Organisatie | Lochem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening Cultuurhistorie Lochem 2007 |
Citeertitel | Subsidieverordening Cultuurhistorie Lochem 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2007 | Onbekend | 26-02-2007 Extra Nieuws, 07-03-2007 | 2006-7826 |
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder cultuurhistorie: zowel op stedenbouwkundige als op sociaal-economisch, cultureel en bouwkundig gebied, gericht op behoud, herstel of verbetering van historisch waardevolle elementen.
De gemeenteraad neemt jaarlijks een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag beschikbaar wordt gesteld in het belang van de cultuurhistorie.
De gemeenteraad kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats beperken. In het belang van de monumentenzorg kunnen burgemeester en wethouders afwijken van de bepalingen van deze verordening. Burgemeester en wethouders zullen hiertoe niet overgaan dan nadat de monumentencommissie gehoord is.
Burgemeester en wethouders besluiten niet op onderstaande bepalingen voordat advies aan de monumentencommissie is gevraagd.
HOOFDSTUK 3 De aanvraag en het verstrekken van subsidie
De subsidie wordt toegekend onder de voorwaarde dat:
Binnen 13 weken na toekenning een aanvang wordt gemaakt met de uitvoering van de onderhoud- en/ of restauratiewerkzaamheden. Wanneer voor de uitvoering van de werkzaamheden een bouw- en/of monumentenvergunning is vereist en deze op moment van toekenning van de subsidie niet is verleend, geldt als voorwaarde dat binnen 13 weken na verstrekking van deze vergunning(en) met de uitvoering van de werkzaamheden moet worden gestart;
De bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing van deze verordening worden verstrekt;
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, sub b kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat de voorzieningen in ten hoogste vier fases, doch uiterlijk binnen vier jaar, worden getroffen, mits in de eerste fase tenminste de bouwtechnische gebreken van het gehele pand of een zelfstandig onderdeel ervan worden opgeheven.
Indien voor de uitvoering van het onderhoud en restauratie aan een monument een vergunning ingevolge hoofdstuk 3 van de monumentenverordening is vereist mag met de uitvoering niet worden begonnen dan nadat de vergunning is verleend.
De subsidie in de in artikel 4.2 sub b tot en met o bedoelde onderhoudskosten en de in artikel 4.3 bedoelde restauratiekosten kan worden toegekend tot een maximum van 25% van het totaal van de werkelijk gemaakte door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten tot een subsidiebedrag met een maximum gelijk aan het provinciale maximum.
HOOFDSTUK 4 ONDERHOUD EN RESTAURATIE
Binnen het door burgemeester en wethouders aangewezen thema/aandachtsgebied kan aan de eigenaar van een gemeentelijk monument een subsidie worden verstrekt in de onderhouds- en restauratiekosten.
Overige kosten zijn ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.
Onder onderhoudskosten worden verstaan die kosten welke worden gemaakt voor het:
Onder restauratiekosten worden verstaan:
Kosten van herstel van het casco, dat wil zeggen de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten: dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder, gewelven, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoordt uitgevoerd.
Kosten ten behoeve van het aanbrengen van een dakbeschot zijn subsidiabel waar dit niet aanwezig is en voor zover hiertoe een constructieve noodzaak bestaat.
Indien de voorkeur wordt gegeven aan isolerende dakplaten kan de helft van de kosten in de meeste gevallen als subsidiabel worden aangemerkt.
Alle in artikel 4.2 sub a tot en met o van deze verordening vermelde kostensoorten die:
Herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur) al dan niet in combinatie met herstel van het casco, zoals opgenomen in redengevende beschrijving van monument, waaronder schouwen, vloeren, trapperijen, plafonds (hout, sleutelstukken, stuc), schilderingen, pleister- en schilderwerk als gevolg van restauratiewerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting, gevelonderdelen kroonlijsten, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd.
Reconstructies van verdwenen of in latere tijd gewijzigde onderdelen indien deze wijzigingen afbreuk doen aan de monumentale waarde van het geheel, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd. Kosten van functieverbetering mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd.
Kosten van voor- en bouwhistorisch onderzoek ten behoeve van restauratie.
Kosten voor winst en risico (carpremie), bedrijfskosten en bouwplaatskosten (tijdelijke voorzieningen e.d.) voor zover niet bij de bouwkundige kosten opgenomen.
Honorarium opmeet- en tekenkosten, reiskosten en kosten voor toezicht (opzichter) en BTW, behoudens indien BTW terugvorderbaar is.