Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland

Organisatiebesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingOrganisatiebesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2024
CiteertitelOrganisatiebesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2024
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Organisatiebesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen
  2. Wet publieke gezondheid
  3. Gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost-Gelderland
  4. Organisatieplan
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-06-202401-01-2024nieuwe regeling

10-06-2024

bgr-2024-851

Tekst van de regeling

Intitulé

Organisatiebesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2024

Het dagelijks bestuur van GGD Noord- en Oost-Gelderland;

 

gelet op artikel 33b, eerste lid onder c, Wet gemeenschappelijke regelingen, de Wet publieke gezondheid, de Gemeenschappelijke Regeling GGD Noord- en Oost-Gelderland en het Organisatieplan van GGD Noord- en Oost-Gelderland;

 

 

besluit:

 

 

vast te stellen het Organisatiebesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2024.

 

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • -

    directeur publieke gezondheid: de directeur publieke gezondheid, bedoeld in artikel 18 van de gemeenschappelijke regeling;

  • -

    gemeenschappelijke regeling: de Gemeenschappelijke Regeling GGD Noord- en Oost-Gelderland;

  • -

    gemeenten: de gemeenten waarvan de colleges van burgemeester en wethouders deelnemen in de gemeenschappelijke regeling

  • -

    GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s, onderdeel van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;

  • -

    project: een activiteit die eindig is en een concreet eindresultaat moet opleveren, waarbij meerdere disciplines of organisatieonderdelen betrokken zijn, zo nodig samengevoegd in een programma;

  • -

    veiligheidsregio: het openbaar lichaam Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland.

Artikel 2. Inrichting van de ambtelijke organisatie

  • 1.

    De organisatie bestaat uit een directeur, clusters die onderverdeeld zijn in teams, en een staf.

  • 2.

    De organisatie kent de volgende clusters, die elk onder leiding staan van een strategisch manager en die over ten minste één tactisch manager beschikken:

    • a.

      Algemene Gezondheidszorg (AGZ)

    • b.

      Jeugdgezondheid en Gezondheidsbevordering (JGB)

    • c.

      Strategie, Onderzoek en Organisatie (SOO).

  • 3.

    De directeur publieke gezondheid laat zich bijstaan door een staf die ten minste bestaat uit een concerncontroller, een directiesecretaris en een strategisch adviseur.

  • 4.

    De directeur publieke gezondheid bepaalt in overleg met de strategisch managers de taken van de teams en de indeling van de teams binnen de clusters.

  • 5.

    De directeur publieke gezondheid bepaalt in overleg met de strategisch managers de kaders en de uitwerking van welke taken de tactisch managers vervullen en aan welke teams deze zijn verbonden, rekening houdend met de mate van zelfstandigheid van teams en de behoefte aan aansturing.

  • 6.

    De directeur publieke gezondheid legt de inrichting van de organisatie vast in een organogram dat bij deze regeling behoort.

Hoofdstuk II. Taken en verantwoordelijkheden

Artikel 3. De directeur publieke gezondheid

  • 1.

    De directeur publieke gezondheid geeft leiding aan de ambtelijke organisatie van de GGD en legt rechtstreeks verantwoording af aan het dagelijks bestuur.

  • 2.

    De directeur publieke gezondheid, met inachtneming van de instructie die het algemeen bestuur vaststelt op grond van artikel 18, derde lid, van de gemeenschappelijke regeling:

    • a.

      is integraal verantwoordelijk voor het uitvoeren van de taken van de GGD, voor het realiseren van opgedragen resultaten en doelstellingen, en voor de inzet en beheer van de beschikbaar gestelde middelen;

    • b.

      bevordert het relatiebeheer en de samenwerking met de gemeenten, met andere opdrachtgevers en met ketenpartners op het gebied van de publieke gezondheid;

    • c.

      bevordert gedrag en cultuur gericht op vraaggericht werken, samenwerking, wendbaarheid en zelfstandigheid door medewerkers en teams;

    • d.

      draagt zorg voor een adequate voorbereiding en uitvoering van besluiten van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur door de ambtelijke organisatie;

    • e.

      draagt zorg voor een goede communicatie, samenwerking en afstemming van werkzaamheden tussen de organisatieonderdelen van de GGD;

    • f.

      treedt op als bestuurder in het kader van de Wet op de ondernemingsraden;

    • g.

      treedt op als adviseur van het dagelijks bestuur in het lokaal overleg tussen de werkgever en vakbonden, bedoeld in artikel 12.1 van de cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (SGO).

  • 3.

    De directeur publieke gezondheid geeft leiding aan de strategisch managers en aan de staf.

  • 4.

    De directeur publieke gezondheid is verantwoordelijk voor de inhoudelijk leiding aan de GHOR en legt daarover verantwoording af aan het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio, met inachtneming van de Organisatieregeling van de Veiligheidsregio en van het convenant Bestuurlijke en ambtelijke samenwerking Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en GGD Noord- en Oost-Gelderland d.d. 1 november 2022.

Artikel 4. De adjunct-directeur publieke gezondheid

  • 1.

    De adjunct-directeur publieke gezondheid, tevens strategisch manager, vervangt zo nodig de directeur publieke gezondheid, met inachtneming van het besluit van het algemeen bestuur over de vervanging en de instructie die het algemeen bestuur vaststelt op grond van artikel 18, derde lid, van de gemeenschappelijke regeling.

  • 2.

    De adjunct-directeur draagt onder verantwoordelijkheid van de directeur publieke gezondheidszorg zorg voor de inhoudelijke leiding aan het hoofd van het GH0R-bureau en het GHOR-bureau, met inachtneming van de Organisatieregeling van de Veiligheidsregio en van het convenant Bestuurlijke en ambtelijke samenwerking Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en GGD Noord- en Oost-Gelderland d.d. 1 november 2022.

Artikel 5. De strategisch manager

  • 1.

    De strategisch manager geeft leiding aan de teams en de tactisch managers binnen zijn cluster, en legt verantwoording af aan de directeur publieke gezondheid.

  • 2.

    De strategisch manager:

    • a.

      is integraal verantwoordelijk voor het uitvoeren van de taken van het cluster, voor het realiseren van opgedragen resultaten en doelstellingen, en voor de inzet en beheer van de beschikbaar gestelde middelen;

    • b.

      bevordert het relatiebeheer en de samenwerking met de gemeenten, met andere opdrachtgevers en met ketenpartners binnen zijn cluster;

    • c.

      bevordert gedrag en cultuur binnen het cluster gericht op vraaggericht werken, samenwerking, wendbaarheid en zelfstandigheid door medewerkers en teams;

    • d.

      draagt zorg voor een goede communicatie, samenwerking en afstemming van werkzaamheden tussen de teams van zijn cluster en met de andere organisatieonderdelen van de GGD.

  • 3.

    Bij afwezigheid vervangen de strategisch managers elkaar, tenzij het managementteam anders beslist.

Artikel 6. De tactisch manager

  • 1.

    De tactisch manager richt zich, met inachtneming van het bepaalde op grond van artikel, 2, vijfde lid, op de ontwikkeling van de teams en de medewerkers (mens en organisatie) en/of op de ontwikkeling en realisatie van producten en diensten door de teams. De tactisch manager stimuleert de samenwerking tussen teams en clusters.

  • 2.

    De tactisch manager draagt in overleg met strategisch manager bij aan:

    • a.

      de uitvoering van het organisatie- en personeelsbeleid voor de medewerkers en teams;

    • b.

      de ontwikkeling van de medewerkers en de teams en in het bijzonder de zelfstandigheid van de teams;

    • c.

      de juiste kwantitatieve en kwalitatieve bezetting van de teams.

    • d.

      het realiseren van producten en diensten door de teams;

    • e.

      het relatiebeheer voor opdrachtgevers en ketenpartners, in afstemming de relatiemanagers die binnen de organisatie werkzaam zijn;

    • f.

      het vergroten van de kwaliteit en doelmatigheid van de werkprocessen.

  • 3.

    Bij afwezigheid vervangen de tactisch managers elkaar, tenzij de strategisch manager of het managementteam anders beslist.

Artikel 7. De teams en medewerkers

  • 1.

    Verantwoordelijkheden liggen zoveel mogelijk bij de teams en medewerkers voeren hun werkzaamheden zo zelfstandig mogelijk uit.

  • 2.

    De medewerkers in de teams zijn verantwoordelijk voor de implementatie en uitvoering van het inhoudelijk beleid op het taakgebied van het team. Daartoe behoren in ieder geval:

    • a.

      het organiseren en uitvoeren van de primaire processen;

    • b.

      inzicht in en overzicht van het vakgebied, met oog voor innovatie;

    • c.

      contact onderhouden en samenwerken met interne stakeholders en – in afstemming met de relatiemanager - met externe stakeholders;

    • d.

      het bijdragen aan de kwaliteit van de dienstverlening, aan het beheer van applicaties en aan de bescherming van persoonsgegevens.

  • 3.

    Na overleg met team kan de strategisch manager taken voor de implementatie en uitvoering van het inhoudelijk beleid op het taakgebied van het team beleggen bij een of meerdere medewerkers van het team.

Artikel 8. Het managementteam

  • 1.

    Het managementteam bestaat uit de directeur publieke gezondheid, de strategisch managers en de concerncontroller. De directeur publieke gezondheid is voorzitter van het managementteam.

  • 2.

    Het managementteam voert regelmatig overleg over:

    • a.

      het strategische beleid van de GGD en de beleidscyclus, waaronder de begroting, rapportages en de jaarstukken.

    • b.

      de informatie-uitwisseling en afstemming van beleid en werkzaamheden tussen de organisatieonderdelen.

    • c.

      de beleidskaders en uitvoering van de taken van de organisatieonderdelen.

    • d.

      de beleidskaders en uitvoering van het kwaliteitssysteem,

    • e.

      de beleidskaders en uitvoering op het gebied van personeel en organisatie, facilitaire zaken, financiële zaken, communicatie en informatievoorziening en automatisering.

  • 3.

    Het managementteam beslist op basis van consensus. Bij ontbreken hiervan beslist de directeur publieke gezondheid.

Hoofdstuk III. Kwaliteit

Artikel 9. Kwaliteit van de zorgverlening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur van de GGD, of namens deze de directeur publieke gezondheid, heeft op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg de verantwoordelijkheid om de zorgverlening binnen de GGD zodanig te organiseren, dat de medewerkers goede zorg kunnen verlenen. Hiertoe draagt de GGD onder meer zorg voor een adequate toedeling van bevoegdheden, verantwoordelijkheden en afstemmings- en verantwoordingsplichten.

  • 2.

    Medische, verpleegkundige of paramedische beroepsbeoefenaren zijn op grond van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg verantwoordelijk voor hun eigen medisch, verpleegkundig of paramedisch handelen.

  • 3.

    De directeur publieke gezondheid stelt een of meer adviserende organen in, waarin:

  • 4.

    vertegenwoordigers van de verschillende professionals binnen de organisatie, waaronder in ieder geval medische, verpleegkundige of paramedische disciplines, gevraagd en ongevraagd kunnen adviseren over de het eerste en tweede lid bedoelde onderwerpen en/of

  • 5.

    de zorgverleners die zorg verlenen aan zijn cliënten, in de gelegenheid worden gesteld om invloed uit te oefenen op het beleid dat moet leiden tot het verlenen van goede zorg.

Hoofdstuk IV. Bijzondere functies

Artikel 10. De concerncontroller

  • 1.

    De concerncontroller adviseert en rapporteert over rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid over:

    • a.

      de kwaliteit en resultaten van werkprocessen of onderdelen van de organisatie

    • b.

      de ontwikkeling van werkprocessen of onderdelen van de organisatie;

    • c.

      de mate waarin werkprocessen of onderdelen van de organisatie in control zijn.

  • 2.

    De concerncontroller kan de inlichtingen inwinnen die voor een goede vervulling van zijn taak nodig zijn.

  • 3.

    De concerncontroller draagt zorg voor een onderzoekstelsel en oordeelsvorming door middel van interne controle ten behoeve van de door het dagelijks bestuur af te leggen rechtmatigheidsverklaring.

  • 4.

    De concerncontroller legt verantwoording af aan de directeur publieke gezondheid en adviseert zo nodig rechtstreeks aan het dagelijks bestuur, in het bijzonder als hij bij de uitoefening van zijn taken onrechtmatigheden, niet gemelde risico’s of andere onvolkomenheden signaleert.

  • 5.

    Bij langdurige afwezigheid van de concerncontroller wijst de algemeen directeur een tijdelijk vervanger aan.

Artikel 11. De directiesecretaris

De directiesecretaris draagt onder verantwoordelijkheid van de directeur publieke gezondheid zorg voor een adequate voorbereiding en uitwerking van de vergaderingen van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en het managementteam.

Artikel 12. De functionaris gegevensbescherming

  • 1.

    De functionaris gegevensbescherming vervult ten minste de volgende taken:

    • a.

      informeren en adviseren van de organisatie over de verplichtingen op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming en andere wet- en regelgeving;

    • b.

      toezien op de naleving van de van de verplichtingen van de AVG, met inbegrip van de bewustmaking en opleiding van de medewerkers, die betrokken zijn bij het verwerken van de persoonsgegevens, en het uitvoeren van audits;

    • c.

      adviseren over de gegevensbeschermingseffectbeoordeling (data protection impact assessments, DPIA’s);

    • d.

      samenwerken met de Autoriteit Persoonsgegevens;

    • e.

      optreden als contactfunctionaris voor de Autoriteit Persoonsgegevens;

    • f.

      optreden als de contactfunctionaris voor betrokkenen over alle aangelegenheden in verband met de verwerking van hun persoonsgegevens en de uitoefening van hun rechten, waaronder ook behandeling van vragen en klachten van burgers.

  • 2.

    De functionaris gegevensbescherming legt verantwoording af aan de directeur publieke gezondheid en adviseert zo nodig rechtstreeks aan het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid van de functionaris gegevensbescherming wijst de algemeen directeur een tijdelijk vervanger aan.

Hoofdstuk V. Planning- en controlcyclus en projecten

Artikel 13. Planning- en controlcyclus

  • 1.

    De bestuurlijke planning- en controlcyclus van de GGD omvat:

    • a.

      de bestuursagenda (vierjaarlijkse vast te stellen door het algemeen bestuur);

    • b.

      de uitgangspuntennota (vast te stellen door het dagelijks bestuur);

    • c.

      de programmabegroting inclusief meerjarenraming (vast te stellen door het algemeen bestuur);

    • d.

      de productenraming (vast te stellen door het dagelijks bestuur);

    • e.

      de managementrapportages (vast te stellen door de directeur publieke gezondheid);

    • f.

      de bestuursrapportages (vast te stellen door het dagelijks bestuur);

    • g.

      de jaarstukken (vast te stellen door het algemeen bestuur).

  • 2.

    De interne planning- en controlcyclus van de GGD omvat:

    • a.

      de team- en/of productplannen (vast te stellen door de strategisch manager)

    • b.

      het GGD-plan (vast te stellen door de directeur publieke gezondheid)

    • c.

      (bijdragen van clusters en teams aan) de managementrapportage

    • d.

      (bijdragen van clusters en teams aan) de jaarstukken

  • 3.

    De teams, projectleiders, tactisch managers en strategisch managers verlenen voor hun taakgebieden hun medewerking aan het opstellen van P&C-stukken. Zij leggen in de rapportages en de jaarstukken verantwoording af over de uitvoering van plannen, projecten en activiteiten en over de uitputting van de beschikbaar gestelde budgetten en investeringen. Zij leveren hiertoe tijdig de benodigde informatie.

Artikel 14. Projecten

  • 4.

    De directeur publieke gezondheid en de strategisch manager kunnen tijdelijke structuren inrichten in de vorm van een project. De directeur publieke gezondheid en de strategisch manager bespreken vooraf in het managementteam het initiatief tot en de afronding van een project.

  • 5.

    De directeur publieke gezondheid of een strategisch manager is de ambtelijk opdrachtgever.

  • 6.

    De ambtelijk opdrachtgever draagt zorg voor de inrichting van het project en stemt de capaciteit voor de organisatie van een project af met de betrokken strategisch managers.

  • 7.

    Voor ieder programma of project wordt een opdracht en een projectplan opgesteld. De ambtelijk opdrachtgever stelt deze documenten vast.

  • 8.

    De projectleider rapporteert aan de ambtelijk opdrachtgever.

  • 9.

    Het beschikbaar stellen van middelen voor projecten en de verantwoording over de voortgang en de uitgaven, verloopt conform de planning- en controlcyclus.

  • 10.

    Samenhangende projecten kunnen worden ondergebracht in een programma. De directeur publieke gezondheid of een strategisch manager is de ambtelijk opdrachtgever van een programma.

Hoofdstuk VI. Slotbepalingen

Artikel 15. Uitleg van dit besluit

Bij twijfel over de uitleg van dit besluit of in de gevallen waarin dit besluit niet voorziet, beslist het dagelijks bestuur, gehoord de directeur publieke gezondheid.

Artikel 16. Intrekking

Het Organisatiebesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2014 wordt ingetrokken.

Artikel 17. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2024.

  • 2.

    Dit besluit is aan te halen als "Organisatiebesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2024".

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 10 juni 2024.

drs. J.J. Baardman,

directeur publieke gezondheid

A.J. Prins,

voorzitter

BIJLAGE Organogram ambtelijke organisatie GGD Noord- en Oost-Gelderland