Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maasdriel

Verordening op de heffing en invordering van waterverblijfsbelasting 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaasdriel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van waterverblijfsbelasting 2024
CiteertitelVerordening waterverblijfsbelasting 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening watertoeristenbelasting 2024.

De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-06-2024nieuwe regeling

18-04-2024

gmb-2024-274949

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van waterverblijfsbelasting 2024

De raad van de gemeente Maasdriel;

 

gezien het voorstel van het college van 12 maart 2024;

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van waterverblijfsbelasting 2024.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur;

  • b.

    lengte: de lengte van de boot;

  • c.

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen;

  • d.

    particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf;

  • e.

    particulier verhuurde ligplaats of vaartuig: een ligplaats die of vaartuig dat door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf tegen een vergoeding in welke vorm dan ook;

  • f.

    seizoen: het tijdvak van 1 april tot en met 31 oktober;

  • g.

    schipper: de gezagvoerder van een vaartuig of degene die deze vervangt;

  • h.

    vaartuig: een vaartuig dat is bestemd of wordt gebezigd voor vakantie- of andere recreatieve doeleinden;

  • i.

    vaste ligplaats: een ligplaats die naar plaatselijk gebruik, zulks ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders, is bestemd voor het regelmatig afmeren of ter anker leggen van een vaartuig en die ter beschikking wordt gesteld voor eenzelfde vaartuig gedurende een seizoen;

  • j.

    historische schepen: schepen die ten minste vijftig jaar oud zijn, in oorspronkelijke staat verkeren, representatief zijn voor het maritiem erfgoed en ingeschreven staan bij het nationaal register van varende monumenten.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam 'waterverblijfsbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf op vaartuigen die aanwezig zijn in wateren binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook, door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 3. Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is degene die tegen vergoeding gelegenheid biedt tot het houden van verblijf als bedoeld in artikel 2 aan hem ter beschikking staande ligplaatsen dan wel op of met hem ter beschikking staande vaartuigen.

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig de kapitein, de eigenaar of de gebruiker van een vaartuig als bedoeld in artikel 1 dan wel een andere persoon die werkelijk verblijf houdt aan boord van een dergelijk vaartuig.

  • 4.

    De belastingplichtige die gelegenheid biedt tot het houden van verblijf als bedoeld in artikel 2, in hem daartoe ter beschikking staande ruimten, dan wel ter beschikking staande terreinen kan ter zake van elk van die ruimten en/of terreinen afzonderlijk in de heffing worden betrokken.

Artikel 4. Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

 

  • 1.

    door degenen die verblijf houden aan boord van:

    • a)

      een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • b)

      kano’s, roei- en volgboten;

    • c)

      motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    • d)

      een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het gemeentelijke watergebied bevindt;

    • e)

      een vaartuig in directe dienst van het Rijk, de provincie of de gemeente Maasdriel;

    • f)

      een vaartuig van de Koninklijke Marine of oorlogsvaartuigen van vreemde naties;

    • g)

      een vaartuig dat in eigendom toebehoort aan de Koninklijke Nederlandse Reddingsmaatschappij;

    • h)

      h.een vaartuig in gebruik voor onderhoud aan de waterwegen, welk onderhoud in opdracht van het Rijk, de provincie of de gemeente Maasdriel wordt uitgevoerd;

    • i)

      historische schepen.

  • 2.

    waarvoor de gemeente belasting heft ingevolge de verordening op de heffing en invordering van verblijfsbelasting;

  • 3.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5. Maatstaf van heffing

  • 1.

    De belasting wordt geheven naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden.

  • 2.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt een gedeelte van een etmaal voor een vol etmaal gerekend.

Artikel 6. Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief bedraagt per persoon per etmaal € 1,58.

  • 2.

    Ter zake van vaartuigen met een vaste ligplaats wordt, indien een belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is aangewezen, het tarief bepaald op € 52,14 per jaar.

Artikel 7. Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan een kalenderjaar.

Artikel 8. Wijze van belastingheffing

Belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9. Aanslaggrens

Belastingaanslagen worden niet opgelegd indien het aantal overnachtingen per jaar per belastingplichtige onder de tien blijft.

Artikel 10. Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in één termijn, welke vervalt zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van waterverblijfsbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Aanmeldings- en registratieplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot verblijf verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de gemeente.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het eerste lid is niet van toepassing voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de waterverblijfsbelasting betrokken is.

  • 3.

    De belastingplichtige als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een administratief systeem of register wat op verzoek van de heffingsambtenaar terstond raadpleegbaar en controleerbaar is.

Artikel 13. Overgangsrecht

De “Verordening watertoeristenbelasting 2024” van 14 december 2023 wordt ingetrokken met ingang van artikel 14, tweede lid, genoemde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking na de eerste dag van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024, met dien verstande dat de bepalingen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening waterverblijfsbelasting 2024".

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Maasdriel van 18 april 2024.

De gemeenteraad voornoemd,

de griffier,

a.i. dhr. H.M. van 't Westeinde

de voorzitter wnd,

A.A.J. Baars