Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Verordening op de monumentencommissie gemeente Hilvarenbeek

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de monumentencommissie gemeente Hilvarenbeek
CiteertitelVerordening op de monumentencommissie gemeente Hilvarenbeek
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 82
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 3:5
  3. Monumentenverordening 1997, art. 1, lid g

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-09-2002Wijziging bestaande regeling

26-03-1997

Hilverbode, 1997, 13

25-02-1997

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de monumentencommissie gemeente Hilvarenbeek

Geconsolideerde tekst van de regeling 'Verordening regelende de samenstelling en de werkwijze van de monumentencommissie van de gemeente Hilvarenbeek'

Gewijzigd bij raadsbesluit van 27 mei 1999 en 27 juni 2002

De raad van de gemeente Hilvarenbeek;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 februari 1997;

gelet op de artikel 82 van de Gemeentewet, de artikelen 3:5 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1, sub g van de 'Monumentenverordening 1997' van de gemeente Hilvarenbeek;

gehoord de commissie Ruimtelijke Ordening;

b e s l u i t :

vast te stellen de navolgende 'Verordening regelende de samenstelling en de werkwijze van de monumentencommissie van de gemeente Hilvarenbeek'.  

Artikel 1  

De monumentencommissie heeft tot taak het college van burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over:

  • a.

    De uitvoering van de gemeentelijke monumentenverordening.

  • b.

    De uitvoering van de Subsidieverordening onderhoud beschermde gemeentelijke monumenten.

  • c.

    Het bevorderen van het herstel van verminkte en ontsierde monumenten en stedebouwkundige structuren.

  • d.

    Het bevorderen van de betrokkenheid van de bevolking in het algemeen en de eigenaren en bewoners in het bijzonder bij de zorg om het historische erfgoed door middel van voorlichting en educatie.

  • e.

    Het plaatsen en afvoeren van monumenten als bedoeld in de Monumentenwet 1988, alsook de gemeentelijke monumentenverordening op respectievelijk van de rijks- en/of gemeentelijke monumentenlijst.

  • f.

    Aanvragen voor vergunningen betreffende het al dan niet gedeeltelijk afbreken en/of verplaatsen van beschermde monumenten.

  • g.

    De aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten.

  • h.

    Regelingen, waaronder bestemmingsplannen, welke van invloed zijn op de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorische erfgoed.

  • i.

    Vaststelling van het meerjarenprogramma restauraties.

Artikel 2  

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de monumentencommissie zich overwegend leiden door overwegingen van geschiedkundig, architectonisch, cultuur-, of sociaal-historisch belang.  

Artikel 3  

  • 1

    De monumentencommissie bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste zeven leden waarvan deskundigheid is gebleken, te verdelen in de volgende categorieën:

    • a.

      een bouw- of kunsthistoricus;

    • b.

      een architectuur/restauratiedeskundige;

    • c.

      een deskundige met specifieke kennis betreffende de plaatselijke historie dan wel bouwhistorie;

    • d.

      twee of meer leden op voordracht van het college van burgemeester en wethouders;

  • 2

    Een van de in het eerste lid onder a t/m d genoemde leden neemt zitting in de gecombineerde welstandcommissie (de gecombineerde monumenten- en welstandscommissie) in geval van behandeling van de plannen die betrekking hebben op wijziging van beschermde rijksmonumenten en beschermde gemeentelijke monumenten.

  • 3

    De leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen. Het college van burgemeester en wethouders wijst op voordracht van de monumentencommissie een voorzitter uit de leden aan. De plaatsvervangend voorzitter wordt door en uit de monumentencommissie gekozen.

  • 4

    De leden van de monumentencommissie mogen:

    • a.

      noch direct, noch indirect medewerking geven aan werkzaamheden waarover de commissie adviseert;

    • b.

      niet werkzaam zijn voor de gemeente Hilvarenbeek.

Artikel 4  

  • 1

    De leden worden benoemd voor een periode die gelijk loopt met de zittingsduur van de raad.

  • 2

    Zij kunnen te allen tijde ontslag nemen en dienen dit schriftelijk in bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 3

    De aftredende leden zijn terstond herbenoembaar.

  • 4

    Degene die aftreedt of ontslag neemt, blijft zijn werkzaamheden in de monumentencommissie verrichten totdat zijn opvolg(st)er de benoeming heeft aanvaard.  

Artikel 5  

Het college van burgemeester en wethouders wijst een ambtenaar aan als secretaris van de monumentencommissie. Deze heeft in de monumentencommissie geen stemrecht, doch kan de leden van de monumentencommissie adviseren.

Artikel 6  

  • 1

    De monumentencommissie komt bijeen:

    • a.

      na schriftelijke oproep van de voorzitter;

    • b.

      op verzoek van tenminste twee van haar leden;

    • c.

      op verzoek van het college van burgemeester en wethouders. In de gevallen als bedoeld onder b. en c. belegt de voorzitter de vergadering binnen twee weken na de dag van ontvangst van het verzoek.

  • 2

    De monumentencommissie mag slechts besluiten nemen indien tenminste drie van haar leden aanwezig zijn.

  • 3

    Indien minder dan drie leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van deze agendapunten besluiten worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige leden.  

  • 4

    In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het tweede en derde lid van dit artikel worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.

  • 5

    De vergaderingen van de monumentencommissie zijn openbaar. Op voorstel van één der leden kan de monumentencommissie besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.

Artikel 7  

  • 1

    De monumentencommissie is bevoegd deskundigen te horen met dien verstande, dat de monumentencommissie machtiging van het college van burgemeester en wethouders behoeft indien aan het horen van deskundigen kosten voor de gemeente zijn verbonden.

  • 2

    De monumentencommissie kan worden bijgestaan door ambtelijke adviseurs met inachtneming van artikel 3 van deze verordening.

Artikel 8  

  • 1

    Over zaken wordt mondeling gestemd.

  • 2

    Alle besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

  • 3

    De minderheid kan vorderen, dat uit het advies ook haar afwijkende mening blijkt.

  • 4

    Geen lid mag deelnemen aan de beraadslaging en de vaststelling van een advies over zaken, waarbij hij als belanghebbende is betrokken.

  • 5

    Alle adviezen zijn met redenen omkleed.

  • 6

    De adviezen worden door de voorzitter en de secretaris getekend.

  • 7

    Op voorstel van de voorzitter kan de besluitvorming over zaken plaatsvinden door toezending van een voorstel aan de leden, die daarover schriftelijk hun mening kenbaar kunnen maken.

Artikel 9  

Het college van burgemeester en wethouders kan omtrent de inhoud van stukken die aan de monumentencommissie worden overlegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.  

Artikel 10  

De monumentencommissie kan het lid als bedoeld in artikel 3, lid 2 machtigen om de advisering omtrent aanvraag voor vergunningen tot het wijzigen van beschermde rijksmonumenten en beschermde gemeentelijke monumenten namens de monumenten commissie af te doen.  

Artikel 11  

De secretaris van de monumentencommissie draagt er zorg voor dat het verslag van de vergaderingen van de commissie wordt toegezonden aan het college van burgemeester en wethouders.  

Artikel 12  

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslist het college van burgemeester en wethouders, de monumentencommissie gehoord.  

Artikel 13  

  • 1

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na afkondiging.

  • 2

    De verordeningen regelende de samenstelling en de werkwijze van de monumentencommissies van Diessen en Hilvarenbeek, vastgesteld bij raadsbesluit van respectievelijk 4 april 1995 en 28 april 1994, vervallen met ingang van de dag van in werking treding van deze verordening.  

Artikel 14  

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening op de monumentencommissie gemeente Hilvarenbeek'.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 26 maart 1997.

                         De raad voornoemd; de secretaris,                                   de voorzitter,  

1 OP DE VERORDENING OP DE MONUMENTENCOMMISSIE GEMEENTE HILVARENBEEK

Enkele zaken aangaande deze verordening behoeven verduidelijking.

Ten eerste is de subsidieverordening zoals bedoeld in artikel 1 onder b nog niet vastgesteld. Advisering hierover vindt dus pas plaats na vaststelling van bedoelde verordening.

Ten tweede het gehele artikel 3. Artikel 3 is geformuleerd met inachtneming van de Algemene wet bestuursrecht die op 1 januari 1994 van kracht is geworden. In deze wet is onder andere een bepaling opgenomen betreffende adviseurs. Omdat in de monumentenwet 1988 niets is geregeld over de samenstelling en taak van de monumentencommissie geldt de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 3:5 van afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht luidt als volgt:

In deze afdeling wordt verstaan onder adviseur; een persoon of college, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het adviseren inzake door een bestuursorgaan te nemen besluiten en niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van dat bestuursorgaan.

Voor het functioneren van de monumentencommissie betekent dit dat er geen lid van het college van burgemeester en wethouders noch van de gemeenteraad dan wel een raadscommissie lid van de monumentencommissie mag zijn, omdat de monumentencommissie in geval van vergunningverlening in de zin van artikel 6 van de monumentenverordening adviseert aan deze instanties.

In de Algemene wet bestuursrecht staat niet dat een bestuursorgaan e.d. geen lid mag zijn van een adviescommissie. Er wordt een omgekeerde redenering gehanteerd. Een adviescommissie wordt niet als zodanig aangemerkt indien een bestuursorgaan e.d. lid is. Hierdoor ontstaat de situatie dat er geacht wordt geen advies gegeven te zijn omdat er geen adviescommissie is. Advies is echter wel verplicht. Dit betekent dat er een procedurefout wordt gemaakt en de gehele besluitvormingsprocedure opnieuw moet. Om dit te voorkomen dienen de leden van de monumentencommissie onafhankelijk te zijn. Wel bestaat de mogelijkheid om de monumentencommissie met technisch advies bij te staan. Dit kunnen wel ambtenaren of bestuurders zijn, maar zij hebben echter geen stemrecht.

De voorzitter van de monumentencommissie wordt uit de monumentencommissie, op diens voordracht, benoemd door het college van burgemeester en wethouders. De voorzitter is dus geen puur technische voorzitter, maar dient ook enige affiniteit te bezitten met betrekking tot cultuur-historische aangelegenheden. De plaatsvervangend voorzitter wordt door de monumentencommissie zelf gekozen uit haar midden.