Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Limburg

Nota Participatie onder de Omgevingswet Provincie Limburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLimburg
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingNota Participatie onder de Omgevingswet Provincie Limburg
CiteertitelNota Participatie onder de Omgevingswet Provincie Limburg
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 10.3b van het Omgevingsbesluit
  3. artikel 10.8 van het Omgevingsbesluit
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-06-2024nieuwe regeling

26-03-2024

prb-2024-8781

DOC-00656769

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Participatie onder de Omgevingswet Provincie Limburg

Gedeputeerde Staten van Limburg,

 

Gelet op artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Gelet op de artikelen 10.3b en 10.8 van het Omgevingsbesluit

 

BESLUITEN

 

Vast te stellen de Nota Participatie onder de Omgevingswet Provincie Limburg

 

1. Context

 

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Deze wet brengt een groot deel van regels over de (fysieke) leefomgeving samen. Het vervangt 26 wetten en nog meer algemene maatregelen van bestuur en regelingen. De Omgevingswet is het nieuwe wettelijk kader voor het beschermen en benutten van de (fysieke) leefomgeving. Dit moet onder andere het aanvragen van omgevingsvergunningen makkelijker maken. Hiervoor is een digitaal loket gemaakt voor zowel inwoners als bedrijven.

Onder de Omgevingswet is participatie van belang. Het Informatiepunt Leefomgeving1 en de Vereniging Nederlandse Gemeenten2 hebben op hun websites gepubliceerd over hoe participatie gebruikt en vormgegeven kan worden. Deze informatie is gebruikt bij het opstellen van deze nota.

 

Volgens de Omgevingswet moet de Provincie als initiatiefnemer en bevoegd gezag aangeven hoe ze omgaat met participatie bij de voorbereiding van bepaalde beslissingen. Dit wordt uitgewerkt in deze nota. Het gaat dan om beslissingen over de omgevingsvisie, omgevingsverordening en programma's en wijzigingen daarvan. De wet zegt niets over hoe deze participatie er precies uit moet zien. Ook voor het nemen van projectbesluiten zal aan participatie gedaan moeten worden. Deze nota kan ook daarbij hulp bieden. We zullen altijd moeten nadenken over hoe en in welke mate we als initiatiefnemer participatie organiseren.

 

In een tweede rol als bevoegd gezag moet de Provincie aanvragen om een omgevingsvergunning beoordelen. Dan kunnen en mogen we geen participatie afdwingen of regels daarvoor opstellen. We kunnen ons voorstellen dat aanvragers niet goed weten hoe ze participatie voor hun aanvraag moeten organiseren. In een aparte ‘Handreiking vergunningsaanvragen onder de Omgevingswet’ geven we tips waar een aanvrager aan kan denken3. Deze tips zijn geen verplichting. Het is voor een aanvrager wel handig om over participatie met de omgeving na te denken. Door te weten wat er bij de mensen speelt, kunnen misschien bezwaren tegen een aanvraag worden voorkomen.

2. Doelstelling

 

Het doel van deze nota is om aan te geven hoe de Provincie als initiatiefnemer en bevoegd gezag omgaat met het betrekken van bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en betrokken bestuursorganen bij de beslissingen die ze neemt. Het gaat dan om participatie waar de Provincie een rol heeft als initiatiefnemer en/of bevoegd gezag voor (wijzigingen in) de omgevingsvisie, omgevingsverordening en bij de ontwikkeling van programma’s en projectbesluiten. Deze nota is alleen bedoeld voor besluiten vanuit de Omgevingswet en niet voor beslissingen van de Provincie over andere beleidsdocumenten en procedures.

 

De participatierichtlijnen sluiten aan op de zeven uitgangspunten die in het Coalitieakkoord zijn vastgelegd voor een goed samenspel tussen Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en het ambtelijk apparaat4. Deze laten zien hoe de Provincie de communicatie met de samenleving wil voeren. In de communicatie met de samenleving staan vijf kernwaarden (samen, open, transparante, inclusieve en toegankelijke participatie) centraal. Hiermee wordt toegewerkt naar opbouwen van vertrouwen van onze inwoners in hun provinciale overheid.

 

  • In de kernwaarde Samen wil de Provincie samenwerken met de samenleving door met elkaar te praten en te luisteren. Als provinciale overheid willen we de belangen begrijpen van onze bewoners en bedrijven en groepen die voor anderen opkomen.

  • Een Open overheid is deskundig, aanspreekbaar en staat klaar voor onze bewoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en betrokken bestuursorganen.

  • In de kernwaarde Uitnodigend is het contact met de samenleving belangrijk. We nemen de tijd om op een goede manier met elkaar te praten. Dit betekent eerlijk zijn over wat we doen en waarom, voor en tijdens gesprekken.

  • Bij Inclusief gaat het erom dat iedereen mee kan doen, ongeacht wie je bent. We kijken naar verschillende mensen die meedoen en houden daar rekening mee. Betrek zoveel mogelijk mensen bij je plannen.

  • Het gaat bij Toegankelijkheid niet alleen om toegankelijk en begrijpelijk taalgebruik, informatie maar ook om bereikbaarheid van plekken waar mensen samenkomen.

Deze vijf kernwaarden zijn de basis van de tien aandachtspunten van paragraaf 7 om uit te leggen en te motiveren hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen betrokken zijn geweest bij de voorbereiding en de resultaten daarvan.

 

Het motto “Elke Limburger telt" van het Coalitieakkoord 2023-2027 stelt de Limburger voorop. Het is belangrijk dat onze bewoners volop deelnemen aan participatieprojecten. Als provinciale overheid moeten we meerdere belangen afwegen. Dat betekent dat er ook beslissingen genomen kunnen worden waar niet iedereen het mee eens is. Dat betekent dat we inwoners en andere belanghebbenden duidelijkheid moeten geven over de beslissingen die genomen moeten worden. Mensen mogen vertrouwen op een zorgvuldig en open proces. Participatie kan leiden tot minder bezwaar- en beroepsprocedures. Participatie vervangt geen wettelijk vastgelegde procedures.

 

In de volgende paragrafen gaan we eerst in op de betekenis van participatie (paragraaf 3). In paragraaf 4 geven we aan wat onze rol is vanuit de Omgevingswet. In paragraaf 5 wordt uitgewerkt welke werkwijze we bij participatie hanteren en in paragraaf 6 gaan we in op de vraag van een passende werkvorm voor participatie. In paragraaf 7 wordt ingegaan op onze plicht om uit te leggen en te motiveren hoe we burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen hebben betrokken bij de voorbereiding van onze beslissingen. Paragraaf 8 is afgesloten met het introduceren, de implementatie, monitoring en evaluatie van onze participatieprocessen.

3. Participatie

 

Het coalitieakkoord 2023-2027 van de Provincie Limburg legt veel nadruk op verbinding maken met de samenleving door: “Betrokken en nabij te zijn, vertrouwen te geven, terug te winnen door te zoeken naar verbinding”5 . De nadruk op verbinding is belangrijk als het gaat om participatie.

 

In de toelichting bij de Omgevingswet wordt onder participatie verstaan:

het in een vroegtijdig stadium betrekken van belanghebbenden(burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en andere overheden) bij het proces van de besluitvorming over een project of activiteit”6

 

Het Provinciaal bestuur vindt het belangrijk dat mensen echt meedoen en dat hun meningen worden gehoord. Naar mensen luisteren en met hen te praten over hun zorgen en ideeën over veranderingen in hun buurt, wijk, stad of regio. Het moet ervoor zorgen dat belangrijke problemen vanuit verschillende kanten worden bekeken.

 

Participatie is geen doel op zich. Het is de taak van het Provinciaal bestuur om rekening te houden met verschillende belangen, emoties, onbegrip, standpunten en argumenten in de samenleving. We moedigen verbinding en begrip voor standpunten en argumenten aan. Het overbruggen van tegenstellingen doen we door mensen actief te betrekken bij de voorbereiding en hun laten zien wat de resultaten zijn. Meedoen helpt de politiek en het openbaar bestuur ook om te leren van situaties die niet en wel goed gaan.

 

De Provincie weegt activiteiten en plannen die van invloed zijn op besluitvorming in de fysieke leefomgeving. De Provincie stelt de belangenorganisaties die voor deze belanghebbenden opkomen in de gelegenheid om mee te denken of mee te doen in participatieve trajecten. Hierdoor komen mogelijk tegenstellingen in meningen op tafel. De Provincie moet uiteindelijk een keuze maken en komen tot een besluit waarmee misschien niet iedereen tevreden zal zijn. Dat kan betekenen dat niet iedereen tevreden of het eens is over de gekozen keuze voor een aanpak. Die keuze moeten we altijd kunnen uitleggen.

4. Onze rol vanuit de Omgevingswet

 

De Provincie Limburg kan een dubbele rol hebben in de organisatie van Provinciale initiatieven. Die van initiatiefnemer en die van bevoegd gezag. Wanneer de Provincie initiatiefnemer is voor wijzigingen in de omgevingsvisie, omgevingsverordening en bij de ontwikkeling en realisatie van programma’s en projectbesluiten, zijn we verplicht om een proces van participatie op te zetten. In paragraaf 7 zijn hiervoor tien aandachtspunten vastgelegd. Bij het opstellen van een Provinciale Omgevingsvisie (POVI) voor het hele grondgebied en het Ruimtelijk Voorstel, wordt met andere medeoverheden en/of regionale omgeving opstellers, een apart plan van aanpak gemaakt. De participatie rondom de POVI is niet alleen gericht op medeoverheden maar ook op burgers, bedrijven en belangenorganisaties. Voorkomen moet worden dat dezelfde partijen gelijktijdig vanuit verschillende kanten worden benaderd om mee te denken over provinciale beleidsdocumenten.

 

Als de Provincie een omgevingsvergunning beoordeelt van een externe initiatiefnemer kan de Provincie de initiatiefnemer niet dwingen of verplichten om een participatieproces op te zetten. De Provincie mag geen participatieverplichting opleggen. In vooroverleggen kunnen we een initiatiefnemer wel stimuleren om omwonenden (en andere belanghebbenden) vroegtijdig te betrekken bij de plannen. Een besluit op een omgevingsaanvraag vindt plaats na weging van alle betrokken belangen en de ontvangen informatie.

 

Het is een aanvraagvereiste voor de aanvrager van een omgevingsvergunning om aan te kruisen of het een participatietraject heeft opgezet. Zo ja, dan wordt gevraagd wat de participatie aan resultaat heeft opgeleverd. Zo nee, dan kan dit niet alsnog worden verplicht. Aanvragers zijn dus zelfverantwoordelijk voor het betrekken van de omgeving bij hun initiatief. Kiest de initiatiefnemer voor participatie dan is deze volledig vrij om te bepalen wie het bij de participatie betrekt en hoe actief diegenen benaderd worden.

 

Rolscheiding

Rolscheiding is een belangrijke bouwsteen die bijdraagt aan vertrouwen. Het scheiden van rollen zorgt voor het bouwen aan vertrouwen met de Limburgse samenleving. Elke vorm van belangenverstrengeling, zelfs de schijn ervan, moet worden vermeden. Als initiatiefnemer of als bevoegd gezag is het belangrijk om geen dubbele pet op te hebben. Dat doen we vanuit onze integriteitscode. Het vermijden van belangenconflicten en zorgen voor een eerlijk, open en onpartijdig besluitvormingsproces is erg belangrijk.

5. Participatiewerkwijze onder de Omgevingswet7

 

De Omgevingswet vraagt om onze werkwijzen en werkvormen in te richten. Onze kernwaarden ziet de Provincie als basis voor het bouwen aan vertrouwen met de Limburgse samenleving. Hierbij is het motto: “We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen”. Dit betekent dat de Provincie verantwoordelijk is en blijft voor het afwegen en inrichten en op maat organiseren van participatie. In het voorbereiden van onze plannen maken we altijd helder wat de opgave is die we voor ogen hebben en welk doel we daarbij voor ogen hebben.

 

Voorbereiding van de opgave

Doel

1

De complexiteit van het voorgenomen plan of besluit

Bepalen van de omvang van het participatietraject en werkvormen

2

Verschillende belangen en consequenties voor de leefomgeving, de inwoners, belanghebbenden en bedrijven

Bepalen van de samenstelling van de doelgroepen en doelgroep benadering

3

Het vermijden van belangenconflicten (rolscheiding) als initiatiefnemer en bevoegd gezag

Vastleggen van risico’s van belangenverstrengeling

4

Het tijdspad van het plan en wat het resultaat van het plan moet zijn

Duidelijkheid over de duur van het project en wat het doel is van het plan

5

Welke ruimte er is voor belanghebbenden om inbreng te leveren

Bepalen van de inbrengmogelijkheden en verwachtingen naar de participanten

6

De wijze waarop de participatie wordt georganiseerd

Verduidelijken hoe het traject gaat verlopen

7

Welke rol de Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten hebben in het project

Wie is eigenaar van het plan en beslist over het resultaat

8

Hoe en wanneer mensen in een vroeg stadium actief of informatief betrokken worden. Maar ook mensen tijdens het traject blijft informeren

Vastleggen van een participatievorm

9

De manier waarop een zo groot mogelijke betrokkenheid kan worden gehaald. Dit is afhankelijk van de complexiteit van het plan. Hoeveel betrokkenen nodig zijn kan per project verschillen.

Bepaalt de inzet van participatie en het bereiken van zoveel mogelijk mensen. Inzet moet ook in verhouding staan met de complexiteit van het plan (punt 1)

 

Om een project uit te voeren, kan de overheid de projectprocedure8 gebruiken. In een projectprocedure worden zo vroeg mogelijk alle belangen in beeld gebracht. Ook in het organiseren van participatie in de verkenningsfase van de projectprocedure heeft iedereen de mogelijkheid zelf informatie, oplossingen of ‘koppelkansen’ aan te dragen. De bovengenoemde punten kunnen ook in deze procedure toegepast worden.

6. Wat is “de passende vorm”?

 

De Provincie is verantwoordelijk voor het afwegen, inrichten en op maat organiseren van de participatieprocessen waar zij zelf initiatiefnemer of bevoegd gezag is. Er bestaat geen succesformule voor een goede standaard van een “passende” werkvorm voor participatie. Deze verschilt per geval, per onderwerp en de complexiteit van het vraagstuk. Het opstellen en vaststellen van geluidproductieplafonds voor provinciale wegen is anders dan de inhoud van het programma van het Limburgs Programma Landelijk Gebied. De omvang, het onderwerp, de betrokken partijen en belanghebbende partijen verschillen volledig.

 

Hoe?

Afgelopen jaren heeft de Provincie ervaring opgedaan in participatietrajecten en werkvormen. Dat gebeurde in vormen zoals informatiebijeenkomsten, leefomgevingsbijeenkomsten, Inspiratie-/interactieve sessies, het Rad van participatie, social mediacampagnes en Burgertopbijeenkomsten. De Provincie blijft en wil werken aan het vinden van nieuwe werkvormen zoals platformconsultaties, digitale participatie en focusgroepen. Ons doel is om in het besluitvormingsproces de stem van burgers zoveel mogelijk tot uitdrukking te laten komen.

Zo krijgen we een breed inzicht in de verschillende belangen binnen een project/initiatief. We leggen deelnemers uit waarom en hoe we ze betrekken. Deelnemers worden verteld wat hun bijdrage en invloed is of kan zijn en wat van hen wordt verwacht in de besluitvorming.

 

De belangrijkste ervaringen en leerpunten op dit terrein vinden we terug in de evaluatie van de Burgertop 20189. Deze komen in de vijf kernwaarden (samen, open, transparante, inclusieve en uitnodigende participatie) terug.

  • -

    Zet in op verwachtingenmanagement van zowel overheid als burger

  • -

    Borg en communiceer over de besluitvorming rond het eindproduct

  • -

    Betrek ondervertegenwoordigde doelgroepen

  • -

    Faciliteer het groepsproces en de groepsdynamiek tijdens de panels

  • -

    Communiceer transparanter over Plan van Aanpak en de structuur

  • -

    Maak een Reglement over o.a. de gedragscode

  • -

    Regel professionele ondersteuning en begeleiding

  • -

    Rapporteer regelmatig aan politiek en burger

  • -

    Stel een onafhankelijk en externe organisatievorm in

  • -

    Vervang creatie door co-creatie10

 

Wanneer en aanpak participatie?

Participatie moet in een zo vroeg mogelijk stadium plaatsvinden. Wanneer voldoende participatie is toegepast is niet in de wet terug te vinden. De keuze voor de vorm van participatie is bewust bij de initiatiefnemer gelaten. Wel staat in de toelichting bij het Omgevingsbesluit dat voor de wijze waarop participatie plaats moet vinden, “de specifieke kenmerken van het project of activiteit en de omgeving van belang zijn”.

 

Bij klein initiatief met weinig of gering effect op de leefomgeving kan worden volstaan met een beperkte vorm van participatie. Een initiatief met groter effect op de leefomgeving zal uitgebreidere participatie met zich meebrengen.

 

De Provincie als initiatiefnemer zal die inschatting dus goed moeten maken. De participatie-inspanning moet dus in verhouding zijn (proportioneel) ten opzichte van de aangevraagde activiteit. In de afweging van alle betrokken belangen wordt in de besluitvorming ook de aanpak van het participatieproces betrokken.

 

De participatieladder

De participatieladder laat verschillende niveaus van meedoen zien. Van alleen informatie geven tot helemaal samen beslissen. Elke stap op die 'ladder' betekent een ander niveau van meedoen. De uiteindelijke keuze voor een participatietrede hangt af van de situatie en de gevoeligheid van het onderwerp. Maar ook van de mensen die erbij betrokken willen zijn.

Mensen kunnen nieuwe situaties en veranderingen in hun omgeving beter begrijpen als ze betrokken zijn bij projecten en plannen. Niet alle vraagstukken zijn geschikt voor dezelfde aanpak en een uitgebreide betrokkenheid. In het volgende overzicht is elke trede toegelicht. Toegevoegd is wel soort vraagstuk en welke werkvorm daarop kan aansluiten. Het is niet uitgesloten dat op een lagere participatietrede gebruik gemaakt wordt van een intensievere betrokkenheid van deelnemers. Doelstelling is een zo goed mogelijk en effectiever resultaat.

 

Impact/complexiteit

Participatietrede

Soort besluit

Werkvorm (voorbeeld)

Lage impact/complexiteit

Informeren

Op deze trede deel je informatie met mensen. Bijvoorbeeld door nieuwsbrieven, websites, of informatieve bijeenkomsten. Je vraagt niet om input, maar zorgt ervoor dat mensen op de hoogte zijn.

Bij makkelijke keuzes of simpele dingen, zoals kleine veranderingen of het delen van basisinformatie, kan het goed zijn om gewoon informatie te delen

Informatiebijeenkomsten, nieuwsbrieven, brochures, websites, posters, en persberichten

Gemiddelde impact/complexiteit

Adviseren

Op deze trede vraag je mensen advies, wat overwogen moet worden in de besluitvorming. Dit kan bijvoorbeeld via adviesgroepen, panels of commissies die input leveren voor beslissingen.

Als een vraagstuk ingewikkelder wordt, zoals bij grote projecten voor wegen of gebouwen, kan het slim zijn om mensen om advies te vragen. Hun ideeën tellen echt mee wanneer er beslissingen worden genomen

Klankbordgroepen, burgerpanels, workshops, thematische bijeenkomsten, en co-creatie sessies, ronde tafelgesprekken

Raadplegen

Hier vraag je om meningen, ideeën of feedback. Bijvoorbeeld door enquêtes, focusgroepen of openbare consultaties. Je luistert en haalt op wat mensen te zeggen hebben.

Bij beslissingen die niet heel groot zijn, zoals het maken van nieuwe regels in een buurt of aanpassingen in lokale plannen.

Enquêtes, focusgroepen, brainstormsessies, interviews, peilingen, en openbare consultaties,

Rad van Participatie, klankbordgroepen

Hoge impact/complexiteit

Coproduceren

Bij deze trede werken mensen samen met besluitvormers om beleid of plannen te maken.

Het gaat om grote beslissingen met veel invloed op de leefomgeving, zoals plannen voor een hele regio of grote veranderingen in de leefomgeving.

Co-creatieve workshops, ontwerpsessies, burgerpanels, werkateliers, burgerbegrotingen,

Meebeslissen

Hier hebben mensen directe invloed op de uiteindelijke beslissing. Bijvoorbeeld door burgerinitiatieven, co-bestuur of stemmingen waarbij de gemeenschap de uiteindelijke keuze maakt.

Het gaat om beslissingen die veel mensen of hele gemeenschappen beïnvloeden, zoals grote projecten of plannen aanpassen. De keuze om mee te beslissen is een belangrijk onderdeel van het besluit.

Burgerinitiatieven, zelfbeheerprojecten, buurtcoöperaties, en participatieve burgerbegrotingen

7. Zeggen wat we gedaan hebben: Motiveringsplicht

 

Participatie betekent voor de Provincie een open en transparant proces, dat inwoners en andere belanghebbenden uitnodigt om mee te denken. Dit betekent dat we participatie op maat aanpakken. Geen enkel vraagstuk is identiek. Het brengt met zich mee dat sommige projecten eenvoudiger of lastiger te organiseren zijn. Per project kan dat in een participatieplan worden vastgelegd. Hierin staat in elk geval op welke manier inwoners, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen (vooraf) bij het voorbereiden van een omgevingsvisie, programma, omgevingsverordening en projectbesluit betrokken worden. Een goed participatieplan helpt de Provincie om als initiatiefnemer uit te leggen en te motiveren hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen betrokken worden bij de voorbereiding en de resultaten daarvan. Bij het starten van een projectprocedure is ook een kennisgeving van participatie verplicht. In deze kennisgeving staat hoe de Provincie de participatie vormgeeft. Bij projectbesluiten volgen we de wettelijke projectprocedure en regelgeving van de Omgevingswet.

Als handvat voor het opstellen van een participatieplan houden we rekening met volgende tien aandachtspunten. Ze zijn een hulpmiddel om uit te leggen wat we gedaan hebben.

 

1

Projectomschrijving

Is een heldere beschrijving opgesteld van de [fysieke] opgave en de context ervan: waar gaat dit proces/project over? Op welke vraag is dit een antwoord, voor welk vraagstuk een oplossing

Open, Transparant en Uitnodigend

2

Doelgroep

Voor wie het proces/project betekenis heeft (wie is belanghebbende, wie is betrokken, wiens inbreng zouden we naast belanghebbenden en betrokkenen ook nog graag willen benutten?)

Samen en Uitnodigend

3

Diversiteit van de doelgroep

Is nagedacht over de betrokkenheid van medeburgers met een beperking en de laaggeletterden?

Uitnodigend en Inclusief

4

Verwachtingen management

Is aan belanghebbenden etc. duidelijk gemaakt en uitgesproken wat onze verwachtingen waren over proces en inhoud

Transparant en Open

5

Communicatie aanpak

Welke overwegingen en keuzes zijn gemaakt om belanghebbenden te bereiken, te informeren en te betrekken?

Open, Transparant en Uitnodigend

6

Werkvormen

Sluiten de werkvormen aan op vraagstuk en samenstelling van de doelgroep?

Open

7

Planning

Is de planning en tijdsfasering van het project duidelijk?

Open

8

Verslaglegging

Welke afspraken zijn gemaakt over de verslaglegging en terugkoppeling hiervan naar belanghebbenden?

Open en Transparant

9

Verantwoording

Hoe is de opbrengst van de werkvormen verwerkt inclusief de uitleg van ingebrachte opmerkingen of suggesties?

Open en Transparant

10

Evaluatie

Welke lessen zijn geleerd uit het betreffende participatieproces?

Samen

8. Implementatie, evaluatie en monitoring

 

Voor de invoering van participatie onder de Omgevingswet is deze nota een belangrijke stap voor de beleidsmakers en het Provinciaal bestuur (Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten). Gedeputeerde Staten sturen op de aanpak van de participatietrajecten. Zij zijn verantwoordelijk (eigenaar) voor de besluiten die hierover genomen worden. Provinciale Staten hebben het participatiebeleid vastgesteld en controleren de Gedeputeerde Staten.

 

8.1. Implementatie

De medewerkers van de Provincie moeten zorgen voor de uitvoering van de inhoud en de toepassing van de participatie. Dit vereist extra inzet op het leren werken met nieuwe communicatiemethoden en het onderhouden van de relatie met de burger (relatiemanagement). Voor het verder ontwikkelen van competenties en vaardigheden wordt door de implementatiewerkgroep Omgevingswet een plan uitgewerkt. Dit plan moet medewerkers in de organisatie helpen bij het invullen van hun werkzaamheden onder de Omgevingswet.

 

8.2. Evaluatie

Onderdeel van onze tien aandachtspunten is de rubriek ‘evaluatie’. Evaluatie gaat over de lessen die geleerd zijn. Met name de projecten waar uitgebreide participatie is toegepast zijn dan zeer leerzaam. Als organisatie is zelfkritisch zijn op succes- en faalmomenten altijd belangrijk. Dit moet een vast onderdeel zijn in het werkproces van projecten. Project- en programmaleiders hebben hier een verantwoordelijkheid. In een zorgvuldige evaluatie wordt gestreefd naar betrokkenheid van burgers en oog te krijgen voor de wensen en behoeften van de bewoners van Limburg. Onderdeel van het doorlopen van participatie met participanten kan ook zijn dat zij gevraagd worden naar hun ervaringen. Weten op welke manier bewoners hun betrokkenheid hebben ervaren kan met behulp van de volgende vragen of:

  • -

    Zij in voldoende mate hun zorgpunten hebben kunnen neerleggen

  • -

    Was er voldoende gelegenheid om mening, suggesties of bijdragen te delen?

  • -

    Achteraf nog vragen waren die zij niet hebben durven verwoorden

  • -

    Zij vertrouwen hebben in het afwegen van hun inbreng

  • -

    De bijeenkomst gestructureerd is verlopen

  • -

    De Provincie duidelijk heeft gemaakt wat het probleem is en welke alternatieven besproken moesten worden.

  • -

    De vragen tijdig, vakkundig en volledig onderbouwd zijn beantwoord

  • -

    Er tijdens het proces voldoende communicatie was over de voortgang en de manier waarop de resultaten van de participatie werden meegenomen.

Vanuit een bredere blik wil de Provincie in een kwalitatieve rapportage kennis, lessen en ervaringen delen over participatie in zijn geheel. Dit kan waardevolle inzichten opleveren over wat mensen van waarde vinden, met andere woorden, voor brede welvaart. De Provincie kan lessen trekken uit de aard van initiatieven, verschillen tussen gemeenten en regio’s en de participatiegraad. Om dit goed te kunnen doen wordt bij het inrichten en op maat organiseren van participatieprocessen met datateams samengewerkt. De teams zorgen ervoor dat gegevens op eenzelfde manier worden ingewonnen. Het programma “databedreven provincie Limburg en het kennisteam brede welvaart” zorgt voor de uniformiteit tussen de datateams.

 

8.3. Monitoring

Het is goed om de voortgang van de Omgevingswet in al zijn facetten te blijven volgen. Het effect van participatie wordt met behulp van onze gegevensaanpak (paragraaf 8.2) gemonitord. Provinciale Staten worden hierbij actief geïnformeerd.

Maastricht, d.d. 26 maart 2024

Gedeputeerde Staten voornoemd

de voorzitter,

E.G.M. Roemer

secretaris,

D. Timmer


9

Afronding en overdracht pilot Burgertop Limburg 2018, e-mail Griffie van 20-4-2020 (PS 2020-24120).pdf

10

Dit is een leerpunt opgenomen en overgenomen uit de evaluatie van de Burgertop 2018. In de evaluatie is dit leerpunt verduidelijkt. Advies was om bij aanvang van beleidsontwikkeling aan burgerparticipatie te voldoen: “Hierdoor verleg je de focus van creatie naar co-creatie”.