Organisatie | Amersfoort |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Wet aanpak woonoverlast |
Citeertitel | Beleidsregels Wet aanpak woonoverlast |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2024 | nieuwe regeling | 12-06-2024 |
De burgemeester van Amersfoort;
Overwegende dat het noodzakelijk is beleid te formuleren inzake het opleggen van een Gedragsaanwijzing ter bestrijding van ernstige woonoverlast als bedoeld in artikel 151d van de Gemeentewet;
Gelet op artikel 151d van de Gemeentewet, artikel 2:79 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort en de artikelen 5:2 en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Vast te stellen de ‘‘Beleidsregels Wet aanpak woonoverlast’’:
Artikel 4 Inhoud van de melding
De melding van woonoverlast moet in ieder geval bevatten:
Hoofdstuk 3 Afwegingen aanpak woonoverlast
Artikel 6 Psychisch of psychiatrische aandoening bij overlastsituatie
Als blijkt dat er een integrale domeinoverstijgende ketenaanpak nodig is, omdat het een huurder betreft met meervoudige complexe problematiek, kan in overleg met de betrokken instanties besloten worden om de casus aan te melden voor advies- en triage voor de persoonsgerichte aanpak woonoverlast van de gemeente.
Artikel 7 Toepassing artikel 2:79 APV
Alvorens een gedragsaanwijzing door de burgemeester wordt opgelegd dient alle bekende informatie te wordt vastgelegd in een overlastdossier. Hierbij is het van belang dat de woonoverlast kan worden onderbouwd aan de hand van meldingen bij de politie, woningbouwcorporaties, verenigingen van eigenaren en andere ketenpartners.
Indien ernstige, herhalende woonoverlast eventueel in combinatie met risico’s voor omwonenden, dusdanig groot blijven dat de veiligheid voor omwonenden in het geding is, kan de burgemeester een gedragsaanwijzing opleggen. Dit geldt ook voor inwoners die niet zijn geïncludeerd binnen de persoonsgerichte aanpak.
In de gedragsaanwijzing wordt duidelijk en concreet omschreven welke gedraging(en) moet(en) worden gestaakt, binnen welke termijn en wat de gevolgen zijn als niet aan deze last wordt voldaan. De gedragsaanwijzing bevat tevens een beschrijving van de ingezette aanpak om de woonoverlast te beëindigen.
Conform artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de overlastgever voordat een definitief besluit wordt genomen in de gelegenheid gesteld om zijn of haar zienswijze te geven op het voornemen om een gedragsaanwijzing op te leggen. In spoedeisende situaties kan van het horen worden afgezien.
Artikel 10 Tijdelijk aanwezigheidsverbod
De in artikel 9 bedoelde last kan eveneens inhouden een verbod voor de meerderjarige overlastgever om aanwezig te zijn in of bij de woning of bij het erf van waaruit de gedraging(en) plaatsvinden, voor de duur van maximaal tien dagen. Bij ernstige vrees voor verdere overtreding te verlengen tot ten hoogste vier weken.
Per 1 juli 2017 is landelijk de Wet aanpak woonoverlast in werking getreden. Daarbij is een nieuw artikel 151d Gemeentewet ingevoerd waarin de gemeenteraad aan de burgemeester de (discretionaire) bevoegdheid kan geven om specifieke gedragsaanwijzingen op te leggen aan overlastgevers in zowel huur- als koopwoningen. De gemeenteraad heeft bij besluit in november 2018 besloten om toepassing te geven aan de in artikel 151d Gemeentewet bedoelde bevoegdheid. De uitwerking hiervan is terug te vinden in artikel 2:79 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort. Hiermee worden de wettelijke mogelijkheden die gemeenten hebben in de aanpak van woonoverlast vergroot.
Op 1 januari 2021 is artikel 151d van de Gemeentewet aangepast. Door de aanpassing heeft de gemeenteraad de bevoegdheid om in een verordening op te nemen dat verhuurders een zorgplicht hebben om ervoor te zorgen dat door gedragingen in of vanuit de woningen die zij verhuren geen ernstige en herhaaldelijke hinder wordt veroorzaakt. Daardoor kan ook aan de verhuurder van een woning een gedragsaanwijzing worden opgelegd.
Het opleggen van een gedragsaanwijzing door de burgemeester kan worden toegepast als blijkt dat de overlastgever op geen enkele andere manier is te bewegen om het overlastgevende gedrag te stoppen. Het is van belang om andere manieren zoals hulpverlening; buurtbemiddeling of andere vormen van ondersteuning eerst goed uit te nutten alvorens wordt overgegaan tot het opleggen van een gedragsaanwijzing.
Huurders en woningeigenaren zijn er zelf verantwoordelijk voor om geen overlast te veroorzaken en zorg te dragen voor de eigen woonomgeving. Op het moment dat een inwoner overlast ervaart van een buur of omwonende is het van belang dat iemand zelf actie onderneemt en hierover het gesprek aangaat met de veroorzaker. Als dit geen oplossing biedt kan iemand hiervoor ondersteuning vragen aan bijvoorbeeld buurtbemiddeling van indebuurt033. Als ook dit geen oplossing biedt kan er een melding van de overlast worden gedaan bij de verhurende instantie of de wijkagent.
Bij overlast veroorzaakt door een huurder van een woning in beheer van een woningcorporatie, is het voorliggend dat de woningcorporatie een huurrechtelijke gedragsaanwijzing oplegt vanuit het huurrecht. Indien de frequentie en de intensiteit van de overlast en risico’s voor omwonenden, dusdanig groot blijven dat de veiligheid in het geding is, kan de burgemeester ook rechtstreeks een bestuursrechtelijke gedragsaanwijzing opleggen.
Indien er sprake is van woonoverlast als gevolg van (domein)overstijgende en complexe multi-problematiek kan een instantie binnen de gemeente Amersfoort een aanmelding doen voor advies en triage bij de persoonsgerichte aanpak woonoverlast. Hier kan worden bepaald of een persoon wordt geïncludeerd binnen deze aanpak, dit gaat op basis van harde inclusie criteria. De persoonsgerichte aanpak betreft een op de persoon en diens (gezins)systeem toegesneden integrale aanpak, waarbij een combinatie van bestuursrechtelijke, strafrechtelijke, zorg en overige interventies wordt ingezet om de overlast te stoppen en de persoon in kwestie perspectief te bieden.
Bij de toepassing van artikel 2:79 APV en het overgaan tot het opleggen van een gedragsaanwijzing is er binnen de gemeente Amersfoort de mogelijkheid om een casus aan te melden voor de persoonsgerichte aanpak woonoverlast. Mits deze voldoet aan de daarvoor gestelde criteria. Indien de casus niet wordt geïncludeerd binnen de persoonsgerichte aanpak wordt aan de meldende partij een advies gegeven over mogelijke vervolginterventies. De burgemeester kan los van (inclusie binnen) de persoonsgerichte aanpak, bij overlast en risico’s voor omwonenden waarbij de veiligheid in het geding is en er geen andere mogelijkheden meer zijn, overgaan tot het opleggen van een gedragsaanwijzing.
De burgemeester kan direct een verhuurder aanspreken en hoeft daarvoor niet eerst de huurder te hebben aangesproken. Dit is wenselijk wanneer verschillende huurders van dezelfde verhuurder hinder hebben veroorzaakt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn in panden waar meerdere huurders wonen of waar huurders snel wisselen.
Wanneer in een persoonsgerichte aanpak en in overleg met relevante ketenpartners men van oordeel is dat een tijdelijk aanwezigheidsverbod het beste remedium is, dan wordt er een voorstel voorgelegd aan de burgemeester. Het voorstel omvat een beschrijving van de plaats en duur (maximaal 10 dagen) waar het voor geldt, en de feiten en omstandigheden die aanleiding hebben gegeven voor het tijdelijke aanwezigheidsverbod. Tevens wordt duidelijk omschreven waarom er niet voor een reguliere last onder dwangsom of bestuursdwang wordt gekozen. Op basis van het voorstel neemt de burgemeester een besluit. In voorkomende gevallen kan er ook een tijdelijk aanwezigheidsverbod worden opgelegd aan personen die niet geïncludeerd zijn binnen de persoonsgerichte aanpak.