Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Mandaatbesluit Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024-2028 |
Citeertitel | Mandaatbesluit Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024-2028 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-07-2024 | nieuwe regeling | 18-06-2024 | 3278569 |
Besluit mandaatbesluit Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024-2028
Provincie Flevoland heeft een mandaatbesluit vastgesteld. Hiervoor hebben Gedeputeerde Staten op 18 juni 2024, een besluit tot mandaatverlening vastgesteld. Met dit bericht laat provincie Flevoland u weten dat er misschien iets verandert in uw buurt.
Voor informatie over de inhoud of de procedure, kunt u terecht bij provincie Flevoland, Visarenddreef 1 te Lelystad.
Bel 0320 – 265 265 of mail naar info@flevoland.nl.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2024 en luidt als volgt:
Gedeputeerde Staten van Flevoland,
Overwegende dat het uit een oogpunt van efficiency gewenst is dat de uitvoering van de door Gedeputeerde Staten bij besluit van 18 juni 2024, nummer 3275666 vastgestelde Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024– 2028, namens hen wordt uitgevoerd door Horizon B.V.,
gelet op artikel 3, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023, artikel 59a, tweede lid van de Provinciewet en afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht,
vast te stellen het “Mandaatbesluit Nadere regels Voucherregeling Ondernemerschap Flevoland 2024 – 2028”.
Het in het eerste lid genoemde mandaat heeft geen betrekking op het nemen van besluiten tot het lager vaststellen of intrekken van de vastgestelde subsidie wanneer het de subsidieontvanger verweten kan worden dat de subsidiabele activiteiten niet of niet volledig zijn uitgevoerd en/of de subsidieontvanger zich niet aan een of meer van de subsidieverplichtingen heeft gehouden.
In geval van afwezigheid van de statutair directeur, kan het mandaat worden uitgeoefend door diens formele plaatsvervanger.