Privaatrechtelijke regeling achteraf betaald parkeren Alphen aan den Rijn

 

PRIVAATRECHTELIJKE REGELING ACHTERAF BETAALD PARKEREN ALPHEN AAN DEN RIJN

(vastgesteld door de gemeenteraad op 23 november 2000)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarbij behorende bijlagen wordt verstaan onder:

• a

  parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig;

• b

  parkeervoorziening: parkeergarage of parkeerterrein aangewezen in deze regeling;

• c

  parkeerapparatuur: parkeer- en betaalautomaten en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

• d

  houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.

Artikel 2 Algemene bepalingen

• 1

  Deze regeling is van toepassing op parkeervoorzieningen welke door, of namens, de gemeente Alphen aan den Rijn worden geëxploiteerd en alwaar privaatrechtelijk gelden worden gevraagd of geheven ten behoeve van parkeren.

• 2

  Bij het in- of oprijden van een parkeervoorziening als bedoeld in deze regeling, ontstaat een huurovereenkomst voor een parkeerplaats tussen degene die het voertuig parkeert en de gemeente. De huurovereenkomst wordt vastgelegd in de vorm van een inrijkaart.

• 3

  Ten aanzien van de huurovereenkomst is vergoeding verschuldigd. Deze vergoeding wordt per tijdseenheid berekend en wordt voor het verlaten van de parkeervoorziening in rekening gebracht.

• 4

  Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

  • a

    degene die de vergoeding voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de vergoeding te willen voldoen;

  • b

    zolang de vergoeding niet is voldaan: de houder van het voertuig.

Artikel 3 Tarief en tijdvak van de vergoeding

Burgemeester en wethouders stellen bij openbaar bekend te maken besluit het tarief en het tijdvak van de vergoeding vast.

Artikel 4 Abonnementen

• 1

  Ten behoeve van het parkeren op of in de parkeervoorzieningen kan een langlopende huurovereenkomst worden afgesloten. Ter zake is een vergoeding verschuldigd. Deze langlopende huurovereenkomst wordt verder aangeduid als abonnement.

• 2

  Door of namens de gemeente wordt na aankoop van een abonnement een gecombineerde in-/uitrijkaart verstrekt waarmee de huurder gedurende het overeengekomen tijdvak toegang heeft tot de parkeervoorziening of combinatie van parkeervoorzieningen waarvoor het abonnement geldig is.

• 3

  De gemeente verzekert de houder van een abonnement plaatsgarantie.

• 4

  Burgemeester en wethouders stellen bij openbaar bekend te maken besluit ten aanzien van de abonnementen het volgende vast:

  • a

    de parkeervoorziening en/of combinatie van parkeervoorzieningen ten aanzien waarvan het abonnement geldig is;

  • b

    het soort abonnement;

  • c

    de geldigheidsduur;

  • d

    het tarief;

  • e

    het tarief voor het opnieuw verstrekken (wegens verlies e.d.) van een gecombineerde in-/uitrijkaart);

  • f

    het tijdvak van de vergoeding.

Artikel 5 Openingstijden

• 1

  De openingstijden van de parkeervoorzieningen worden door burgemeester en wethouders bij openbaar bekend te maken besluit vastgesteld.

• 2

  a Wanneer degene die het voertuig heeft geparkeerd een parkeervoorziening buiten

b de openingstijden wil verlaten en hiervoor de gemeente, of namens de gemeente de be-heerder, moet worden opgeroepen, is terzake oproepgeld verschuldigd;

burgemeester en wethouders stellen bij openbaar bekend te maken besluit de hoogte van het oproepgeld vast.

• 3

  Houders van een abonnement als bedoeld in artikel 4 van deze regeling kunnen ook buiten de openingstijden gebruik maken van de parkeervoorzieningen wanneer dit is overeengekomen. Hiertoe dient de gecombineerde in-/uitrijkaart als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze regeling.

• 4

  Houders van een abonnement zijn geen oproepgeld verschuldigd.

Artikel 6 Overige bepalingen

• 1

  Burgemeester en wethouders bepalen bij openbaar bekend te maken besluit binnen welke tijd, na betaling van de verschuldigde vergoeding, kan worden uitgereden.

• 2

  Burgemeester en wethouders bepalen bij openbaar bekend te maken besluit binnen welke tijd, na het inrijden van een parkeervoorziening, de parkeervoorziening zonder betaling van een vergoeding kan worden uitgereden.

Artikel 7 Toepassingsbepaling

Deze regeling is van toepassing op de volgende parkeervoorzieningen:

• a

  Parkeergarage Thorbeckeplein;

• b

  Parkeerdak Aarhof;

• c

  Parkeerterrein Aarplein-oost;

• d

  Parkeerdak Hoogvliet, locatie Julianastraat;

• e

  Parkeerterrein op het voormalig ijsclubterrein.

Artikel 8 Overgangsbepalingen

• 1

  Abonnementen welke zijn verstrekt onder de werking van de Regeling privaatrechtelijk par-keren Alphen aan den Rijn van 18 december 1997 blijven na inwerkingtreding van deze re-geling van kracht tot de periode waarvoor het abonnement is verstrekt is verlopen.

• 2

  Burgemeester en wethouders stellen ten aanzien van houders van een bewonersvergunning, als bedoeld in artikel 4 van de Parkeerverordening 1999, en abonnementhouders welke, ten tijde van de vaststelling van deze regeling, gebruik maken van de locaties als genoemd in artikel 7, onder a, b en c, van deze regeling, een overgangsregeling vast.

Artikel 9 Slotbepalingen

• 1

  In die gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

• 2

  Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 december 2000.

• 3

  Deze regeling kan worden aangehaald als de Privaatrechtelijke regeling achteraf betaald parkeren Alphen aan den Rijn.

BESLUIT OP GROND VAN DE PRIVAATRECHTELIJKE REGELING ACHTERAF BETAALD PARKEREN ALPHEN AAN DEN RIJN

(vastgesteld door burgemeester en wethouders op 23 november 2008)

Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op de Privaatrechtelijke regeling achteraf betaald parkeren Alphen aan den Rijn:

• I

  Op grond van artikel 3 het volgende tarief en tijdvak van de vergoeding vast te stellen:

  • 1

    De tarieven en het tijdvak voor parkeren bedragen/zijn:

• 2

  Het tarief voor een verloren inrijkaart bedraagt: € 11,00. Hierbij dient ook de gebruikte parkeertijd te worden vergoed.

  • II

    Op grond van artikel 4, vierde lid, de volgende tarieven, tijdvak van de vergoeding en locaties vast te stellen:

• 1

  Voor de volgende parkeervoorzieningen is een abonnement verkrijgbaar:

  • a

    Parkeergarage Thorbeckeplein;

  • b

    Parkeergarage Castellum;

  • c

    Parkeerdak Aarhof;

  • d

    Parkeerterrein Aarplein-oost.

• 2

  De volgende soorten abonnementen zijn verkrijgbaar:

  • a

    “plus”-abonnement;

  • b

    “werkdag”-abonnement;

  • c

    “nacht”-abonnement.

• 3

  De in het vorige lid genoemde abonnementen hebben de volgende geldigheidsduur:

  • a

    geldig op alle dagen, 24 uur per dag;

  • b

    geldig op werkdagen (van maandag tot en met vrijdag) van 07.00-22.00 uur;

  • c

    geldig op alle dagen van 17.00-10.00 uur.

• 4

  De volgende soorten abonnementen zijn verkrijgbaar voor de volgende parkeervoorziening en combinatie van parkeervoorzieningen tegen de volgende tarieven en per tijdvak van vergoeding:

Abonnementen kunnen worden verstrekt tegen een maximale periode van 1 jaar. Het tarief van een jaarabonnement is het maandtarief vermenigvuldigd met 12.

• 5

  Een abonnement voor de locaties c en d zijn is geldig voor gebruik van beide locaties.

• 6

  Het tarief voor wegens verlies het opnieuw te verstrekken abonnementkaart (in-/uitrijkaart) bedraagt: € 22,=.

• III

  Op grond van artikel 5, eerste lid, de openingstijden vast te stellen:

IVOp grond van artikel 5, tweede lid, onder b, het oproepgeld vast te stellen:

€ 68,00.

VOp grond van artikel 6, eerste en tweede lid, de uitrijtijd vast te stellen:

De uitrijtijd voor alle locaties is: 15 minuten.

• VI

  Slotbepalingen:

• 1

  Het op 20 maart 2008 vastgestelde uitvoeringsbesluit wordt ingetrokken;

• 2

  Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2009.

Alle genoemde bedragen zijn inclusief B.T.W.