Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Steenbergen

Inconveniëntenregeling gemeente Steenbergen 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Steenbergen
Officiële naam regelingInconveniëntenregeling gemeente Steenbergen 2009
CiteertitelInconveniëntenregeling gemeente Steenbergen 2009
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

www.car-uwo.nl/smartsite.dws 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-08-201001-01-2013nieuwe regeling

03-08-2010

Intranet 11-08-2010

B1000886

Tekst van de regeling

Burgemeester en wethouders van Steenbergen;

Overwegende dat hun college op basis van artikel 25 van de gemeentelijke bezoldigingsregeling nadere regels vaststelt voor het toekennen van een toelage zware, onaangename en/of gevaarlijke arbeid;

dat er behoefte bestaat om de ter zake per 1 januari 1997 vastgestelde inconveniëntenregeling te wijzigen;

Gelet op de verkregen instemming van de Ondernemingsraad d.d. 26 juli 2010;

Mede gelet op de CAR/UWO-regeling gemeente Steenbergen 1997 en de Bezoldigingsverordening 2001 gemeente Steenbergen;

besluiten :

  • I.

    met ingang van 1 januari 2009 in te trekken de “Regeling waardering inconveniënten gemeente Steenbergen” vastgesteld bij hun besluit van 6 januari 1998, nr. 977598;

  • II.

    met ingang van 1 januari 2009 vast te stellen de navolgende “Inconveniëntenregeling gemeente Steenbergen 2009” :

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 van de CAR/UWO-regeling gemeente Steenbergen 1997;

  • b.

    directeur: de gemeentesecretaris tevens directeur;

  • c.

    leidinggevende: de hiërarchisch leidinggevende die de personeelsbeheerstaak heeft met betrekking tot de ambtenaar;

  • d.

    inconveniënt: omstandigheid, voortvloeiende uit het werk, de werkmethode en/of werkomgeving, die afhankelijk van algemeen maatschappelijke factoren als extra bezwarend wordt ervaren, die in redelijkheid niet vermijdbaar is voor de uitvoering van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden en die als zodanig een extra beroep doet op de bereidheid onder een dergelijke omstandigheid te werken;

  • e.

    functie: de door de ambtenaar bekleedde organieke functie, die is aangewezen als functie welke zware, onaangename en/of gevaarlijke arbeid omvat.

Artikel 2 Inconveniëntentoelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar die zware, onaangename en/of gevaarlijke arbeid verricht en wiens functie op de in artikel 3 opgenomen functielijst voorkomt, wordt een inconveniënten-toelage toegekend.

  • 2.

    De inconveniëntentoelage bedraagt het verschil tussen de maxima van de salarisschalen 4 en 5 van de CAR/UWO bijlage IIa voor functies waaraan functieschaal 4 verbonden is, en de helft van dat verschil voor functies waaraan functieschaal 5 of hoger verbonden is.

  • 3.

    De toelage wordt maandelijks bij het salaris uitbetaald. Indien de functie in deeltijd wordt uitgevoerd wordt het bedrag van de toelage naar rato van de betrekkingsomvang uitbetaald.

Artikel 3 Functielijst

1. De ambtenaar die één van de hieronder vermelde functies bekleedt heeft aanspraak op het achter zijn functie vermelde bedrag aan inconveniëntentoelage.

Voorman operationeel beheer bij de afdeling Realisatie en Beheerschaal 6€ 59,00
Medewerker buitendienstmonteur bij de afdeling Realisatie en Beheerschaal 6€ 59,00
Medewerker buitendienst / elektricien-installateur bij de afdeling Realisatie en Beheerschaal 6€ 59,00
Medewerker buitendienst / assistent elektricien-installateur bij de afdeling Realisatie en Beheerschaal 5€ 59,00
Medewerker buitendienst in algemene dienst bij de afdeling Realisatie en Beheerschaal 4€ 118,00
Chauffeur in algemene dienst bij de afdeling Realisatie en Beheerschaal 5€ 59,00
Beheerder milieustraat bij de afdeling Realisatie en Beheerschaal 5€ 59,00
Beheerder gemeentewerf bij de afdeling Realisatie en Beheerschaal 5€ 59,00
Chef zwembad bij de afdeling Eigendom en Beheerschaal 8€ 59,00
Assistent-chef zwembad bij de afdeling Eigendom en Beheerschaal 6€ 59,00
Onderhoudsmedewerker uitvoering bij de afdeling Eigendom en Beheerschaal 5€ 59,00

2. Op advies van de leidinggevende en na daartoe verleende instemming door de ondernemingsraad kan de directeur de functielijst wijzigen.

Artikel 4 Tijdelijke toekenning

  • 1.

    De inconveniëntentoelage wordt te allen tijde tijdelijk toegekend.

  • 2.

    Uitgangspunt is dat de toelage verminderd wordt danwel komt te vervallen indien de aan de functie verbonden inconveniënten –substantieel- verminderd danwel beëindigd zijn.

  • 3.

    Bij een functiewijziging van de ambtenaar op eigen verzoek komt de inconveniëntentoelage altijd per direct te vervallen tenzij ook aan de nieuwe functie een inconveniëntentoelage verbonden is.

Artikel 5 Afbouwtoelage

  • 1.

    De ambtenaar wiens bezoldiging, als gevolg van het beëindigen of verminderen van de inconveniëntentoelage, een blijvende verlaging ondergaat, komt in aanmerking voor een aflopende toelage om de teruggang in zijn bezoldiging minder abrupt te doen verlopen, indien:

    • -

      er sprake is van een beëindiging of vermindering van de inconviëntentoelage gelegen in factoren buiten eigen schuld of toedoen van de ambtenaar, en

    • -

      de ambtenaar de inconveniëntentoelage, direct voorafgaande aan het tijdstip van de beëindiging of vermindering ervan, gedurende tenminste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten. Onder wezenlijke onderbreking wordt hier verstaan een onderbreking anders dan door ziekte van langer dan twee maanden.

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing indien voor de ambtenaar voorzieningen zijn getroffen in een sociaal plan.

  • 3.

    De berekeningsbasis voor de afbouwtoelage is het bedrag aan inconveniëntentoelage dat de ambtenaar over de twaalf kalendermaanden direct voorafgaande aan de beëindiging c.q. vermindering gemiddeld per maand heeft genoten, onder aftrek van de mogelijkerwijs resterende toelage.

  • 4.

    De duur van de afbouwtoelage is gelijk aan één vierde gedeelte van de tijd, gedurende welke de inconveniëntencompensatie zonder wezenlijke onderbreking is genoten. Bij het berekenen van het aantal maanden vindt een afronding plaats naar boven op een geheel aantal maanden. De afbouwperiode wordt in drie gelijke delen gesplitst, waarbij het eerste en eventueel het tweede deel naar boven wordt afgerond, met dien verstande dat het totaal aantal maanden niet meer mag bedragen dan de duur van de gehele afbouwperiode.

  • 5.

    De afbouwtoelage begint op het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering van de inconveniënten, met dien verstande, dat indien deze beëindiging of vermindering niet plaatsvindt op de eerste van een maand, het tijdstip van aanvang van de afbouwperiode wordt bepaald op de eerste dag van de volgende maand.

  • 6.

    De afbouwtoelage bedraagt tijdens in het vierde lid bedoelde drie delen van de afbouwperiode respectievelijk 75 %, 50 % en 25 % van de berekeningsbasis.

  • 7.

    De periode van het derde deel wordt verlengd tot de datum dat de ambtenaar geheel of gedeeltelijk uit dienst treedt als hij:

    • a. zestig jaar of ouder is op de datum dat hij recht verkrijgt op een afbouwtoelage op grond van het eerste lid;

    • b. de leeftijd van zestig jaar bereikt gedurende de afbouwperiode bedoeld in het vierde lid.

    • Als aanvullende voorwaarde hiervoor geldt dat de ambtenaar de inconveniënten-toelage tenminste 10 jaar zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 8.

    Indien en zodra de ambtenaar wordt ingedeeld in een hogere salarisschaal wordt de afbouwtoelage geïncorporeerd.

  • 9.

    Indien en zodra de bezoldiging van de ambtenaar verhoogd wordt als gevolg van een nieuw toegekende toelage wordt de afbouwtoelage verminderd met het bedrag van de nieuwe toegekende toelage.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In die gevallen waarin deze regeling niet, niet geheel of niet naar billijkheid voorziet, kan de directeur een nadere voorziening treffen.

Artikel 7 Overgangsbepalingen

De ambtenaar, die op grond van de vervallen “Regeling waardering inconveniënten gemeente Steenbergen”d.d. 6 januari 1998, een hogere toelage ontving dan op grond van deze regeling aanspraak bestaat, behoudt aanspraak op uitbetaling tot dat hogere bedrag indien en voorzolang dat voor hem gunstiger is.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als “Inconveniëntenregeling gemeente Steenbergen 2009” en treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar bekendmaking.

Ondertekening

Steenbergen, 3 augustus 2010

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de loco secretaris,de burgemeester,

Toelichting op de Inconveniëntenregeling gemeente Steenbergen 2009.

Het regelen van een beloning voor zware, onaangename en/of gevaarlijke arbeid betreft lokale beleidsvrijheid. Gemeenten zijn niet verplicht om hiervoor een voorziening te treffen. Veel gemeenten hanteren ter zake een aparte vergoedingsregeling welke veelal als aanvulling op de functiewaarderingsregeling kan worden gezien.

Vooropgesteld zij dat de werkgever het werken onder bezwarende omstandigheden zoveel mogelijk moet beperken of voorkomen. Dit is een wettelijke plicht. De Arbeidsomstandighedenwet draagt de werkgever immers de zorg op voor het scheppen van optimale arbeidsomstandigheden. Uitgangspunt is werken onder bezwarende omstandigheden te voorkomen of te minimaliseren en niet af te kopen door middel van een toelage. Echter in de gevallen dat aan de functie bezwarende omstandigheden verbonden blijven, welke niet kunnen worden vermeden, wordt het in het algemeen redelijk en verdedigbaar geacht dat een toelage wordt gegeven.

In de Bezoldigingsverordening 2001 gemeente Steenbergen is in artikel 25 als uitgangspunt vastgelegd om de inconveniëntentoelage te regelen: “burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast voor het toekennen van een toelage voor het in dienstopdracht verrichten van zware onaangename en/of gevaarlijke arbeid”.

Onder een inconveniënt wordt verstaan een omstandigheid, voortvloeiend uit het werk, de werkmethode en/of werkomgeving, die -afhankelijk van algemeen maatschappelijke factoren- als extra bezwarend wordt ervaren, die in redelijkheid niet vermijdbaar is en die als zodanig een extra beroep doet op de bereidheid onder een dergelijke omstandigheid te werken.

Het moet dus gaan om omstandigheden die als extra bezwarend worden beschouwd en als zodanig nog niet op een andere manier gecompenseerd zijn/worden, zoals bijvoorbeeld in de functiewaarderingscore.

Psychische factoren worden hierbij buiten beschouwing gelaten, daar deze moeilijk meetbaar en objectief kwantificeerbaar zijn. Overigens is dit ook logisch en alleszins redelijk omdat psychische factoren in de vorm van kennis, verantwoordelijkheid en overlegvaardigheid/contacten in de functiewaardering worden meegenomen.

Gemeente Steenbergen kent sedert de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1997 een inconveniëntenregeling die is gebaseerd op een systematiek van detaillistische beschrijvingen per functie(soort) van de voorkomende bezwarende omstandigheden en de vaststelling van waarderingscores nadat daartoe bewerkelijke procedures zijn gevolgd. Het verdient aanbeveling deze regeling te vereenvoudigen zodat een helder, inzichtelijk en eenduidig geheel ontstaat en in voorkomende gevallen sneller kan worden ingespeeld op actuele ontwikkelingen.

De onderhavige regeling gaat er van uit dat er slechts aanleiding is voor een specifieke toelage indien er sprake is van functiegebonden structurele bezwarende omstandigheden. Deze toelage wordt uitgedrukt in vast maandelijks bedrag. Overigens gold dit uitgangspunt ook in de vanaf 1 januari 1997 geldende inconveniëntenregeling.

De ambtenaar kan slechts in aanmerking komen voor een inconveniëntentoelage indien zijn functie voorkomt op de in de regeling opgenomen functielijst. De functielijst is tot stand gekomen na gevoerd vooroverleg tussen P&O en de leidinggevenden (in de zin van “horen” leidinggevenden), waarbij mede is voortgeborduurd op de ervaringen met de vanaf 1 januari 1997 geldende regeling, en bespreking in het Bedrijfsvoeringsoverleg.

Het bevoegd gezag kan de functielijst aanpassen. Om slagvaardig te kunnen inspelen op de actuele situatie c.q. nieuwe ontwikkelingen wordt dit in de onderhavige regeling aan de directeur overgelaten. Ter waarborging van de zorgvuldigheid is in de regeling wel verankerd dat zulks moet geschieden in overleg met de leidinggevenden en de OR.

Een periodieke herbezinning ten aanzien van de vraag in welke functies nog onder bezwarende omstandigheden arbeid wordt verricht past in het te voeren Arbo-beleid. Het verdient dan ook aanbeveling om de functielijst bijvoorbeeld jaarlijks aan een kritische toets te onderwerpen. In artikel 4 is dit uitgangspunt tot uitdrukking gebracht.

De bezwarende omstandigheden hebben betrekking op fysieke aspecten zoals

  • -

    werksfeer zoals vuil, afkeer, weer/temperatuur, geluidsoverlast, trillingen, hinderlijke beschermmiddelen;

  • -

    extra spierbelasting ivm lichamelijke arbeid en hanteren zware materialen, werktuigen, gereedschappen,

  • -

    specifiek vereiste extra oplettendheid;

  • -

    persoonlijk risico;

Of de bezwarende omstandigheden die in een bepaalde functie voorkomen een plaatsing op de functielijst rechtvaardigen zal mede moeten worden beoordeeld in samenhang met de mate en veelvuldigheid waarin ze voorkomen, de tijdsduur gedurende welke bepaalde werkzaamheden moeten worden verricht en het vereiste werktempo.

Bij werksfeer moet gedacht worden

  • -

    aan verontreiniging van lichaamsdelen en/of kleding door bijvoorbeeld vuil (droog, vochtig, nat) of olie/vet (schoon, verontreinigd) dat moeilijk is te verwijderen;

  • -

    werken in situaties, die stank (onaangename geur) geven of die walging/afkeer oproepen of lichamelijke reacties (huidprikkelingen, irritatie) teweeg brengen, zoals rook, damp, nevel, fecaliën;

  • -

    werken in weersomstandigheden (klimatologische omstandigheden), die bezwarend zijn bij de werkuitvoering door het onaangename karakter, zoals regen, sneeuw, mist, vorst/koude, hitte, wind; werken bij grote hitte of koude of bij sterke temperatuurwisselingen (ook tocht) of in een onbehaaglijke atmosfeer (hoge luchtvochtigheid). Hierbij speelt mede een rol in hoeverre tijdens extreme c.q. slechte weersomstandigheden moet worden doorgewerkt (zoals het opheffen van storingen die geen uitstel kunnen hebben) en/of het al dan niet aanwezig zijn vanschuilmogelijkheden;

  • -

    werken in een omgeving, waarbij lawaai hinderlijk is, dan wel onaangenaam is in fysieke zin;

  • -

    werken met hulpmiddelen/apparatuur die trillingen veroorzaken/veroorzaakt;

  • -

    werken met beschermende middelen, die het contact belemmeren/bemoeilijken, bewegingen beperken, dan wel bepaalde lichaamsfuncties (transpireren) bemoeilijken, (bijv. laarzen, regenkleding, gehoorbeschermingsmiddelen e.d.)

Bij spierbelasting gaat het om het uitoefenen van fysieke kracht zoals tillen, handmatige graafwerkzaamheden, hanteren van bosmaaier/motorzaag etc.

Bij oplettendheid gaat het om het geven van aandacht in de werksituatie, waarbij tevens doorlopend aandacht dient te worden geschonken aan de kwaliteit van de te verrichten werkzaamheden.

Bijvoorbeeld omgevingsfactoren die een bepaalde spanning oproepen welke de vereiste aandacht voor het werk of concentratie verstoren zoals het werken langs of op wegen met een behoorlijke verkeersintensiteit. Ook kan gedacht worden aan werkzaamheden die in verband met het weinig interessante of het eentonige karakter daarvan de aandacht of concentratie bemoeilijken. Zoals het continu verrichten van dezelfde handelingen, monotonie of het opmerken van zeer incidentele afwijkingen. Ook het voortdurend in het oog (moeten) houden van een bepaald object of persoon kan in dit kader als bezwarend worden aangemerkt.

Bij persoonlijk risico gaat het om het risico waaraan de voor zijn taak berekende ambtenaar met inachtneming van alle wettelijke en bedrijfsveiligheidsvoorschriften blootstaat aan het oplopen van schade voor gezondheid door lichamelijk letsel of ziekte, m.a.w. de kans dat een ongeval plaatsvindt of een (beroeps)ziekte intreedt. Let wel dat te allen tijde de wettelijke veiligheids-voorschriften in acht moeten worden genomen waarbij niettemin de kans op ongeval, letsel of ziekte aanwezig blijft.

Er is voor de inconveniëntentoelage gekozen voor vaste bedragen. Voor wat betreft de hoogte van de vergoedingsbedragen is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de vanaf 1 januari 1997 geldende regeling. Tevens is gekozen voor een logische koppeling aan de gemeentelijke salarisschalen waarbij in ogenschouw is genomen dat de inconveniëntentoelage geen belemmering mag opleveren voor interne mobiliteit c.q. uit financieel oogpunt geen blokkade mag opwerpen voor doorstroming van medewerkers naar andere functies binnen operationeel beheer.

De inconveniëntentoelage behoort tot de bezoldiging van de ambtenaar als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR/UWO-regeling. Dit brengt mee dat in geval van ziekte aanspraak bestaat op (gedeeltelijke) doorbetaling van de toelage. De toelage geldt ook als pensioengevend inkomen voor het ABP en wordt dus in voorkomende gevallen meegenomen bij de berekening van de hoogte van diverse uitkeringen zoals WW, WIA.

Artikel 5 heeft betrekking op de situatie dat een ambtenaar blijvend in inkomsten achteruit gaat door het buiten zijn toedoen wegvallen of verminderen van de inconveniëntentoelage. Deze voorziening heeft niet het karakter van een garantieregeling maar van een overgangsregeling. Beoogd wordt een vermindering van inkomsten minder abrupt te doen verlopen.

Artikel 7 kent een garantieregeling voor de ambtenaren voor wie de inconveniententoelage tijdelijk lager zal zijn dan op grond van de oude regeling. Voor sommige medewerkers is er immers een zeer geringe teruggang van zo’n 1 euro per maand; deze teruggang zal in de toekomst weer ingelopen worden als de gemeentelijke salarisschaalbedragen worden verhoogd als gevolg van algemene CAO-afspraken. Totdat de nieuwe regeling gunstiger wordt, dienen de betreffende medewerkers alsdan de hogere bedragen op grond van de vervallen regeling te worden uitbetaald.