Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hilvarenbeek

Verordening Wet kinderopvang 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHilvarenbeek
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet kinderopvang 2005
CiteertitelVerordening Wet kinderopvang 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet kinderopvang, art. 25

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200501-01-2018Nieuwe regeling

18-11-2004

Hilverbode, 2004, 50

28-09-2004

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet kinderopvang 2005

De Raad der gemeente Hilvarenbeek

Gezien het voorstel van het college van burgermeester en wethouders van 28 september 2004:

gelet op artikel 25 van de Wet kinderopvang;

overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;

besluit:

vast te stellen de volgende;

Verordeningwet kinderopvang2005

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    de wet: de Wet kinderopvang (Wk);

  • c.

    kinderopvang: het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen en opvoeden van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint;

  • d.

    gastouderopvang: kinderopvang als bedoeld in artikel 1, eerste lid onderdeel c van de wet;

  • e.

    kindercentrum: een voorziening waar kinderopvang plaatsvindt, anders dan gastouderopvang;

  • f.

    gastouderbureau: een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt;

  • g.

    ouder: een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i van de wet;

  • h.

    partner: een persoon als bedoeld in artikel 2 van de wet;

  • i.

    tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang door de gemeente.

Hoofdstuk 2 VASTSTELLING NOODZAAK VAN KINDEROPVANG OP GROND VAN SOCIAAL-MEDISCHE INDICATIE

Artikel 2 Te verstrekken gegevens

  • 1

    Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal­medische indicatie als bedoeld in artikel 20 van de wet bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      de naam en het adres van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: naam van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      de naam en de geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2

    Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3

    Indien de aanvrager een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner. 

Artikel 3 Beslistermijn

  • 1

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2

    Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het college stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis. 

Artikel 4 Inhoud van de beschikking

Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:

  • a.

    de geldigheidsduur van de indicatie;

  • b.

    de omvang van de kinderopvang per week per kind die noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen indien de aanvrager niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 6 sub k en l van de wet. 

Hoofdstuk 3 AANVRAAG VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 6 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag

  • 1

    Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:

    • a.

      de naam, het adres en het sofi-nummer van de ouder;

    • b.

      indien van toepassing: de naam en het sofi-nummer van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;

    • c.

      de naam, het geboortedatum en het sofi-nummer van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per week, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;

    • e.

      gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 22 van de wet;

    • f.

      overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.

  • 2

    Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.

  • 3

    Indien de aanvrager een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner. 

Hoofdstuk 4 VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 7 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming

  • 1

    Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.

  • 2

    Het college kan het in het vorige lid bedoelde besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis. 

Artikel 8 Weigeringsgrond

Het college weigert de tegemoetkoming indien de aanvrager niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.

Artikel 9 lngangsdatum van de tegemoetkoming

De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming is bekendgemaakt of met ingang van de datum waarop de kinderopvang van start gaat.

Artikel 10 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend

  • 1

    De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een kalenderjaar.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode verlenen.

Artikel 11 Beperking omvang van de kinderopvang

Het college verstrekt de tegemoetkoming voor het aantal dagdelen kinderopvang per week dat naar het oordeel van het college voor de ouder redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.

Artikel 12 lnhoud van de beschikking

Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:

  • a.

    de vaststelling dat de ouder tot één van de gemeentelijke doelgroepen behoort;

  • b.

    de naam en de geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;

  • c.

    de naam en het adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • d.

    de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • e.

    het maximaal toegekende bedrag per kalenderjaar of andere periode waarvoor de tegemoet-koming wordt verleend;

  • f.

    de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • g.

    de verplichtingen van de ouder.

Artikel 13 De bevoorschotting van de tegemoetkoming

  • 1

    De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen, na declaratie van de nota van kinderopvang uitbetaald aan de ouders, tenzij anders overeen gekomen.

  • 2

    Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.

Hoofdstuk 5 VASTSTELLING VAN DE TEGEMOETKOMING

Artikel 14 Het besluit tot vaststelling van de tegemoetkoming

  • 1

    De ouder verstrekt binnen vier weken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.

  • 2

    Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.

Artikel 15 Verrekening met de voorschotten

De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.

Hoofdstuk 6 VERPLICHTINGEN VAN DE OUDER

Artikel 16 Inlichtingenplicht

  • 1

    De ouder doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen bewegingschriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot de vaststelling van eenlagere tegemoetkoming.

  • 2

    De ouder verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.

     

Hoofdstuk 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 17 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005 onder voorbehoud dat de Wet basisvoorziening kinderopvang op deze datum in werking treedt.

Artikel 18 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet kinderopvang 2005.

Aldus besloten in zijn openbarevergadering van 18 november 2004

 

De raad voornoemd:de griffier, de voorzitter,

 

drs. G.J. de Ruiter mr.drs. S.W.Th. Huisman