Organisatie | Lochem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit gemeente Lochem |
Citeertitel | Mandaatbesluit gemeente Lochem 2024 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2024 | gewijzigde regeling | 27-08-2024 |
Mandaatbesluit gemeente Lochem 2024
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Lochem, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;
Met ingang van 1 september 2024 start de nieuwe ambtelijke organisatie. Met de vastgestelde organisatievisie “Wendbaar zijn en koers houden” en aanpassing van de organisatiestructuur, vastgelegd in het nieuwe Organisatiebesluit, gaat de nieuwe organisatie aan de slag. De belangrijkste doelstellingen zijn “meer focus op de maatschappelijke opgaven en dienstverlening en meer aandacht voor de medewerkers om hen goed en vitaal hun werk te laten verrichten”.
Hierin past dit nieuwe Mandaatbesluit. Niet meer de methodiek met een lijvig register waarin alle gemandateerde bevoegdheden expliciet worden benoemd en in (onder)mandaat toegewezen aan functionarissen, maar een methodiek die uit gaat van een ‘omgekeerd mandaat’. Uitgangspunt is dat de medewerker bevoegd is, tenzij ……..
Deze ‘tenzij’ wordt ingevuld door voorwaarden/beperkingen (artikel 4) en overzichten van bevoegdheden die zijn voorbehouden aan het college, de burgemeester, de secretaris-directeur, de domeinmanager en de teamleider (artikel 6 en de daarbij behorende bijlagen 1 tot en met 5).
Verder geeft artikel 5 regels over inkoop en aanbesteding, waarbij voor de aanbesteding en het aangaan van overeenkomsten met derden inzake werken, leveringen en diensten de bevoegdheden en regels op basis van de budgethoudersregeling leidend zijn.
Gelet op de Gemeentewet en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Artikel 2 Mandaat aan medewerker
Het college en de burgemeester verlenen de medewerker het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte (bij bezwarencommissies en gerechtelijke instanties), die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.
Artikel 5 Inkoop, aanbesteding en budgetten
Het verlenen van voorgenomen en definitieve gunningen en afwijzingen bij aanbestedingen voor werken, diensten en leveringen conform het inkoop- en aanbestedingsbeleid geschiedt op basis van de toegekende bevoegdheden aan functionarissen en de daarover gestelde regels in de Budgethoudersregeling gemeente Lochem.
Het is toegestaan af te wijken van het inkoop- en aanbestedingsbeleid onder de voorwaarde van een advies van de inkoopcoördinator aan de hoofdbudgethouder.
Bij een negatief advies kan de hoofdbudgethouder besluiten om niet af te wijken maar de voorgeschreven procedure te volgen. Wil de hoofdbudgethouder wel afwijken, dan wordt de afwijking inclusief advies ter besluitvorming voorgelegd aan het college. Een afwijkingsbesluit wordt vastgelegd in het zaaksysteem.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Lochem in de vergadering van 27 augustus 2024
Het college van burgemeester en wethouders
D. Kerkdijk S.W. van ’t Erve
Secretaris burgemeester
De burgemeester van Lochem
S.W. van ’t Erve
Bijlage 1 Bevoegdheden voorbehouden aan het college
Bijlage 2 Bevoegdheden voorbehouden aan de (loco)burgemeester
Bijlage 3 Bevoegdheden voorbehouden aan de secretaris-directeur(in de rol van algemeen directeur van de ambtelijke organisatie)
Bijlage 4 Bevoegdheden voorbehouden aan de domeinmanager
De genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de domeinmanager voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met diens taken en verantwoordelijkheden binnen het domein zoals vastgelegd in het Organisatiebesluit.
Bijlage 5 Bevoegdheden voorbehouden aan de teamleider
De genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de teamleider voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met diens taken en verantwoordelijkheden binnen het team zoals vastgelegd in het Organisatiebesluit.
Het vertegenwoordigen van de gemeente bij buitengerechtelijke rechtshandelingen bij de aan- en verkoop en ruiling van onroerende zaken, het bezwaren van gemeente-eigendommen, het vestigen van zakelijke rechten t.b.v. de gemeente, het vestigen van rechten ingevolge het bepaalde in hoofdstuk 10 Omgevingswet en het tekenen van volmachten.
Bijlage 6 Mandaten aan niet-ondergeschikten (art. 10:4 Awb)
Dit meeste definities spreken voor zich.
Voor wat betreft de definitie van mandaat (j) kan worden verwezen naar hoofdstuk 10, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht. Bij mandaat gaat het om een bevoegdheidsuitoefening waarvoor het mandaterende bestuursorgaan (het college en de burgemeester) verantwoordelijk blijft en waarover het dan ook de zeggenschap blijft behouden. In naam van het bevoegde bestuursorgaan mag de medewerker de bevoegdheid uitoefenen en daarmee besluiten nemen.
In tegenstelling tot het oude mandaatbesluit van de gemeente Lochem kent dit mandaatbesluit alleen het rechtstreekse mandaat aan de medewerker. Het mandaatbesluit bevat niet (meer) de mogelijkheid dat de gemandateerde op zijn beurt mandaat verleent aan een ander, het zogenaamde ondermandaat als bedoeld in artikel 10:9 van de Awb.
Met het Organisatiebesluit (m) wordt het besluit bedoeld dat het college op 14 mei 2024 heeft vastgesteld in het kader van de organisatieontwikkeling. Het legt de hoofdlijnen vast van de inrichting en besturing van de organisatie van de gemeente. Op basis hiervan is de ambtelijke organisatie ingedeeld in de volgende organisatie-eenheden: directeur, concernstaf, domein Fysiek, domein Sociaal, domein Dienstverlening, domein Programma’s en Projecten en teams. Ieder domein bestaat uit meerdere teams, waarvan de hoofdtaken per team in het Organisatiebesluit zijn beschreven.
Artikel 2 Mandaat aan medewerker
Dit artikel vormt de basis van het omgekeerde mandaatbesluit. Met artikel 2, lid 1 verlenen het college en de burgemeester het mandaat aan de medewerker om alle besluiten te nemen en overige rechtshandelingen te verrichten die van belang zijn voor een goede taakoefening. De bevoegdheden worden hiermee zo laag mogelijk in de organisatie gelegd. Maar er gelden voorwaarden, beperkingen en uitzonderingen. Dit is in de leden 2 en 3 geregeld en verder uitgewerkt in de artikelen 3, 4, 5 en 6 en de bij artikel 6 behorende bijlagen 1 tot en met 5.
De medewerker is zowel in dit mandaatbesluit als ook in het Organisatiebesluit gedefinieerd als ‘personen in dienst van de gemeente, ongeacht hun rechtspositie en de (tijdelijke) verbanden waarin zij werkzaam zijn’.
Artikel 2, lid 1 bevat tevens de bevoegdheid om de gemeente als rechtspersoon en de bestuursorganen te vertegenwoordigen in bezwaar- en beroepsprocedures, voorlopige voorzieningen of (spoed)machtigingen (gesloten jeugdhulp) bij bezwarencommissies en gerechtelijke instanties. Om deze reden is het niet meer nodig een separaat Machtigingsbesluit vast te stellen waarin alle medewerkers worden genoemd die hiertoe gemachtigd zijn.
Deze bevoegdheid ziet overigens niet op het besluit namens de gemeente, het college of de raad rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij de raad, voor zover het de raad aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist. Dit is een collegebevoegdheid op grond van artikel 160, eerste lid onder e van de Gemeentewet en is in dit mandaatbesluit voorbehouden aan de teamleider (zie bijlage 5, punt 1). De uitvoering geschiedt door de burgemeester op grond van artikel 171, lid 1 Gemeentewet en valt wel onder de vertegenwoordiging zoals genoemd onder artikel 2, lid 1.
In lid 1 wordt met het verlenen van mandaat gelijkgesteld het verlenen van een volmacht om privaatrechtelijke handelingen te verrichten of een machtiging om feitelijke handelingen te verrichten.
Dit artikel geeft in lid 2 aan welke bevoegdheden er tevens vallen onder de bevoegdheid om krachtens mandaat besluiten te nemen (de reikwijdte). Ook de bevoegdheid om het genomen besluit te ondertekenen. In een uitzonderlijk geval kent dit mandaatbesluit ook alleen het ondertekeningsmandaat. Dit is het geval bij het intrekken/vestigen van een voorkeursrecht (bijlage 5, punt 20) en de anterieure overeenkomst bij fysieke leefomgeving projecten (bijlage 5, punt 21).
Op basis van lid 5 is het mandaat van artikel 2, lid 1, ook van toepassing op een extern ingehuurd persoon als vervanger (met uitzondering van het bepaalde in de Budgethoudersregeling). Dit sluit aan bij de definitie van een medewerker in artikel 1 onder l.
Artikel 4 Voorwaarden en beperkingen
Het mandaat aan de medewerker komt hem of haar slechts toe voor zover diens taak en bevoegdheid is ondergebracht bij de organisatie-eenheid waar hij/zij werkzaam is. In lid 1 is een directe link gelegd met het vastgestelde Organisatiebesluit waarin de taken van het domein, concernstaf, team, programma of project zijn vastgelegd. Een medewerker van het ene team is niet bevoegd tot de uitoefening van bevoegdheden die ondergebracht zijn bij een ander team.
Lid 2 geeft aan wanneer er geen gebruik kan worden gemaakt van het mandaat. Onderdeel g verdient een korte toelichting: ‘een besluit dat voor de gemeente naar verwachting ingrijpende bestuurlijke, beleidsmatige, financiële, organisatorische en/of publicitaire consequenties krijgt of kan krijgen’.
Dit onderdeel is niet concreet omschreven, maar het geeft wel aan dat de medewerker zou moeten aanvoelen dat, wanneer hij gebruik zou maken van een gemandateerde bevoegdheid, dit ingrijpende consequenties heeft zoals beschreven. In dat geval bespreekt de medewerker dit met zijn of haar teamleider en vervolgens met de portefeuillehouder. Ook bij enige twijfel. De portefeuillehouder beslist of de medewerker van het mandaat gebruik kan maken of dat het betreffende bestuursorgaan zelf een besluit moet nemen. Dit uitgangspunt kan worden gezien als een algemene instructie als bedoeld in artikel 3, lid 4 van dit mandaatbesluit.
Artikel 5 Inkoop, aanbesteding en budgetten
Dit artikel geeft regels over aanbestedingen en het aangaan van overeenkomsten inzake werken, leveringen en diensten. Er is een verband gelegd met de gemeentelijke budgethoudersregeling.
Verder geeft het een werkinstructie als afwijking wenselijk is van het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de inkoopcoördinator en de hoofdbudgethouder.
In dit artikel zijn de verwijzingen opgenomen naar de bijlagen 1 tot en met 5 waarin de genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college, de burgemeester, de secretaris-directeur, de domeinmanager en de teamleider.
Voor de vervanging van de secretaris-directeur is aangegeven dat de regeling in het Organisatiebesluit van toepassing is. Daarin staat dat de secretaris-directeur twee rollen heeft: de secretaris van het college en algemeen directeur van de organisatie. Het college wijst bestuursadviseurs aan als vervanging van de secretaris voor een periode van maximaal drie maanden. Voor vervanging van de algemeen directeur wijst het college een domeinmanager aan als plaatsvervangend algemeen directeur voor een periode van maximaal drie maanden. Duurt de vervangingsperiode langer dan drie maanden, dan wordt uitgeweken naar andere oplossingen.
De bevoegdheden die zijn opgenomen in bijlage 3 (bevoegdheden voorbehouden aan de secretaris-directeur) zijn allemaal bevoegdheden die ondergebracht kunnen worden bij de algemeen directeur van de organisatie. Vervanging vindt dan plaats door een door het college aangewezen domeinmanager (indien minder dan drie maanden).
Artikel 8 Inwerking en overgangsbepaling
De bekendmaking geschiedt in het Gemeenteblad op www.overheid.nl.