Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hardinxveld-Giessendam

Beleidsregels voor het verlenen van ontheffingen ingevolge artikel 87 RVV 1990 Gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHardinxveld-Giessendam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het verlenen van ontheffingen ingevolge artikel 87 RVV 1990 Gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024
CiteertitelBeleidsregels ontheffingen artikel 87 RVV 1990 Gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 87 van de Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)
  2. artikel 160 van de Gemeentewet
  3. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  4. artikel 4:83 van de Algemene wet bestuursrecht
  5. artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-06-2024Nieuwe regeling

04-06-2024

gmb-2024-265219

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het verlenen van ontheffingen ingevolge artikel 87 RVV 1990 Gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024

 

Het college van de gemeente Hardinxveld-Giessendam;

 

gelezen het voorstel van 7 mei 2024, zaaknummer 2024-0041858;

 

gelet op artikel 87 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

 

gelet op de artikelen 160, eerste lid van de Gemeentewet;

 

gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

b e s l u i t vast te stellen de volgende beleidsregels:

 

''Beleidsregels voor het verlenen van ontheffingen ingevolge artikel 87 RVV Gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024''.

 

 

Inleiding

De gemeente Hardinxveld-Giessendam verleent ontheffingen in bepaalde gevallen voor artikel 87 van het RVV 1990. Dit geldt enkel voor de bebouwde kom. Waterschap Rivierenland beheert de wegen buiten de bebouwde kom. Zij is door de gemeente ook gemandateerd om ontheffing te verlenen voor de wegen die gesloten zijn voor verkeer met een totaalmassa hoger dan 15 ton. De gemeente Hardinxveld-Giessendam kent een Blauwe Zone beleid. De beleidsregels vastgelegd in dit document gelden voor niet-bewoners die werkzaamheden moeten uitvoeren in het Blauwe Zone gebied, alsmede eenieder die in overige gebieden binnen de gemeentegrenzen van Hardinxveld-Giessendam ontheffing aanvraagt. De beleidsregels vastgesteld in dit document hebben NIET beslag op de wegen die buiten de bebouwde kom liggen, wegen die gesloten verklaard zijn voor verkeer waarvan de totaalmassa hoger is dan 15 ton en bewoners binnen het Blauwe Zone gebied.

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • a.

    Laden en lossen: het onmiddellijk, nadat het voertuig dichtbij de bezorgplaats of ophaalplaats tot stilstand is gebracht, bij voortduring in- en uitladen van goederen van enige omvang of enig gewicht die bezwaarlijk anders dan per motorvoertuig kunnen worden vervoerd, gedurende de tijd die daarvoor nodig is;

  • b.

    RVV: Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;

  • c.

    Weg: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot de wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

  • d.

    Verkeer: alle weggebruikers;

  • e.

    Weggebruikers: voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van een invalidenvoertuig, van een motorvoertuig of van een tram, ruiters, geleiders van rij- of trekdieren of vee en bestuurders van bespannen of onbespannen wagens;

  • f.

    Parkeren: het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen;

  • g.

    Ontheffing: vrijstelling van een krachtens de Wegenverkeerswet ingesteld verbod of gebod, welke zijn opgenomen in artikel 87 van het RVV 1990;

  • h.

    Ontheffinghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie de ontheffing is verleend;

  • i.

    Nood- en hulpdiensten: voertuig van de Politie, Brandweer en Ambulancedienst en herkenbaar aan uiterlijke kenmerken of logo;

  • j.

    Markt: betreffende de weekmarkten in Hardinxveld-Giessendam, welke zijnde de mini-markt in de Prinses Irenestraat elke vrijdag tussen 13:00 en 17:00 en de markt op de Houweningeplaats elke zaterdag tussen 07:00 en 13:00.

 

Artikel 2. Vrijstelling

Artikel 91 van het RVV bepaalt dat voor nood- en hulpdiensten zoals Brandweer, Ambulance en Politie geldt dat bestuurders van een voorrangsvoertuig mogen afwijken van de voorschriften van dit besluit voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist. Dit geldt indien dit voertuig de optische- en geluidssignalen voert. In dit kader zijn deze voertuigen vrijgesteld van de bepalingen van het RVV 1990.

 

Artikel 3. Aanvraaggronden

  • 1.

    Slechts als het voor de uitvoering van werkzaamheden of activiteiten noodzakelijk is dat met het voertuig verkeersregels en -tekens van het RVV 1990 moeten worden overtreden, verleent het college ontheffing van artikelen binnen artikel 87 RVV. Voormeld noodzakelijkheidscriterium is nader uitgewerkt in het tweede en derde lid.

  • 2.

    De navolgende omstandigheden kunnen reden zijn om een ontheffing te verlenen:

    • a.

      De werkzaamheden van de ontheffingaanvrager hebben een zo spoedeisend karakter dat, indien men niet onmiddellijk in de naaste omgeving van de uit te voeren werkzaamheden kan parkeren, onevenredige schade zou kunnen ontstaan;

    • b.

      Bij directe verbondenheid van het voertuig aan de uit te voeren werkzaamheden. In het voertuig waarvoor ontheffing is aangevraagd is apparatuur aangebracht die vast met het voertuig is verbonden en die in de directe omgeving van de uit te voeren werkzaamheden beschikbaar moet zijn;

    • c.

      Te overbruggen afstand voor levering zware en/of extreem volumineuze materialen of goederen. De afstand die in het kader van de werkzaamheden met zware materialen moet worden overbrugd, is zodanig dat in redelijkheid niet verlangd kan worden dat dit zonder gebruikmaking van het voertuig plaatsvindt;

    • d.

      Uitvoering van overheidstaken, gericht op beheer en onderhoud, alsmede handhaving en toezicht. Andere dan de boven genoemde werkzaamheden, die niet zonder ontheffing kunnen worden uitgevoerd:

      • i.

        Voertuigen in gebruik van opsporing- en toezichthoudende overheidsdiensten ten tijde van hun opgedragen taakuitoefening;

      • ii.

        Voertuigen ten dienste van overheden ten tijde van deze daadwerkelijke uitvoering van werkzaamheden in opdracht van de overheid;

      • iii.

        Voertuigen t.b.v. de gemeentelijke crisisstaf, tijdens de uitvoering van hun taak.

    • e.

      Verhuizingen;

    • f.

      Trouw- en rouwauto's en volgauto's (max. 3 stuks incl. trouw- of rouwauto).

  • 3.

    Navolgende omstandigheden zijn in elk geval geen reden om ontheffing te verlenen:

    • a.

      Om redenen van efficiënte bedrijfsvoering;

    • b.

      Het vereenvoudigen van werkzaamheden ten behoeve van derden;

    • c.

      Het verkorten van routes van en naar plaatsen van tewerkstelling;

    • d.

      Het uitvoeren van werkzaamheden die op een andere wijze kunnen worden gedaan, zonder dat de regelgeving van het RVV 1990 hoeft te worden overtreden;

    • e.

      Het parkeren op gehandicaptenparkeerplaatsen;

    • f.

      Het parkeren op marktdagen daar waar de markt staat.

  • 4.

    Bij een beroep op bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van bovenstaande aanvraaggronden. Bij een beroep op deze bijzondere omstandigheden wordt de aanvraag tenminste getoetst op de volgende criteria:

    • a.

      Er ontbreekt een adequaat alternatief;

    • b.

      De belangen van de aanvrager zijn niet in strijd met de belangen van doorstroming en verkeersveiligheid;

    • c.

      Wanneer de ontheffing wordt verstrekt ontstaat geen ongewenste precedentwerking.

 

Artikel 4. Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag dient schriftelijk te worden ingediend.

  • 2.

    Voor het aanvragen van een ontheffing dient gebruik te worden gemaakt van het formulier dat wordt aangeboden op de website van de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

  • 3.

    De aanvraag bevat tenminste de volgende gegevens en bescheiden:

    • a.

      Naam, correspondentieadres, telefoonnummer en mailadres van de aanvrager;

    • b.

      Indien de aanvraag wordt gedaan door een gemachtigde voor een bedrijf: diens naam, telefoonnummer, mailadres en een door de aanvrager ondertekende machtiging, alsmede de naam van het bedrijf, het nummer van de Kamer van Koophandel, correspondentieadres;

    • c.

      Omschrijving waarvoor een ontheffing wordt verlangd;

    • d.

      De reden waarom een ontheffing wordt verlangd;

    • e.

      De periode waarvoor een ontheffing wordt verlangd;

    • f.

      De kentekens voor de voertuigen waarvoor een ontheffing wordt aangevraagd inclusief kentekenbewijs;

    • g.

      Indien geen kenteken bekend is vernoem het nummer op de verzekeringsplaat;

    • h.

      Het merk en type van het voertuig waarvoor een ontheffing wordt aangevraagd;

    • i.

      De weg waarvoor de ontheffing moet gaan gelden;

    • j.

      Indien van toepassing een werkgeversverklaring c.q. arbeidscontract.

  • 4.

    De aanvraag en de bijgevoegde bescheiden dienen in de Nederlandse taal te zijn opgesteld.

  • 5.

    De aanvraag kan betrekking hebben op meerdere voertuigen.

  • 6.

    De aanvraag dient te worden gedagtekend en ondertekend door de aanvrager of diens gemachtigde.

  • 7.

    Indien een aanvraag onvolledig is wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld om de ontbrekende informatie te verschaffen. De termijn als bedoeld in artikel 5, lid 1 gaat in op het moment dat de aanvraag volledig is ingediend.

 

Artikel 5. Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist over een aanvraag binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag volledig is ontvangen;

  • 2.

    Het college kan haar beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen. Van het besluit tot verdaging wordt voor afloop van de in het eerste lid bedoelde termijn schriftelijk mededeling gedaan aan de aanvrager.

 

Artikel 6. Intrekken, wijzigen of weigeren van een ontheffing

  • 1.

    Een ontheffing kan worden ingetrokken, gewijzigd of geweigerd:

    • a.

      Indien ter verkrijging van de ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      Indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning, ontheffing is vereist;

    • c.

      Indien de aan de ontheffing gebonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

    • d.

      Indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt;

    • e.

      Indien de ontheffingshouder onvoldoende waarborgen biedt voor een goed verloop van het gebruikmaken van de ontheffing gelet op het belang of de belangen in verband waarmee de ontheffing is vereist.

  • 2.

    De houder van een ontheffing dient wijziging van de gegevens, genoemd in artikel 4, lid 3, schriftelijk kenbaar te maken aan het college, zodat de verleende ontheffing, indien mogelijk, kan worden gewijzigd.

 

Artikel 7. Karakter van ontheffing

  • 1.

    De ontheffing wordt verleend voor een bepaalde termijn, met een maximum van 3 jaren en niet langer dan nodig.

  • 2.

    De ontheffing wordt verleend voor het kleinst mogelijk gebied of weggedeelte.

  • 3.

    De ontheffing is voertuiggebonden, tenzij in de ontheffing anders is bepaald.

  • 4.

    De ontheffing vermeldt in ieder geval:

    • a.

      Naam en adres van de ontheffinghouder;

    • b.

      Kenteken van het voertuig waarvoor ontheffing is verleend, tenzij de ontheffing niet voertuiggebonden is of dat er sprake is van een voertuig dat niet kentekenplichtig is;

    • c.

      Omschrijving van het voertuig waarvoor ontheffing is verleend;

    • d.

      Tijdvak en gebied waarvoor ontheffing is verleend;

    • e.

      Geldigheidsduur van de ontheffing;

    • f.

      Van welke verkeersregel en – indien van toepassing – van welk verkeersteken ontheffing is verleend.

  • 5.

    De ontheffing gaat vergezeld van een bewijs van verlening, waarop in elk geval de in het vierde lid genoemde gegevens staan vermeld. Het originele bewijs van verlening dient op de voorgeschreven wijze zichtbaar in, op of aan het voertuig bevestigd te zijn.

  • 6.

    Het bewijs van verlening blijft eigendom van de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

 

Artikel 8. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Aan het gebruik van de ontheffing worden door het college worden in elk geval de navolgende voorschriften verbonden:

    • a.

      De ontheffing mag slechts worden gebruikt ten behoeve van de door de aanvrager omschreven werkzaamheden en/of de te verhelpen calamiteiten welke in de ontheffing zijn opgenomen.

    • b.

      Als de ontheffing geldig is voor een bepaalde tijdsduur dient ten behoeve van controle een parkeerschijf te worden gebruikt.

    • c.

      Van de ontheffing mogen geen fotokopieën of andere afdrukken worden gemaakt.

    • d.

      De ontheffing moet op eerste vordering van bevoegde ambtenaren aan deze ter inzage worden gegeven en de houder dient derhalve de ontheffing, bij gebruik ervan, bij zich te dragen.

    • e.

      De houder mag bij het gebruik van de ontheffing de omgeving en het overige verkeer niet in gevaar brengen (o.a. Wegenverkeerswet 1994 artikel 5).

    • f.

      De houder moet bij het gebruik van de ontheffing zoveel mogelijk rekening houden met het toegankelijk houden van de omgeving voor andere weggebruikers;

    • g.

      Indien schade ontstaat aan de openbare ruimte door het gebruik van de ontheffing of door het verkeerd gebruik van de ontheffing wordt de schade verhaald op de ontheffinghouder

  • 2.

    Aan de ontheffing kunnen door het college (aanvullende) voorschriften of beperkingen worden verbonden.

  • 3.

    Degene aan wie de ontheffing is verleend is verplicht zich te houden aan de in de ontheffing gestelde voorschriften dan wel beperkingen.

  • 4.

    Bij het niet naleven van de voorschriften of beperkingen kan het college de ontheffing intrekken.

 

Artikel 9. Vervallen van de ontheffing

  • 1.

    De ontheffing vervalt:

    • a.

      Bij overlijden of verhuizen van de ontheffinghouder;

    • b.

      Bij het niet meer bestaan van het voertuig of niet meer op naam van de aanvrager is geregistreerd, indien de ontheffing op kenteken is verleend;

    • c.

      Wanneer de verkeersmaatregel, waarvoor de ontheffing is verleend, wordt ingetrokken of gewijzigd;

    • d.

      Zodra de activiteiten (vroegtijdig) zijn afgerond

    • e.

      In alle overige gevallen waarin de reden(en) die bij de aanvraag golden niet meer van toepassing zijn.

 

Artikel 10. Leges

  • 1.

    Voor het afgeven van ontheffingen zijn leges verschuldigd.

  • 2.

    De leges worden jaarlijks vastgesteld en opgenomen in de bij de Legesverordening behorende Tarieventabel van de gemeente Hardinxveld-Giessendam.

 

Artikel 11. Slot- en overgangsbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de dag na publicatie.

  • 2.

    Ontheffingen verleend voor inwerktreding van deze beleidsregels blijven – voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken – gedurende de looptijd van een ontheffing van kracht. De bij deze ontheffing vermelde voorschriften blijven eveneens van kracht.

 

Artikel 12. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: ''Beleidsregels ontheffingen artikel 87 RVV 1990 Gemeente Hardinxveld-Giessendam 2024''.

 

 

Aldus vastgesteld door het college van Hardinxveld-Giessendam op 4 juni 2024

de secretaris, de burgemeester,

Sonja van der Stel Dirk Heijkoop