omtrent aanvraag voor vergunningen tot het wijzigen van beschermde rijksmonumenten en beschermde gemeentelijke monumenten namens de monumenten commissie af te doen.
De secretaris van de monumentencommissie draagt er zorg voor dat het verslag van de vergaderingen van de commissie wordt toegezonden aan het college van burgemeester en wethouders.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college van burgemeester en wethouders, de monumentencommissie gehoord.
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 26 maart 1997.
De raad voornoemd; de secretaris, de voorzitter,
1 OP DE VERORDENING OP DE MONUMENTENCOMMISSIE GEMEENTE HILVARENBEEK
Enkele zaken aangaande deze verordening behoeven verduidelijking.
Ten eerste is de subsidieverordening zoals bedoeld in artikel 1 onder b nog niet vastgesteld. Advisering hierover vindt dus pas plaats na vaststelling van bedoelde verordening.
Ten tweede het gehele artikel 3. Artikel 3 is geformuleerd met inachtneming van de Algemene wet bestuursrecht die op 1 januari 1994 van kracht is geworden. In deze wet is onder andere een bepaling opgenomen betreffende adviseurs. Omdat in de monumentenwet 1988 niets is geregeld over de samenstelling en taak van de monumentencommissie geldt de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 3:5 van afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht luidt als volgt:
In deze afdeling wordt verstaan onder adviseur; een persoon of college, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het adviseren inzake door een bestuursorgaan te nemen besluiten en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan.
Voor het functioneren van de monumentencommissie betekent dit dat er geen lid van het college van burgemeester en wethouders noch van de gemeenteraad dan wel een raadscommissie lid van de monumentencommissie mag zijn, omdat de monumentencommissie in geval van vergunningverlening in de zin van artikel 6 van de monumentenverordening adviseert aan deze instanties.
In de Algemene wet bestuursrecht staat niet dat een bestuursorgaan e.d. geen lid mag zijn van een adviescommissie. Er wordt een omgekeerde redenering gehanteerd. Een adviescommissie wordt niet als zodanig aangemerkt indien een bestuursorgaan e.d. lid is. Hierdoor ontstaat de situatie dat er geacht wordt geen advies gegeven te zijn omdat er geen adviescommissie is. Advies is echter wel verplicht. Dit betekent dat er een procedurefout wordt gemaakt en de gehele besluitvormingsprocedure opnieuw moet. Om dit te voorkomen dienen de leden van de monumentencommissie onafhankelijk te zijn. Wel bestaat de mogelijkheid om de monumentencommissie met technisch advies bij te staan. Dit kunnen wel ambtenaren of bestuurders zijn, maar zij hebben echter geen stemrecht.
De voorzitter van de monumentencommissie wordt uit de monumentencommissie, op diens voordracht, benoemd door het college van burgemeester en wethouders. De voorzitter is dus geen puur technische voorzitter, maar dient ook enige affiniteit te bezitten met betrekking tot cultuur-historische aangelegenheden. De plaatsvervangend voorzitter wordt door de monumentencommissie zelf gekozen uit haar midden.