Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen (initiatief Hieltjes) (Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen (initiatief Hieltjes)) |
Citeertitel | Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen (initiatief Hieltjes) |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuurlijke organisatie |
Geen.
Provinciewet, art. 145
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2006 | 01-10-2009 | Nieuwe regeling | 27-04-2005 Provinciaal blad, 2005, 46 | Onbekend. |
Artikel 2 Verschuldigdheid van de dwangsom
1. Indien een beschikking op aanvraag niet tijdig is gegeven en het bestuursorgaan, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld, nalatig blijft een beschikking op de aanvraag te geven, is het bestuursorgaan aan de aanvrager een dwangsom verschuldigd van € 20 per dag voor elke dag dat het in gebreke is. De dwangsom bedraagt niet meer dan € 1.000.2. De eerste dag waarover de dwangsom verschuldigd is, is de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop het bestuursorgaan van de aanvrager een ingebrekestelling heeft ontvangen.3. Een ingebrekestelling kan worden verzonden zodra het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een beschikking te geven.4. Bezwaar of beroep tegen het niet tijdig geven van de beschikking schorst niet de werking van de dwangsom.5. Geen dwangsom is verschuldigd indien:
6. Indien er meer dan één aanvrager is, is de dwangsom aan ieder van de aanvragers voor een gelijk deel verschuldigd.
Artikel 3 Vaststellen en betalen van de dwangsom
1. Het bestuursorgaan stelt de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom verschuldigd was.2. De betaling geschiedt binnen zes weken nadat de beschikking op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.
Artikel 4 Verrekenen van de dwangsom
1. Indien een bestuursorgaan in verband met het niet tijdig geven van een beschikking op aanvraag uit andere hoofde een schadevergoeding of een dwangsom verschuldigd is, komt het recht op een dwangsom als bedoeld in artikel 2 in zoverre te vervallen. Een reeds uitbetaalde dwangsom wordt alsdan aangemerkt als een voorschot op de desbetreffende schadevergoeding of dwangsom. 2. Een uit hoofde van deze verordening verschuldigde dwangsom kan worden verrekend met leges, die verschuldigd zijn voor de behandeling of afgifte van een beschikking waarop de dwangsom betrekking heeft, voorzover die ten tijde van het verschuldigd worden van de dwangsom nog niet zijn voldaan.
Artikel 5 Terugvorderen van de dwangsom
Het bestuursorgaan kan onverschuldigd betaalde dwangsommen terugvorderen, voorzover na de dag waarop de beschikking, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is vastgesteld, nog geen vijf jaren zijn verstreken.
Deze verordening is niet van toepassing op het niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift, ingediend voor het tijdstip waarop deze verordening in werking is getreden.
Artikel 7 Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen
Indien het voorstel van wet tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met de mogelijkheid van een dwangsom bij niet tijdig beslissen door een bestuursorgaan (Wet dwangsom bij niet tijdig beslissen) (29 934) tot wet wordt verheven en inwerking treedt, is deze verordening niet van toepassing op niet tijdig beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift waarop paragraaf 4.1.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.