Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Amsterdam

Afstemmingsverordening Inkomensvoorzieningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Amsterdam
Officiële naam regelingAfstemmingsverordening Inkomensvoorzieningen
CiteertitelAfstemmingsverordening WWB
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpWerk en inkomen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-10-200801-10-2009art. 1 lid 1c, art. 2 lid 1e, art. 3 lid 2c, art. 8 lid 2

01-10-2008

Gemeenteblad 2008, afd. 3A, nr. 179/485

Gemeenteblad 2008, afd. 1, nr. 485
01-09-200813-10-2008artt. 3, 5, 6 en 7, toevoegen artt. 3a en 8

25-06-2008

Gemeenteblad 2008, afd. 3A, nr. 119/262

Gemeenteblad 2008, afd. 1, nr. 262
01-09-200601-09-2008wijziging artikel(en)

01-09-2006

Gemeenteblad 2006, afd. 3A, nr. 163/318

Gemeenteblad 2006, afd. 1, nr. 318

Tekst van de regeling

Inhoud

Artikel 1 Begrippen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    a. WWB: Wet werk en bijstand;

    b. College: College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam;

    c. afstemming: verlaging van de bijstand of de langdurigheidstoeslag op grond van artikel 18, tweede lid, van de WWB.

  • 2. Voorzover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de WWB.

Artikel 2 Ernstig tekortschieten

  • 1. De bijstand wordt eenmalig met € 200 verlaagd wanneer de belanghebbende naar het oordeel van het College ernstig is tekortgeschoten in:

    a. het naar vermogen verkrijgen of behouden van algemeen geaccepteerde arbeid;

    b. het meewerken aan een voorziening die in het kader van de WWB is aangeboden of die, gezien haar aard en doel, met een WWB-voorziening gelijk is te stellen;

    c. het verlenen van de medewerking die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de WWB;

    d. het betonen van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan;

    e. het op verzoek of onverwijld uit eigen beweging doen van mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand.

  • 2. Als de aanspraak op bijstand over de maand waarover de afstemming plaatsvindt, minder bedraagt dan de vastgestelde verlaging, blijft de verlaging beperkt tot het bedrag van de aanspraak.

Artikel 3 Zeer ernstig tekortschieten

  • 1. De bijstand wordt gedurende één maand met 100% verlaagd wanneer de belanghebbende naar het oordeel van het College zeer ernstig is tekortgeschoten in een of meer van de in artikel 2, eerste lid, genoemde opzichten.

  • 2. Van een zeer ernstig tekortschieten als bedoeld in het vorige lid is met name sprake als vaststaat of redelijkerwijs is aan te nemen:

    a. dat het beroep door belanghebbende op algemene bijstand gedurende meer dan één maand het gevolg is van diens doen of nalaten;

    b. dat de belanghebbende middelen heeft verzwegen waarmee hij gedurende meer dan één maand in zijn levensonderhoud kon voorzien;

    c. dat belanghebbende zich zeer ernstig heeft misdragen jegens een of meer personen van wie het hem op dat moment duidelijk moet zijn dat zij:

    1° in het kader van de uitvoering van de WWB ten dienste of in opdracht van het College werkzaam zijn,

    2° betrokken zijn bij de uitvoering van een voorziening in het kader van de WWB,

    3° deelnemen aan een voorziening in het kader van de WWB,

    4° een beroep doen op bijstand of een voorziening in het kader van de WWB of 

    5° werkzaam zijn ter ondersteuning van personen bedoeld onder 1° of 2°.

Artikel 3a Opnieuw ernstig of zeer ernstig tekortschieten

  • 1. Het College verlaagt bij de toepassing van artikel 2, eerste lid, de bijstand met € 200 extra, indien de belanghebbende naar het oordeel van het College ernstig is tekortgeschoten in een of meer van de genoemde opzichten, nadat nog geen jaar is verlopen na een eerder besluit tot afstemming.

  • 2. Het College verlaagt, in afwijking van het eerste lid en artikel 2, eerste lid, de bijstand gedurende één maand met 100%, indien de belanghebbende naar het oordeel van het College ernstig is tekortgeschoten in een of meer van de in artikel 2, eerste lid, genoemde opzichten, nadat nog geen halfjaar is ver­lopen na een besluit tot afstemming met toepassing van het eerste lid of dit lid zelf.

  • 3. Het College verlaagt bij de toepassing van artikel 3, eerste lid, de bijstand één maand extra met 100%, indien de belanghebbende naar het oordeel van het College zeer ernstig is tekortgeschoten in een of meer van de in artikel 2, eerste lid, genoemde opzichten, nadat nog geen jaar is verlopen na een eerder besluit tot afstemming met toepassing van artikel 3, eerste lid, wegens zeer ernstig tekortschieten.

Artikel 4 Weging van het gedrag

  • 1. Het College houdt bij zijn oordeel als bedoeld in artikel 2, eerste lid, en artikel 3, eerste lid, rekening met de omstandigheden en mogelijkheden van de belanghebbende.

  • 2. Bij zijn oordeel als bedoeld in het vorige lid kan het College rekening houden met eerdere gedragingen van de belanghebbende waarin deze tekortschoot in de naleving van op hem rustende verplichtingen ingevolge de WWB, in het betonen van besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan of in diens gedrag jegens het College.

Artikel 5 Weging van de afstemming

  • 1. Het College kan de verlaging lager vaststellen als de belanghebbende door het bedrag van de verlaging of het percentage van de verlaging onredelijk zwaar wordt getroffen.

  • 2. Het College kan bij het besluit tot verlaging rekening houden met latere gedragingen van de belanghebbende in overeenstemming met zijn verplichtingen ingevolge de WWB.

Artikel 6 Uitvoering

  • 1. De uitvoering van het besluit tot afstemming vindt plaats op een betaling van bijstand volgend op de bekendmaking.

  • 2. Nadat het recht op bijstand is geëindigd, kan uitvoering van het besluit tot afstemming alsnog plaatsvinden in geval van een hernieuwde bijstandsaanvraag, en wel met betrekking tot te verlenen bijstand over een periode tot uiterlijk drie maanden na het besluit tot afstemming.

Artikel 7 Citeertitel

  • Deze verordening wordt aangehaald als Afstemmingsverordening WWB.

Artikel 8 Overgangsbepaling

  • 1. Het bepaalde in de artikelen 3a en 6, tweede lid, vindt slechts toepassing voor zover het daar bedoelde ernstig dan wel zeer ernstig tekortschieten, respectievelijk het beëindigen of intrekken van het recht op uitkering, plaatsvindt op of na 1 september 2008.

  • 2. Artikel 2, eerste lid, aanhef in combinatie met onderdeel e, en artikel 3, tweede lid, aanhef en in combinatie met onderdeel c, vinden slechts toepassing met betrekking tot gebeurtenissen op of na 13 oktober 2008.