Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Maastricht

Damoclesbeleid Coffeeshops (artikel 13b Opiumwet)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMaastricht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingDamoclesbeleid Coffeeshops (artikel 13b Opiumwet)
CiteertitelDamoclesbeleid Coffeeshops (artikel 13b Opiumwet)
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt het Damoclesbeleid Coffeeshops 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-06-2024nieuwe regeling

10-06-2024

gmb-2024-260166

Tekst van de regeling

Intitulé

Damoclesbeleid Coffeeshops (artikel 13b Opiumwet)

De burgemeester van Maastricht:

 

Gelet op artikel 13b Opiumwet

 

Gelet op artikel 4:81 Algemene Wet bestuursrecht

 

Besluit:

 

het `Damoclesbeleid Coffeeshops 2013` in te trekken en het

 

`Damoclesbeleid Coffeeshops` als volgt vast te stellen:

 

1. Inleiding

Op grond van artikel 13b Opiumwet, eerste lid, van de Opiumwet heeft de burgemeester de bevoegdheid tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in woningen of lokalen of op een daarbij behorend erf een middel als bedoeld in lijst I of II wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is en indien in woningen of lokalen of op een daarbij behorend erf een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a van de Opiumwet voorhanden is.

 

Voor de toepassing van deze bevoegdheid voortvloeiende uit artikel 13b van de Opiumwet wordt ten aanzien van de gedoogde coffeeshops aansluiting gezocht bij het gestelde in de Aanwijzing Opiumwet. Vanwege het belang van eenduidigheid van handhaving (de afstemming van bestuurlijk gedoogbeleid op strafrechtelijk gedoogbeleid) wordt ervoor gekozen om de landelijke gedoogcriteria zoals verwoord in de Aanwijzing Opiumwet over te nemen. Dit betreft de zogenoemde AHOJGI-criteria die hieronder nader worden genoemd.

2. Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Harddrugs: alle middelen die vermeld worden op lijst I bij de Opiumwet;

  • b.

    Transactie: alle koop en verkoop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper;

  • c.

    Ingezetene: een persoon die zijn werkelijke woonadres heeft in een gemeente van Nederland;

  • d.

    Neutrale zone: het deel van de coffeeshop waarin de toegangscontrole plaatsvindt en geen verkoop is toegestaan;

  • e.

    Experiment: experiment als bedoeld in artikel 2 van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen.

3. Uitgangspunten handhaving 13b Opiumwet

Bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden worden de navolgende criteria gehanteerd:

 

  • -

    A: geen affichering: dit betekent geen enkele vorm van reclame anders dan een summiere aanduiding op de betreffende lokaliteit;

  • -

    H: geen harddrugs: dit betekent dat geen harddrugs voorhanden mogen zijn en/of verkocht worden;

  • -

    O: geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshops rondhangende klanten;

  • -

    J: geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop: gelet op de toename van het cannabisgebruik onder jongeren is gekozen voor een strikte handhaving van de leeftijdsgrens van 18 jaar;

  • -

    G: geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie: dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (= 5 gram).

  • -

    I: geen toegang voor en verkoop aan anderen dan ingezetenen van Nederland.

Aangezien Maastricht een grensgemeente is en in het verleden geconfronteerd werd met een grote hoeveelheid buitenlandse bezoekers aan coffeeshops, waarvan de massaliteit negatieve effecten heeft (gehad) op het woon- en leefklimaat, wordt het i-criterium gehanteerd. Uit vaste rechtspraak blijkt dat het i-criterium gerechtvaardigd is door het doel om het drugstoerisme en de daarmee gepaard gaande overlast tegen te gaan.

 

De toegestane maximale handelsvoorraad is gesteld op 500 gram (als opgenomen in de Aanwijzing Opiumwet). De handelsvoorraad moet in de coffeeshop opgeslagen worden.

4. Handhavingsmatrix

Ten aanzien van geconstateerde overtredingen wordt als volgt gehandhaafd:

 

Overtreding

1e overtreding

2e overtreding

3e en volgende overtreding

Affichering

Waarschuwing

Last onder dwangsom

€ 2.500

Last onder dwangsom €10.000

Harddrugs voorhanden hebben en/of verkopen

12 maanden sluiting

24 maanden sluiting

36 maanden sluiting

Overlast

Waarschuwing

Last onder dwangsom: €2.500 per overtreding en/of last onder bestuursdwang (beperkte) sluiting in de vorm van beperking van de openingstijden voor nader te bepalen duur

3 maanden sluiting

Toelating van/verkoop aan jeugdigen

3 maanden sluiting

6 maanden sluiting

12 maanden sluiting

Te grote hoeveelheid per transactie

3 maanden sluiting

6 maanden sluiting

12 maanden sluiting

Toelating van/verkoop aan niet-ingezetenen

3 maanden sluiting

6 maanden sluiting

12 maanden sluiting

Te grote handelsvoorraad

3 maanden sluiting

6 maanden sluiting

12 maanden sluiting

Handelsvoorraad buiten coffeeshop

6 maanden sluiting

12 maanden sluiting

24 maanden sluiting

5. Toelichting op zwaarte en toepassing van herstelsancties

Dit handhavingsbeleid/de handhavingsmatrix geeft weer hoe de burgemeester in beginsel van zijn bevoegdheid gebruik maakt. Bij het opstellen van dit beleid/deze matrix is gekeken naar de verhouding tussen de bestuursrechtelijke maatregel en het betrokken belang bij een geschonden norm. Kort samengevat ziet het belang bij een geschonden norm op bescherming van de volksgezondheid en/of bescherming van de openbare orde en/of bescherming van het woon- en leefklimaat. Tegen die achtergrond staan de bestuursrechtelijke maatregelen in redelijke verhouding tot de geschonden norm.

 

Daar waar mogelijk wordt in de handhavingsmatrix gestart met een schriftelijke waarschuwing. Als het gaat om een overtreding waar de coffeeshophouder financieel gewin heeft, wordt veelal gekozen voor een (stevige) last onder dwangsom om het economisch voordeel van de overtreding teniet te doen. Er zijn echter ook diverse normen waarvan de naleving zo zwaar weegt dat niet kan worden volstaan met een waarschuwing of een last onder dwangsom. De coffeeshop wordt dan met toepassing van bestuursdwang gesloten voor een bepaalde periode. Toepassing van bestuursdwang is in deze gevallen een krachtiger en effectiever middel om de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden dan het opleggen van een last onder dwangsom.

 

De in de handhavingsmatrix weergegeven bestuursrechtelijke maatregelen zijn uitgangspunten. Bij de besluitvorming wordt zorgvuldig gekeken naar alle feiten en omstandigheden per geconstateerde overtreding zodat de bestuursrechtelijke maatregel onder die feiten en omstandigheden evenredig is in verhouding tot de met deze beleidsregel te dienen doelen. Hierin bestaat ruimte om een maatregel te matigen, bijvoorbeeld het geven van schriftelijke waarschuwing in plaats van een last onder dwangsom of het verlagen van de hoogte van de dwangsom. Ook kan een kortere sluitingsperiode toegepast worden. Indien de geconstateerde overtreding en de daarmee samenhangende feiten en omstandigheden dusdanig ernstig zijn, kan gemotiveerd worden afgeweken van de in het beleid opgenomen maatregel. Zo kunnen stappen uit het stappenplan overgeslagen worden of een langere sluitingsduur opgelegd worden. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn bij vier of meer overtredingen (voor zover de inrichting dan nog steeds mag worden geëxploiteerd als coffeeshop) of cumulatie van overtredingen.

 

Volgende overtreding

Uitgangspunt is dat elke norm uit de handhavingsmatrix per controlemoment één keer overtreden kan worden.

 

Van een volgende overtreding is sprake indien dezelfde norm nogmaals wordt overtreden. Als sprake is van een volgende overtreding moet gekeken worden in de kolommen 2e overtreding of 3e en volgende overtreding van de handhavingsmatrix.

 

Cumulatie van overtredingen

Indien tegelijkertijd (dus bij één controle) meerdere overtredingen geconstateerd zijn, is sprake van cumulatie van overtredingen. Uitgangspunt is dat voor elk van de overtredingen een herstelsanctie opgelegd kan worden (bijvoorbeeld meerdere lasten onder dwangsom vanwege diverse overtredingen). Indien het opleggen van meerdere herstelsancties niet voor de hand ligt, wordt maatwerk toegepast op basis van de feiten en omstandigheden en de soort overtredingen.

 

Dat kan er bijvoorbeeld toe leiden dat indien sprake is van meerdere overtredingen waarbij sluiting als herstelsanctie genoemd is, de periodes niet opgeteld worden maar in beginsel de zwaarst mogelijke sluiting uit de handhavingsmatrix wordt opgelegd of een andere (langere) termijn van sluiting wordt bepaald. Hiervoor wordt aanleiding gezien omdat cumulatie van overtredingen ernstig is.

 

Ook indien tegelijkertijd (dus bij één controle) een of meer overtredingen uit de handhavingsmatrix geconstateerd zijn én sprake is van een of meer overtredingen van de in het experiment geldende regels zal maatwerk toegepast worden.

 

Last onder dwangsom en verbeuren dwangsom

In een aantal gevallen wordt bij een overtreding een last onder dwangsom opgelegd. Dat houdt in dat bij constatering van een overtreding de overtreder de last/opdracht krijgt om de overtreding (binnen een bepaalde periode) te beëindigen en/of zich van verdere overtreding te onthouden. Tegelijkertijd wordt gewaarschuwd dat een dwangsom (een geldsom) betaald moet worden indien niet (tijdig) aan de last/opdracht voldaan is.

 

Na oplegging van de last/opdracht vindt controle plaats of de last/opdracht (tijdig) is uitgevoerd. Indien dat niet het geval is, wordt de dwangsom automatisch verbeurd. Bovendien is in dat geval sprake van een volgende overtreding (zoals hiervoor is beschreven, want op nieuw controlemoment is nogmaals eenzelfde overtreding geconstateerd). Afhankelijk van de overtreding kan dat op basis van de handhavingsmatrix betekenen dat ook een nieuwe last onder dwangsom opgelegd wordt.

 

Dat kan dus tot de situatie leiden dat de overtreding die bij de controle is vastgesteld tot gevolg heeft dat de dwangsom die eerder opgelegd is automatisch is verbeurd en een nieuwe last onder dwangsom opgelegd wordt.

 

Neutrale zone

Er wordt niet handhavend opgetreden indien een jeugdige zich enkel (nog vóór controle) bevindt in de “neutrale zone” van de coffeeshop, zoals aangeduid op de tekening die bij de vergunning voor de exploitatie van een droge horeca-inrichting hoort. Er wordt tevens niet handhavend opgetreden indien een niet-ingezetene zich enkel (nog vóór controle) bevindt in de “neutrale zone” van de coffeeshop, zoals aangeduid op de bij de vergunning behorende tekening.

6. Handhaving op grond van artikel 13b Opiumwet naast experiment

Op 17 juni 2024 gaat het experiment van start. Maastricht is een van de tien coffeeshopgemeenten die deelnemen aan dit landelijke experiment. Doel van dit experiment is om te bezien of en hoe op kwaliteit gecontroleerde hennep en hasjiesj gedecriminaliseerd aan de coffeeshops kan worden toegeleverd en wat de effecten hiervan zijn op de criminaliteit, de veiligheid, de overlast en de volksgezondheid. Tijdens het experiment verkopen alle coffeeshops in de tien deelnemende gemeenten alleen op kwaliteit gecontroleerde hennep. De hennep wordt geproduceerd, verpakt en (beveiligd) geleverd aan de coffeeshops door maximaal tien in Nederland gevestigde daartoe aangewezen telers.

 

Het betreft een landelijk experiment waarvoor nieuwe wet- en regelgeving in werking is getreden, te weten de Wet experiment gesloten coffeeshopketen, het Besluit experiment gesloten coffeeshopketen en de Regeling experiment gesloten coffeeshopketen. Dit betreft “experimenteerwetgeving”, hetgeen betekent dat voor de duur van het experiment wordt afgeweken van de bestaande wet- en regelgeving, te weten de Opiumwet. Deze experimenteerwetgeving bepaalt de kaders waarbinnen het experiment plaatsvindt. Naast deze landelijke wetgeving worden lokale regels en sanctiebeleid vastgesteld waarbinnen het experiment wordt uitgevoerd.

 

Gedurende de looptijd/toepassing van het experiment is de burgemeester op grond van artikel 10 van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen bevoegd om handhavend op te treden naar aanleiding van een overtreding van de eisen die in het kader van het experiment zijn gesteld. Voor de wijze waarop de burgemeester van deze bevoegdheid gebruikmaakt voor situaties die onder de reikwijdte van het experiment vallen, wordt verwezen naar de hiervoor genoemde wet- en regelgeving en de gemeentelijke Regeling maximum en nadere regels experiment gesloten coffeeshopketen Maastricht en Beleidsregels handhaving Experiment Gesloten Coffeeshopketen.

 

Op situaties waarin de voorschriften van het experiment niet gelden of niet worden nageleefd, blijven de Opiumwet en de Aanwijzing Opiumwet van toepassing en kan strafrechtelijke vervolging of bestuursrechtelijke handhaving op grond van artikel 13b van de Opiumwet plaatsvinden.

 

De handhavingsmatrix in dit beleid ziet dus niet op overtredingen waartegen handhavend opgetreden wordt op grond van het experiment. De overtredingen die gehandhaafd worden op grond van het experiment worden dus ook niet betrokken bij de vraag of een overtreding een volgende overtreding is als bedoeld in deze beleidsregel.

7. Handhaving tijdens overgangs- en afbouwfase/na beëindiging experiment

Gedurende de overgangs- en afbouwfase van het experiment is sprake van twee systemen naast elkaar: enerzijds de gedoogde situatie en anderzijds de experimenteersituatie. In deze overgangsfase en afbouwfase van het experiment wordt t.a.v. de gedoogde situatie gehandhaafd op grond van artikel 13b Opiumwet en de gedoogcriteria als opgenomen in de Aanwijzing Opiumwet. Daarbij gelden de onder 3 genoemde beleidsregels. Voor de verkoop van hennep en hasjiesj van aangewezen telers (welke hennep en hasjiesj onder het experiment valt) wordt gehandhaafd op grond van de experimenteerregelgeving.

 

Na (tussentijdse) beëindiging van het experiment wordt voor de handhaving t.a.v. coffeeshops in zijn geheel teruggevallen op handhaving op grond van artikel 13b Opiumwet en de gedoogcriteria als opgenomen in de Aanwijzing Opiumwet. Daarbij gelden de onder 3 genoemde beleidsregels.

8. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Maastricht, 10 juni 2024

De Burgemeester van Maastricht,

W.A.G. Hillenaar