Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Amersfoort

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amersfoort

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAmersfoort
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels maatschappelijke ondersteuning Amersfoort
CiteertitelNadere regels maatschappelijke ondersteuning Amersfoort
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2020.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening maatschappelijke ondersteuning Amersfoort

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2024nieuwe regeling

11-06-2024

gmb-2024-266325

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amersfoort

Het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort;

 

gelet op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amersfoort;

 

besluit vast te stellen:

 

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amersfoort

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      Accommodatie: accommodatie voor beschermd wonen;

    • b.

      Bijdrage: de bijdrage in de kosten als bedoeld in hoofdstuk 6 van de verordening;

    • c.

      Bijstandsnorm: de van toepassing zijnde norm op grond van artikel 20 tot en met 28 van de Participatiewet, exclusief vakantietoeslag;

    • d.

      Budgethouder: de cliënt aan wie het pgb is toegekend;

    • e.

      College: het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort;

    • f.

      Instandhoudingskosten: een door het college te bepalen bedrag dat bestemd is voor onderhoud, reparatie en verzekering van de te verstrekken maatwerkvoorziening, waaronder ook een WA-verzekering bij vervoersvoorzieningen kan worden gerekend;

    • g.

      Instelling: een organisatie die een voorziening voor opvang exploiteert of trajecten voor opvang uitvoert met subsidie van de gemeente of in opdracht van de gemeente;

    • h.

      Verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort;

    • i.

      Zak- en kleedgeld: de van toepassing zijnde normbedragen voor verblijf in een inrichting op grond van artikel 23, eerste en tweede lid, van de Participatiewet, exclusief vakantietoeslag;

  • 2.

    Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en daarop gebaseerde lagere regelgeving, de verordening en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2. De aanvraag (nadere regel bij artikel 5 van de verordening)

[gereserveerd]

Artikel 3. Algemene criteria maatwerkvoorziening (nadere regel bij artikel 8 van de verordening)

  • 1.

    De volgende algemene voorzieningen zijn in ieder geval beschikbaar:

    • a.

      dienstverlening door de sociale wijkteams;

    • b.

      dagactiviteiten voor inwoners van 67 jaar en ouder, aangeboden door Indebuurt033.

  • 2.

    Als gebruik wordt gemaakt van de gebruikerspas voor de Regiotaxi kan maximaal 600 zones per jaar worden gereisd.

  • 3.

    Als de cliënt naar het oordeel van het college bij het vervoer met de Regiotaxi is aangewezen op persoonlijke begeleiding, dan kan die begeleider gratis meereizen.

Artikel 4. Regels over de financiële tegemoetkoming (nadere regel bij artikel 10 van de verordening)

[gereserveerd]

Artikel 5. Budgetperiode (nadere regel bij artikel 11 van de verordening)

  • 1.

    Het pgb moet in ieder geval toereikend zijn voor de technische levensduur die geldt voor het hulpmiddel. Het college gaat daarbij uit van een minimale technische levensduur van zeven jaar.

  • 2.

    Als de afschrijvingstermijn van een voorziening, al dan niet aangeschaft met een pgb, is verstreken, kan deze door het verlenen van instandhoudingskosten nog steeds als goedkoopst compenserende voorziening worden aangemerkt.

Artikel 6. Persoonsgebonden budget beschermd wonen (nadere regel bij artikel 11 van de verordening)

  • 1.

    De leveringsvorm pgb voor beschermd wonen is alleen mogelijk als sprake is van een kleinschalige accommodatie die bestaat uit minimaal 3 en maximaal 26 bewoners waarbij aan de volgende cumulatieve eisen wordt voldaan:

    • a.

      de cliënten staan bij de gemeente ingeschreven op één adres, op aaneengesloten adressen of adressen die dichtbij elkaar liggen (binnen een straal van 100 meter) waar het beschermd wonen wordt geboden; en

    • b.

      de bewoners hebben in de accommodatie een gemeenschappelijke ruimte voor gezamenlijke activiteiten.

  • 2.

    Verblijf bij ouders of wettelijke vertegenwoordigers valt niet onder een kleinschalige accommodatie. Het college verstrekt in die situatie geen pgb voor beschermd wonen.

Artikel 7. Besteden persoonsgebonden budget buiten Amersfoort (nadere regel bij artikel 11 van de verordening)

  • 1.

    De budgethouder kan het pgb, met uitzondering van een pgb voor huishoudelijke hulp, voor ten hoogste dertien weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van ondersteuning tijdens verblijf buiten Amersfoort. Voor beschermd wonen gaat het om verblijf buiten de accommodatie waar cliënt woont.

  • 2.

    De budgethouder kan het pgb, met uitzondering van een pgb voor huishoudelijke hulp, voor ten hoogste zes weken per kalenderjaar inzetten voor betaling van ondersteuning tijdens verblijf buiten Nederland.

  • 3.

    Het college kan op aanvraag de in het eerste en tweede lid bedoelde termijn verlengen.

  • 4.

    Op de besteding buiten Amersfoort zijn alle verplichtingen die rechtstreeks voortvloeien uit het pgb van toepassing.

Artikel 8. Hoogte bijdrage in de kosten voor opvang (nadere regel bij artikel 14 van de verordening)

  • 1.

    De cliënt beschikt, na afdracht van de bijdrage, over een bedrag dat overeenkomt met de norm voor zak- en kleedgeld conform artikel 23 Participatiewet, welke norm wordt vermeerderd met de standaardpremie bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de zorgtoeslag en gecorrigeerd met de zorgtoeslag en omgerekend naar vier weken (bijdrageperiode).

  • 2.

    Bij de toepassing van het eerste lid, wordt per kalenderjaar uitgegaan van twaalf perioden van vier weken en een periode die, afhankelijk van de resterende dagen, vier of vijf weken bedraagt.

  • 3.

    De bijdrage is verschuldigd voor iedere dag of gedeelte van een dag, waarop de cliënt gebruik maakt van de maatwerkvoorziening.

  • 4.

    De hoogte van de bijdrage is nooit hoger dan de werkelijke kostprijs en is ten hoogste gelijk aan de feitelijke woonlasten van de voorziening. Onder woonlasten wordt in ieder geval verstaan de kosten voor huur, gas, water en licht.

  • 5.

    Als een cliënt gehuwd is en zijn partner geen gebruik maakt van de opvang geldt de bijstandsnorm voor een alleenstaande (ouder) bij opname in een inrichting zoals bedoeld in artikel 23 van de Participatiewet.

  • 6.

    Als de instelling aan de cliënt geen voeding verstrekt, wordt de verschuldigde bijdrage verminderd met een bedrag voor voeding zoals jaarlijks geïndexeerd vastgesteld door het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD).

  • 7.

    Als een cliënt ouder/verzorger is van minderjarige kinderen en met hen in de opvang woont, wordt de norm persoonlijke uitgaven met 10 procent per kind opgehoogd, tot een maximum van drie kinderen.

  • 8.

    Als de gecontroleerde aanschaf van alcohol deel uitmaakt van een behandeling, wordt de norm persoonlijke uitgaven opgehoogd met een bedrag van maximaal € 100,00 per vier weken.

  • 9.

    Als het inkomen, verminderd met de bijdrage, minder bedraagt dan de norm voor persoonlijke uitgaven, wordt de bijdrage zodanig verminderd, dat de norm voor persoonlijke uitgaven beschikbaar blijft. Als de instelling geen voeding verstrekt, wordt de bijdrage zodanig verminderd dat naast de norm voor persoonlijke uitgaven, ook de norm voor voeding beschikbaar blijft.

  • 10.

    Het eerste lid geldt niet als de cliënt verzuimt zijn verantwoordelijkheid te nemen om voldoende inkomen te verwerven.

Artikel 9. Sportvoorzieningen (nadere regel bij artikel 15 van de verordening)

[gereserveerd]

Artikel 10. Kwaliteitseisen (nadere regel bij artikel 21 van de verordening)

[gereserveerd]

Artikel 11. Betrekken van ingezetenen bij het beleid (nadere regel bij artikel 23 van de verordening)

[gereserveerd]

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2024.

  • 2.

    De Nadere regels verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Amersfoort 2020 worden ingetrokken op het moment dat deze regeling in werking treedt.

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 11 juni 2024.

de secretaris,

de burgemeester,