Organisatie | Emmen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Controleverordening art. 213 Gemeente Emmen |
Citeertitel | Controleverordening art. 213 gemeente Emmen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt de Controleverordening gemeente Emmen geldend van 1 december 2003.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-07-2024 | nieuwe regeling | 21-12-2023 | 325375-2023 |
De raad van de gemeente Emmen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2023;
gelet op het bepaalde in artikel 213 Gemeentewet, artikel 197 Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden;
overwegende dat de controleverordening moet worden herzien als gevolg van de nieuwe regels omtrent de rechtmatigheidsverantwoording door het college van burgemeester en wethouders;
Vast te stellen de navolgende Controleverordening art. 213 Gemeente Emmen:
In deze verordening wordt verstaan onder:
rechtmatigheidsverantwoording: een door het college van burgemeester en wethouders afgegeven verantwoording als onderdeel van de jaarrekening, waaruit blijkt in welke mate er rechtmatig is gehandeld. Het gaat hierbij om de financiële rechtmatigheid van de baten en lasten op een drietal criteria:
begrotingsrechtmatigheid (begrotingscriterium): de financiële beheershandelingen, die ten grondslag liggen aan de baten en lasten, alsmede de balansposten, dienen tot stand te zijn gekomen binnen de grenzen van de geautoriseerde begroting en hiermee samenhangende programma’s (begrotingscriterium). In de begroting zijn de maxima voor de lasten vermeld die door de raad zijn vastgesteld. Dit houdt in dat de financiële beheershandelingen dienen te passen binnen de begroting, waarbij het juiste programma, de toereikendheid van het begrotingsbedrag, alsmede het begrotingsjaar van belang zijn.
oneigenlijk gebruik: het door het aangaan van rechtshandelingen, al dan niet gecombineerd met feitelijke handelingen, verkrijgen van overheidsbijdragen of het niet dan wel tot een te laag bedrag betalen van heffingen aan de overheid, in overeenstemming met de bewoordingen van de regelgeving, maar in strijd met het doel en de strekking daarvan.
Voorwaarden(criterium): het voorwaardencriterium heeft betrekking op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 3. Informatieverstrekking door college
Het college van burgemeester en wethouders neemt de rechtmatigheidsverantwoording op in de jaarrekening. De accountant maakt voor de controle van de in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording door burgemeester en wethouders zo veel mogelijk gebruik van het namens burgemeester en wethouders uitgevoerde onafhankelijke onderzoek.
et college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor, dat alle aan de jaarrekening (inclusief rechtmatigheidsverantwoording) ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren; in overleg en rekening houdende met de raadsagenda worden de tijdstippen van aanvang en rapportering jaarlijks bepaald.
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole, maakt de accountant in de accountantscontrole zo veel mogelijk gebruik van de aanwezige interne beheersing van de werkzaamheden van de interne auditfunctie van de gemeente en stimuleert door een zo veel mogelijke organisatiegerichte accountantscontrole de verdere kwaliteitsverbetering en professionalisering. . Ook vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger uit) het college van burgemeester en wethouders, de gemeentesecretaris en/of diens plaatsvervanger en de concerncontroller, een en ander met inachtneming van het bepaalde in de door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde mandaatbesluiten.
Artikel 5. Toegang tot informatie
De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.
De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.
Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor, dat de ambtenaren van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over het gevoerde financiële beheer, de getrouwheid van zowel het financiële beeld als de verklaring omtrent de rechtmatige totstandkoming van de baten en lasten.
Artikel 6. Goedkeuringstolerantie, verantwoordings- en rapportagegrens
Als goedkeuringstoleranties voor de accountantscontrole worden aangehouden de in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden opgenomen goedkeuringstoleranties. De goedkeurings- en rapportagetolerantie voor de accountantscontrole zijn nader uitgewerkt in het door de gemeenteraad vastgestelde controleprotocol.
De rapportagetolerantie voor de rechtmatigheidsverantwoording door het college betreft minimaal elke ontdekte fout of onzekerheid boven € 400.000 die wordt gerapporteerd. Bij overschrijding van de rapportagetolerantie vindt rapportering plaats door het college van burgemeester en wethouders aan de raad in een afzonderlijke rapportage.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel-)controles verslag uit over zijn bevindingen, die niet van bestuurlijk belang zijn, aan de concerncontroller en de gemeentesecretaris, dan wel andere plaatsvervangende ambtenaren van de gemeente.
Artikel 7. Specifieke controles en opdrachten
Het college van burgemeester en wethouders kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college van burgemeester en wethouders informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.
Het college van burgemeester en wethouders draagt de zorg voor de rechtmatige uitvoering van het beleid van de specifieke uitkeringen van derden. Het college van burgemeester en wethouders is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.
Het college van burgemeester en wethouders draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze verantwoording dient te worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.
Indien de accountant bij een accountantscontrole tot het oordeel komt dat de rechtmatigheidsverantwoording door burgemeester en wethouders niet getrouw is, dan wel afwijkingen constateert die op zichzelf leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende controleverklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan burgemeester en wethouders.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde tussentijdse en eindejaarscontrole rechtstreeks verslag uit over zijn bevindingen, die niet van bestuurlijk belang zijn, aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, de administratie en of de beheersdaden zijn gecontroleerd alsmede de gemeentesecretaris en de concerncontroller. Frequentie en tijdstip aanlevering zijn contractueel bepaald en kunnen afhankelijk van de jaarlijks in overleg samen te stellen planning worden aangepast.