Organisatie | Hulst |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers |
Citeertitel | Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers gemeente Hulst |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Wet inburgering nieuwkomers, art. 18, lid 1, is vervangen door Wet inburgering, Hoofdstuk 6, § 2. Bestuurlijke boete
Deze regeling is van rechtswege vervallen; zie overgangsrecht Wet inburgering
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2005 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 23-12-2004 Zeeuwsch Vlaams Advertentieblad, 30-12-2004 | Rb2004/137 |
De raad van de gemeente Hulst;
Gezien het advies van de commissie Samenleving
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders dd.3 november 2004
gelet op artikel 18, zevende lid van de Wet inburgering nieuwkomers, artikel 18 van de Wet werk en bijstand, de bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het noodzakelijk is het opleggen van boetes bij het niet nakomen van uit de Wet inburgering nieuwkomers voortvloeiende verplichtingen bij verordening te regelen;
Het college van burgemeester en wethouders neemt bij toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet de bepalingen van dit besluit in acht, onverminderd artikel 18, tweede en vierde lid van de wet.
Artikel 5 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete
Indien de nieuwkomer een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand ontvangt, blijft een bestuurlijke boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de WWB, is opgelegd.
Het college is bevoegd om nadere regels te stellen met betrekking tot de uitvoering van deze verordening.
Deze verordening treedt onder toepassing van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet in werking met ingang van 1 januari 2005.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hulst van 23 december 2004.
De gemeenteraad van de gemeente Hulst,
In de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) is bepaald dat, indien de nieuwkomer niet voldoet aan de wettelijke inburgeringsverplichtingen, sanctionering plaatsvindt door het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 18 tot en met 20). De inburgeringsverplichtingen kunnen echter ook deel uitmaken van de aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen. Indien niet voldaan wordt aan dergelijke aan de bijstandsuitkering verbonden verplichtingen, vindt afstemming plaats door een verlaging van de uitkering. Omdat bijstandsgerechtigde nieuwkomers daardoor dubbel kunnen worden gesanctioneerd (zowel een boete als een korting op de uitkering) is ter voorkoming daarvan in de Boeteverordening WIN een anticumulatiebepaling opgenomen (zie artikel 5).
Sanctionering bij het niet voldoen aan de inburgeringsverplichtingen vindt dus op twee verschillende manieren plaats. Om te voorkomen dat het op twee verschillende manieren sanctioneren van dezelfde wettelijke bepalingen leidt tot verschillende sancties was tot 1 januari 2004 in een Algemene Maatregel van Bestuur op grond van de WIN de hoogte van de boetes geregeld. De hoogte van de boetes sloten aan bij het Maatregelenbesluit Abw, IOAW, en IOAZ.
Op 1 januari 2004 is de Wet werk en bijstand (WWB) ingevoerd. Op grond van de WWB dient de gemeente het maatregelenbeleid bij het niet voldoen aan verplichtingen die aan de uitkering zijn verbonden te regelen in de afstemmingsverordening. Zodra deze afstemmingsverordening wordt ingevoerd vervalt het Maatregelenbesluit Abw, IOAW en IOAZ.
Vanwege het vervallen van dit Maatregelenbesluit dient de boete op grond van de WIN op een andere wijze te worden vastgelegd. In de Invoeringswet Wet werk en bijstand is dan ook een wijziging van de WIN geregeld. Deze wijziging houdt onder andere in dat regels over de hoogte van de WIN-boetes vastgelegd dienen te worden in een gemeentelijke verordening.
In dit artikel wordt een aantal in de verordening gehanteerde begrippen verklaard.
In dit artikel wordt verwezen naar het artikel in de WIN dat voorschrijft dat het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete oplegt wanneer de nieuwkomer niet meewerkt aan het inburgeringsonderzoek, het educatief programma, maatschappelijke begeleiding en doorgeleiding naar een instantie die zorgdraagt voor verdere scholing of voor toegang tot de arbeidsmarkt, voor zover de nieuwkomer daarvoor in aanmerking komt.
Overigens wordt in artikel 17 van de WIN bepaald dat het college controleert of de nieuwkomer zich houdt aan de verplichtingen. Indien blijkt dat dit niet het geval is, zonder dat een grond voor ontheffing of vrijstelling aanwezig is of indien berichtgeving van een andere instantie hierover ontvangen is, stelt de gemeente een onderzoek in. Zij heeft een gesprek met de nieuwkomer en tracht hem te bewegen de verplichtingen na te komen en legt de nieuwkomer een termijn van orde op.
Indien de nieuwkomer de verplichtingen dan nog niet nakomt, wordt de nieuwkomer gehoord en wordt door het college een boete opgelegd op grond van artikel 18 van de WIN. In dit artikel wordt overigens tevens bepaald dat de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.
Artikel 3 Afstemming en dringende redenen
Er wordt een boete opgelegd als de nieuwkomer zich gedraagt in strijd met de in de WIN opgenomen verplichtingen. De betreffende artikelen genoemd in het eerste lid geven de verplichtingen aan.
In het tweede lid wordt aangegeven dat er van een bestuurlijke boete kan worden afgezien als het strijdige gedrag niet verwijtbaar is.
Afzien van een boete wegens dringende reden kan slechts gebeuren indien er sprake is van onaanvaardbare gevolgen voor de nieuwkomer. Wat concreet een dringende reden kan opleveren is niet op voorhand vast te leggen. Gedacht kan worden aan sociaal/psychische omstandigheden.
Bij bepaling van de hoogte van de boete is aansluiting gezocht bij de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand van de gemeente Hulst. De hoogte van de boete wordt gerelateerd aan een gedraging van de tweede categorie zoals genoemd in artikel 9 lid 2 sub b met een daarbij behorende maatregel gebaseerd op artikel 10 lid 1 sub b van de Afstemmingsverordening WWB. Ten aanzien van de bijstandsnorm (voor een maand) waarvan de 40% wordt berekend, is ook de Verordening Toeslagen Wet werk en bijstand van toepassing. Er wordt bij de berekening van de hoogte van de boete uitgegaan van de feitelijk van toepassing zijnde bijstandsnorm. Van de standaardhoogte kan worden afgeweken door de boete af te stemmen op de ernst van het feit, de omstandigheden van de nieuwkomer en de mate van verwijtbaarheid.
Het tweede lid is de recidivebepaling en bepaalt dat de boete wordt verdubbeld wanneer sprake is van eenzelfde verwijtbare gedraging binnen 24 maanden na de eerste boeteoplegging. Met een boeteoplegging wordt gelijkgesteld het besluit om van het opleggen van een boete af te zien wegens dringende reden. De boete wordt verdubbeld omdat er bij een tweede schending van de verplichting sprake is van een grotere verwijtbaarheid.
Artikel 5 Samenloop van maatregel en bestuurlijke boete
Het kan niet zo zijn dat de nieuwkomer voor hetzelfde strijdige gedrag twee keer wordt gestraft.
Dit artikel stelt dat de nieuwkomer met een WWB-uitkering wordt afgestemd volgens de Afstemmingsverordening en niet volgens deze Boeteverordening Wet Inburgering Nieuwkomers.
Voor de juiste uitvoering van de verordening kan het noodzakelijk zijn dat nadere uitvoeringsregels worden vastgesteld. Dit artikel geeft het college de bevoegdheid om dergelijke regels vast te stellen.
Deze verordening is op grond van artikel 8 van de Tijdelijke referendumwet referendabel. De datum van de inwerkingtreding van de verordening moet daarom, met in acht name van artikel 22 Tijdelijke referendumwet (Trw), op tenminste 6 weken na datum publicatie gesteld worden. De verordening moet echter uiterlijk 1 januari 2005 in werking treden. Om deze datum te halen is het nodig om gebruik te maken van artikel 25 van de Trw.