Organisatie | Noaberkracht Dinkelland Tubbergen |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Financiële verordening bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen 2023 |
Citeertitel | Financiële verordening bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen 2023 |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Financiële verordening Noaberkracht Dinkelland Tubbergen, vastgesteld op 11 september 2023.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2024 | 01-01-2023 | nieuwe regeling | 06-05-2024 |
Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen,
overwegende dat voor de bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen regels voor het financiële beleid, het financiële beheer en de financiële organisatie dienen te worden vastgesteld,
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet (GW) en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV);
vast te stellen de navolgende verordening:
Financiële verordening bedrijfsvoeringsorganisatieNoaberkracht Dinkelland Tubbergen 2023
In deze verordening wordt verstaan onder:
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeenschappelijke regeling, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Artikel 3. Inrichting begroting
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten
De directie informeert het bestuur als ze verwacht, dat de geautoriseerde lasten van een programma dreigen te overschrijden, de totale investeringsuitgaven het geautoriseerde totale lastenplafond, dus inclusief de stelpost vervangingsinvesteringen, dreigen te overschrijden groter dan € 50.000, of de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden groter dan € 50.000.
Bij de behandeling van de tussentijdse programmasturing (programmajournaal) in het bestuur kan de directie voorstellen doen voor het wijzigen van de geautoriseerde budgetten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter kan de directie indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen doen voor wijzigingen.
Artikel 8. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 9. Begrotingscriterium
Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het totale niveau van de geautoriseerde (kapitaal)lasten inclusief de beschikbare stelpost voor vervangingsinvesteringen. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.
Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd indien deze niet tijdig aan het bestuur zijn gemeld. Onder ‘tijdig melden’ wordt verstaan bij de begroting of een programmajournaal of andere tussentijdse rapportages of bij de jaarstukken. Lasten- en kredietoverschrijdingen zijn altijd onrechtmatig. Afwijkingen worden als acceptabel / passend binnen het bestaande beleid aangemerkt in de volgende situaties
Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering
Artikel 12. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd.
Artikel 13. Financieringsfunctie
Voor het uitoefenen van de financieringsfunctie kan de directie een op de Wet financiering decentrale overheden en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden gebaseerd Treasurystatuut vaststellen.
Artikel 14. Reserve(s) en weerstandsvermogen
Het bestuur kan richtlijnen vaststellen ten aanzien van het vormen van reserves en voorzieningen.
Deze richtlijnen voor de reserves en voorzieningen zijn als bijlage bij deze verordening gevoegd.
De directie neemt in de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten de volgende onderdelen op:
De directie draagt zorg voor een administratie die zodanig van opzet en werking is, dat zij dienstbaar is voor:
De directie draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert de directie daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 17 onder e. Daarnaast informeert de directie het bestuur over de genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
De directie zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeenschappelijke regeling met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt de directie maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 23. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële verordening Noaberkracht Dinkelland Tubbergen, vastgesteld op 11 september 2023 wordt ingetrokken. De nieuwe verordening is van toepassing vanaf het begrotingsjaar 2023.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het bestuur van 06 mei 2024.
De secretaris,
Dhr. S.J.F. Waanders
De voorzitters,
A. Postma
J. Joosten
Bijlage 1 afschrijvingsbeleid bij artikel 11.
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met maatschappelijk nut
Niet van toepassing op de Bedrijfsvoeringsorganisatie Noaberkracht Dinkelland Tubbergen.
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden bij voorkeur lineair afgeschreven in maximaal:
Door contractuele, technische of economische redenen kan worden afgeweken van de tabel
Bijlage 2: richtlijnen reserves en voorzieningen
Noaberkracht kent de volgende reserves en voorzieningen
De reserve maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit van Noaberkracht. De algemene reserve heeft een algemeen karakter en is vrij aanwendbaar. Deze reserve heeft als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers en risico’s.
De noodzakelijke hoogte van de algemene reserve wordt mede bepaald aan de hand van het weerstandsvermogen van de gemeente. In de paragraaf “weerstandsvermogen en risicobeheersing” van de begroting wordt jaarlijks de weerstandsratio berekend. Uitgangspunt is een ratio van 1.0 wat overeenkomt met een voldoende weerstandsvermogen. En mogelijk surplus op de algemene reserve wordt toegevoegd aan de reserve bedrijfsvoering.
De reserve bedrijfsvoering heeft als doel het adequaat opvangen van knelpunten in de bedrijfsvoering en het creëren van enige mate van flexibiliteit vanwege het feit dat budgettering en implementatie/uitvoering niet altijd gelijk oplopen. De voeding van deze reserve vindt plaats bij de bestemming van het rekeningresultaat. De omvang van deze reserve mag maximaal 2,5% zijn van de begrote loonkosten in het betreffende jaar.
Deze reserve heeft als doel zicht te houden op de middelen die van de beide gemeenten komen voor de uitvoering van specifieke zaken uit het coalitieakkoord / collegeakkoord.
Reserve organisatieontwikkeling
Deze reserve heeft als doel zicht te houden op de beschikbare middelen voor organisatieontwikkeling.
Hiermee kunnen medewerkers passend bij hun levensfase hun bovenwettelijke vakantie inzetten op een manier die aansluit bij hun persoonlijke levens- en carrièreplanning en het gemeentelijke vitaliteitsbeleid.
Het algemene uitgangspunt binnen Noaberkracht is het, in alle redelijkheid, zoveel mogelijk beperken van reserves en voorzieningen, zowel qua aantal als qua omvang.
Duidelijke en overzichtelijke indeling van de reserves en voorzieningen
Dit betekent dat het aantal reserves en voorzieningen beperkt blijft tot de hoogst noodzakelijke. Reserves en voorzieningen dienen onderbouwd te worden. De doelstelling dient helder te zijn, de noodzakelijke omvang alsmede de wijze (en omvang) van toevoegingen en aanwendingen. Indien er teveel reserves en voorzieningen ontstaan (en tot een te grote omvang), bestaat het gevaar dat er onnodig beslag wordt gelegd op gemeenschapsgelden. Als algemeen uitgangspunt hanteren we hierbij de volgende lijn: wanneer over een reserve in de afgelopen twee jaar de geprognosticeerde bestedingen niet zijn geëffectueerd komt deze reserve te vervallen, tenzij er een plausibele reden is om de reserve in stand te houden.
Instellen nieuwe reserves en voorzieningen
Indien zich de noodzaak voordoet nieuwe reserves en voorzieningen in te stellen, gebeurt dit op voorstel van de directie bij besluit van het bestuur. In het bestuursbesluit dient in ieder geval het doel te worden opgenomen
Toevoeging en aanwending reserves
In de begroting wordt een zo reëel mogelijk beeld gegeven van de toevoegingen en aanwendingen van de reserves in een bepaald jaar. Toevoeging en aanwending van reserves gebeurt bij besluit van het bestuur Aanwending van reserves koppelen we aan de werkelijke uitgaven en niet aan de bedragen op begrotingsbasis. Uitgangspunt is toevoegingen en aanwendingen reserves zoveel mogelijk te betrekken bij de documenten uit de P&C cyclus. Dit om zo goed mogelijk recht te doen aan een integrale afweging van middelen..
Toevoeging en aanwending voorzieningen
Zoals al is vermeld, moet een voorziening de omvang hebben van de betreffende verplichting (of risico). De voeding van de voorzieningen vindt plaats via de exploitatie, maar de onttrekkingen geschieden rechtstreeks ten laste van de voorziening. Vanuit dit standpunt is duidelijk dat ook toevoegingen aan voorzieningen een besluit van het bestuur vereisen. Voor de besteding van een voorziening ligt de bevoegdheid bij de directie.
Wijzigen en opheffen van bestemmingsreserve of voorziening
Wijzigen doel of bestemming bestemmingsreserve
Het principe van een bestemmingsreserve is, dat het bestuur te allen tijde het doel of de bestemming kan wijzigen. Voor een dergelijke wijziging is dus altijd een bestuursbesluit nodig.
Wanneer het doel op basis waarvan een bestemmingsreserve is gevormd op enig moment vervalt, dan dient de reserve door middel van een bestuursbesluit te worden opgeheven. De vrijkomende middelen worden via resultaatbestemming ten gunste van de algemene reserve gebracht.
Wijzigen doel of bestemming voorziening
Het doel van een voorziening kan niet wijzigen vanwege het verplichtende karakter en de harde kaders. Indien het doel niet meer bestaat of is veranderd, wordt de voorziening opgeheven. Indien het doel van een voorziening verandert, gelden zo nodig de criteria voor het instellen van een nieuwe voorziening.
Een voorziening wordt opgeheven als een verplichting of een risico waarvoor een voorziening is ingesteld, is weggevallen. En een voorziening wordt opgeheven als een voorziening ophoudt te bestaan door bijvoorbeeld veranderingen in wet- of regelgeving. Aangezien opheffing van de voorziening in deze situatie verplicht is conform BBV, is voor het opheffen van de voorziening geen bestuursbesluit nodig. Voor voorzieningen ter egalisatie van kosten geldt dat deze na besluitvorming door het bestuur worden opgeheven. Het saldo van een voorziening, die wordt opgeheven, komt door een vrijval ten gunste van de exploitatie.