Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling bodemsanering voormalige gasfabrieksterreinen Zuid-Holland (Subsidieregeling bodemsanering voormalige gasfabrieksterreinen Zuid-Holland) |
Citeertitel | Subsidieregeling bodemsanering voormalige gasfabrieksterreinen Zuid-Holland |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Milieu, subsidies |
Geen
Algemene sudsidieverordening Zuid-Holand, art. 3, lid 2 en art. 38
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-05-2016 | 01-01-2009 | Wijziging van artikel 10 | 09-08-2011 Provinciaal blad, 2016, 2852 | DOS-2016-0003136 | |
17-08-2011 | 01-09-2015 | Wijziging van artikel 4, eerste lid | 09-08-2011 Provinciaal blad, 2011, 88 | idms PM | |
01-01-2009 | 17-08-2011 | Nieuwe regeling | 25-11-2008 Provinciaal blad, 2008, 113 | Onbekend. |
Gedeputeerde Staten kunnen projectsubsidies verlenen voor de kosten van de bodemsanering van de voormalige gasfabrieksterreinen, die zijn opgenomen in het werkprogramma.
Subsidies als bedoeld in artikel 2 worden uitsluitend verleend aan degenen voor wiens rekening en risico het saneringsproject wordt uitgevoerd.
1. In afwijking van artikel 36, eerste lid, van de verordening kunnen aanvragen als bedoeld in artikel 2 worden ingediend, tot uiterlijk 1 juli 2013.
2. In aanvulling op het eerste lid kan een subsidieaanvraag pas worden ingediend indien:
Een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2 gaat in aanvulling op artikel 36, derde lid, van de verordening vergezeld van een projectvoorstel waarin in ieder geval zijn opgenomen:
d. een gedetailleerde raming van kosten en opbrengsten van het ruimtelijk project, inclusief de sanering alsmede een door een erkend en onafhankelijk taxatiebureau opgesteld taxatierapport van hoogstens 12 maanden oud, waaruit de waarde van de bij het project betrokken gronden voor en na de sanering blijkt;
Artikel 6 Behandeling aanvragen en beslissing
1. Gedeputeerde Staten behandelen de aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 2 op volgorde van binnenkomst.
2. In afwijking van artikel 38, eerste lid, van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland beslissen Gedeputeerde Staten uiterlijk 13 weken na ontvangst van de aanvraag.
3. Gedeputeerde Staten kunnen de beslissing met ten hoogste vier weken uitstellen. Van het uitstel wordt schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan.
In aanvulling op de artikelen 12 tot en met 15 en artikel 40 van de verordening kunnen Gedeputeerde Staten subsidie weigeren, indien:
Artikel 10 Vaststelling subsidie
In afwijking van artikel 29 van de Algemene subsidieverordening dient de subsidieontvanger een aanvraag in tot vaststelling van de subsidie binnen vier weken nadat Gedeputeerde Staten op grond van artikel 39c van de Wet bodembescherming hebben ingestemd met het verslag over de sanering van het saneringsproject;
Ten aanzien van de bodemsanering kan de vaststelling van de subsidie plaatsvinden voordat de bodemsanering (volledig) is uitgevoerd indien:
Gedeputeerde Staten hebben ingestemd met de kostenopgave voor de resterende grondwater saneringswerkzaamheden (inclusief eventuele monitoring en nazorg). In de kostenopgave kan een afkoop van risico zijn opgenomen voor maatregelen die mogelijk genomen moeten worden naar aanleiding van de resultaten van de monitoring, en
Den Haag, 25 november 2008
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
J. FRANSSEN, voorzitter
M.H.J. VAN WIERINGEN-WAGENAAR, secretaris
De wijziging maakt het mogelijk om subsidie voor een bodemsanering vast te stellen voordat de bodemsanering volledig is uitgevoerd. Subsidie is verstrekt voor een bodemsaneringsproject dat bestaat uit zowel grondsanering als grondwatersanering, inclusief eventuele monitoring. Met een grondwatersanering is in het algemeen vijf tot tien jaar gemoeid.
De algemeen gebruikelijke systematiek, die ook is neergelegd in de Algemene subsidieverordening, houdt in dat een activiteit volledig moet zijn uitgevoerd, alvorens de subsidie wordt vastgesteld. Bij deze grond(water)saneringen gaat het echter niet meer om uitvoering van ingrijpende activiteiten, maar om monitoring, of een actieve saneringsmaatregel van het grondwater en/of om relatief geringe rest-werkzaamheden die redelijkerwijs niet eerder uitgevoerd hadden kunnen worden.
Met het wachten tot de vaststelling van het subsidiebedrag tot het moment dat het volledige bodemsaneringstraject (inclusief grondwatersanering, monitoring en nazorg) volledig is uitgevoerd, is een aanzienlijke administratieve last gemoeid, zowel bij de ontvanger van de subsidie als bij de provincie.
Hier komt bij dat wij als bevoegd gezag beschikken over het instrumentarium van de Wet bodembescherming, namelijk goedkeuring van een saneringsplan, toezicht op de juiste uitvoering van het saneringsplan en zo nodig ingrijpen indien in strijd met het saneringsplan wordt gehandeld. Ingrijpen zal dus geschieden op basis van de Wet bodembescherming.
Dit besluit werkt terug tot en met 1 januari 2009. Dat is de datum dat de Subsidieregeling bodemsaneringvoormalige gasfabrieksterreinen Zuid-Holland in werking is getreden. Voor deze datum is gekozen, omdat het vanaf de inwerkingtreding van deze subsidieregeling het altijd de bedoeling is geweest om de kosten voor grondwatersanering, monitoring en nazorg mee te nemen in het subsidietraject. De provincie heeft echter verzuimd om dit destijds bij het opstellen van de subsidieverordening goed te regelen.