Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oisterwijk

Nadere regels jeugdhulp Gemeente Oisterwijk 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOisterwijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels jeugdhulp Gemeente Oisterwijk 2024
CiteertitelNadere regels jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2024
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2023.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-06-202401-01-2024nieuwe regeling

21-05-2024

gmb-2024-257987

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels jeugdhulp Gemeente Oisterwijk 2024

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk;

 

gelet op de artikelen 2.4, 4.1, 4.7, 5.2, 7.1, 9.3 en 9.4 van de Verordening jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2020 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit:

 

de Nadere regels jeugdhulp Gemeente Oisterwijk 2024 vast te stellen.

 

Hoofdstuk 1 Begripsbepaling

Artikel 1 Begripsbepaling

  • 1.

    In deze nadere regels wordt verstaan onder:

    • a.

      Beknopt plan jeugdhulp (BPJ): Een plan waarmee de aanbieder aangeeft welke zorg hij in wil zetten, met de volgende onderdelen: gegevens jeugdige en jeugdhulpaanbieder, resultaten, product(e)n, activiteiten, frequentie en verwachte einddatum

    • b.

      Bovengebruikelijke hulp: hulp die de normale, dagelijkse hulp en zorg die partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten geacht worden elkaar te bieden, overstijgt;

    • c.

      Budgethouder: de persoon aan wie het budget is toegekend. In de regel wordt de regie op het budget gevoerd door de aanvrager/ gezaghebbende ouder, ook wel budgetbeheerder genoemd;

    • d.

      Verordening: Verordening jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2023;

    • e.

      Voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een andere wet dan de Jeugdwet die voorrang heeft op voorzieningen uit de Jeugdwet.

    • f.

      Evaluatieformulier: een formulier waarmee wordt geëvalueerd op de resultaten van de beschikking waarin de jeugdige en/of ouders/verzorgers verzoekt de lopende toewijzing te verlengen, een vervolgvraag heeft of de situatie/ hulpvraag is gewijzigd.

  • 2.

    Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening.

Hoofdstuk 2 Vormen van Jeugdhulp

Artikel 2.1 Voorzieningen jeugdhulp

  • 1.

    In overeenstemming met de Verordening en de Wet kan het college individuele voorzieningen op grond van de Jeugdwet inzetten met of zonder verblijf.

  • 2.

    Wanneer de individuele voorzieningen zoals opgenomen in deze nadere regels en de Verordening onvoldoende aansluiten op de hulpvraag en het te behalen resultaat dan kan het college besluiten om een andere voorziening in te zetten. Het college kan hiertoe aanbod, dat niet onder overige en individuele voorzieningen valt, beschouwen als jeugdhulp. Artikel 9.1 van de Verordening jeugdhulp 2023 gemeente Oisterwijk wordt in dergelijke situaties toegepast.

Artikel 2.2 Individuele voorzieningen op grond van de Jeugdwet

  • 1.

    Het college kan zorg inzetten binnen 5 segmenten. Deze worden nader beschreven op https://www.zorginregiohartvanbrabant.nl/jeugdhulp:

    • 1.

      Hoog specialistische jeugdhulp;

    • 2.

      Wonen;

    • 3.

      Dagbegeleiding en respijtzorg;

    • 4.

      Veelvoorkomende jeugdhulp;

    • 5.

      Crisishulp.

  • 2.

    Binnen segment 2, 3 en 4 vallen verschillende producten. Het is mogelijk om deze producten naast elkaar in te zetten.

  • 3.

    Het college kan aanvullende voorwaarden stellen voor het naast elkaar beschikken van verschillende producten en/of segmenten.

Artikel 2.3 Zorgaanbod naast de segmenten

Het college kan naast de zorg uit de 5 segmenten ook andere producten inzetten. Dit zorgaanbod valt buiten de segmenten in verband met specifieke inzet en/of afspraken. Voor de beschrijving van de producten bij lid a en b zie bijlage 1 en de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl. De producten waar het om gaat zijn:

  • a.

    Jeugd ADHD+

  • b.

    Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

  • c.

    Vervoer

Artikel 2.4 Vervoer

  • 1.

    Het college stelt de noodzaak voor vervoer van en naar een locatie waar jeugdhulp wordt geboden vast in onderstaande volgorde:

    • a.

      Jeugdige gaat zelfstandig (eventueel met begeleiding) te voet, te fiets of met het openbaar vervoer naar de zorgaanbieder.

    • b.

      Ouders / netwerk dragen zorg voor het vervoer.

    • c.

      De jeugdige / ouders / netwerk worden financieel gecompenseerd voor het vervoer.

    • d.

      Het vervoer wordt vanuit de zorgaanbieder uitgevoerd.

    • e.

      Het regiovervoer wordt ingezet.

    • f.

      Een regulier taxibedrijf voert de ritten uit.

  • 2.

    Het college kent maximaal de kosten van de goedkoopst mogelijk adequate vervoersvoorziening toe.

  • 3.

    Om voor een vervoersvoorziening in aanmerking te komen, bedraagt de afstand tot de locatie waar de jeugdhulp geboden wordt minimaal 6 km en maximaal 60 km.

  • 4.

    Als ouders een pgb verkiezen boven een gecontracteerde aanbieder met een gelijkwaardig zorgaanbod en daarbij een vervoersvoorziening nodig hebben, worden maximaal de vervoerskosten vergoed gelijk aan de afstand tot de gecontracteerde aanbieder.

  • 5.

    Voor de soorten vervoer, de uitgebreide omschrijvingen en het afwegingskader; zie de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl

Hoofdstuk 3 Criteria voor de inzet van een Individuele voorziening jeugdhulp

Artikel 3.1 Afwegingskader voor toeleiding voorliggende voorzieningen en specialistische hulp

Bij het bepalen of een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet nodig is, gelden de volgende stappen:

  • 1.

    Als de ondersteuningsvraag op eigen kracht door middel van het eigen netwerk kan worden opgelost dan verdient dit de voorkeur;

  • 2.

    Biedt eigen kracht of het eigen netwerk niet voldoende ondersteuning om de hulpvraag op te lossen en biedt een algemene voorziening, een algemeen gebruikelijke voorziening of een voorliggende voorziening wel voldoende ondersteuning? Dan verdient dit de voorkeur;

  • 3.

    Mocht een algemene voorziening, algemeen gebruikelijke voorziening of voorliggende voorziening niet voldoende ondersteuning bieden, dan kan hulp via een vrij toegankelijke voorziening in kortdurende ambulante hulp worden ingezet;

  • 4.

    Biedt de kortdurende ambulante hulp niet voldoende ondersteuning doordat de zwaarte en complexiteit van de problematiek zodanig groot is, dan kan er een individuele maatwerk voorziening worden ingezet. Alleen bij deze stap is een indicatie of afgifte van een beschikking nodig.

Artikel 3.2 (Boven) gebruikelijke hulp

  • 1.

    Het college maakt een inschatting of de benodigde hulp die de inwoner aanvraagt, als boven gebruikelijk moet worden aangemerkt. Voor zover er sprake is van boven gebruikelijke hulp kan het college een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet inzetten.

  • 2.

    Er is sprake van boven gebruikelijke hulp wanneer er sprake is van een beperking, waardoor de noodzakelijke hulp en ondersteuning (in vergelijking tot gezonde kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel) substantieel wordt overschreden. De leeftijd van de jeugdige speelt hierbij een belangrijke rol.

Artikel 3.3 Aanvraag individuele voorziening

  • 1.

    Bij verwijzing via het medisch domein dient de gecontracteerde jeugdhulpaanbieder bij het verzoek tot toekenning jeugdhulp een beknopt plan jeugdhulp in. Indien de jeugdige reeds bij deze aanbieder zorg ontvangt, dient de aanbieder een FOA (Formulier Onderbouwing Aanvraag) in. Als een dergelijk formulier ontbreekt, kan het verzoek niet in behandeling worden genomen, tenzij de aanbieder het formulier binnen een door het college gestelde termijn aanvult. Het college kan steekproefsgewijs of op basis van signalen een toets uitvoeren op het ingediende formulier.

  • 2.

    Het college kan bij de toekenning van jeugdhulp naar aanleiding van de hiervoor genoemde toets afwijken van BPJ of evaluatieformulier. In voorkomend geval kan het college in overleg met de jeugdzorgaanbieder.

Artikel 3.4 Verwijzing via een Gecertificeerde Instelling (GI)

  • 1.

    De Gecertificeerde Instelling (GI) geeft in het geval van een verwijzing een bepaling jeugdhulp af.

  • 2.

    De GI stemt de inzet van de voorziening jeugdhulp af met het college conform het samenwerkingsprotocol gemeenten en GI regio Hart van Brabant.

  • 3.

    Het college neemt de gegevens van de bepaling, afgegeven door de GI, over en deelt deze met de zorgaanbieder ten behoeve van het declaratieproces.

Artikel 3.5 Goedkoopst adequate individuele voorziening

  • 1.

    Het college baseert de verstrekking van een individuele voorziening altijd op de goedkoopste en meest adequate voorziening. Er zijn vaak meerdere geschikte oplossingen (ondersteuningsvormen), maar het college kent de voorziening toe die naar objectieve maatstaven de goedkoopste is om het beoogde resultaat/doel te bereiken.

  • 2.

    Indien belanghebbende een duurdere voorziening wil (die eveneens adequaat is) komen de meerkosten voor rekening van belanghebbende. In dergelijke situaties zal de verstrekking plaatsvinden in de vorm van een pgb gebaseerd op de goedkoopst compenserende voorziening en beoordeelt het college of de voorziening die de belanghebbende inkoopt adequaat is om het resultaat te behalen waarvoor het pgb is verstrekt.

Artikel 3.6 Bepalen van passende jeugdhulp

  • 1.

    De inzet van een individuele voorziening wordt bepaald middels het doorlopen van het “7 stappenplan” (segment 1) en “10 stappenplan” (segment 2-4) om te komen tot passende ondersteuning.

  • 2.

    Middels een Integrale vragenanalyse (IVA) komt de verwijzer tot het plan van aanpak en wordt beoordeeld welke resultaten beoogd zijn en welke individuele voorziening(en) passend is of zijn voor de jeugdige.

  • 3.

    Een medewerker van het lokale toegangsteam overlegt met de jeugdhulpaanbieder over hoe deze resultaten het best bereikbaar zijn met de inzet van (een) specifieke individuele voorziening(en).

  • 4.

    Het plan van aanpak bevat uitsluitend beoogde resultaten waarvan aannemelijk is dat ze behaald worden met de in te zetten individuele voorziening(en) en binnen de termijn waarvoor de individuele voorziening wordt ingezet

  • 5.

    Het plan van aanpak wordt niet opgesteld indien er sprake is van crisis (segment 5).

Artikel 3.7 Overgang van 18-/18 +

  • 1.

    Het college zet jeugdhulp in op basis van de Jeugdwet en het Burgerlijk Wetboek, waarbij de leeftijdsgrens van 18 jaar wordt gehanteerd. De Wet geeft in artikel 1.1 onder de definitie ‘jeugdige’ aan dat jeugdhulp soms ook mogelijk is tot de leeftijd van 23 jaar (verlengde jeugdhulp). Naast de wettelijke mogelijkheid behoudt het college altijd de bevoegdheid om, indien het dat nodig acht, na de leeftijdsgrens hulp in te zetten. Dit om te voorkomen dat een jongere tussen wal en schip valt.

  • 2.

    De jeugdhulpaanbieder houdt bij aanvang van de jeugdhulp rekening met de doorgaande hulpverlening na het 18e levensjaar. In dat kader stelt de jeugdhulpaanbieder indien noodzakelijk daarvoor tijdig en uiterlijk twee jaar voor de jeugdige de leeftijd van 18 jaar bereikt samen met de jeugdige, ouders en verwijzers en andere relevante partners een ‘Perspectiefplan 18+’ op. Dit is onderdeel van het plan van aanpak. Hierin staat ten aanzien van de leefgebieden zorg, onderwijs, werk, vrije tijd, gezondheid en financiën de volgende punten integraal beschreven:

    • a.

      Wat de stand van zaken is en aan welke doelen de jeugdige nog moet werken

    • b.

      Welke partijen betrokken zijn bij het realiseren van deze doelen en vanuit welk wettelijk kader de ondersteuning wordt ingezet

    • c.

      Welke informele steun de jongere ontvangt en hoe dit benut en/of versterkt kan worden

    • d.

      Hoe de jeugdhulpaanbieder de overdracht doet naar de opvolgende zorgaanbieder dan wel de gemeente

    Dit Perspectiefplan 18+ wordt uiterlijk bij de leeftijd van 17,5 jaar afgerond. De jeugdhulpaanbieder levert een aantoonbare inzet op de ontwikkeling van de jeugdige en waar mogelijk op doorstroom en uitstroom naar bijvoorbeeld betaald werk, opleiding of vrijwilligerswerk of afschaling van de jeugdhulp.

Artikel 3.8 Inhoud en geldigheidsduur beschikking

  • 1.

    Het college kent een individuele voorziening toe door middel van een beschikking

  • 2.

    Een jeugdhulpvoorziening die enkel gericht is op (opvoed)ondersteuning aan de ouder(s), kan worden toegekend aan de desbetreffende ouder(s) in plaats van de jeugdige

  • 3.

    In aanvulling op artikel 4.6 van de Verordening is het volgende vastgelegd in de beschikking:

    • a.

      De afspraken die gemaakt zijn met de jeugdige en zijn ouders

    • b.

      De jeugdhulpaanbieder

    • c.

      De frequentie en resultaten van de jeugdhulp

    • d.

      De ingangsdatum en looptijd van de beschikking

    • e.

      Bij een jeugdige van 16 jaar of ouder wordt de duur van de beschikking en het vervolg hiervan specifiek beschreven (zie artikel 3.7)

    • f.

      In geval van een beschikking hoog specialistische jeugdhulp wordt de aard en omgang van de in te zetten hulp niet beschreven in de beschikking, maar in het ondertekende beknopt plan jeugdhulp die door het samenwerkingsverband hoog specialistische jeugdhulp samen met de jeugdige en zijn ouders is opgesteld.

Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget (pgb)

Artikel 4.1 Hulp in de vorm van een pgb

  • 1.

    Belanghebbenden die in aanmerking komen voor een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet kunnen kiezen om zelf ondersteuning in te kopen via een pgb. De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt bepaald op basis van het benodigde product in het benodigde segment. Het college bepaalt het in te zetten product en het aantal benodigde uren/dagdelen.

  • 2.

    De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp betrekken van een informele zorgverlener onder de voorwaarden genoemd in artikel 4.7 onder 5 van de Verordening jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2024

  • 3.

    Als er een individuele voorziening nodig is, wordt de ondersteuning geboden:

    • a.

      Volledig in natura of volledig in de vorm van een pgb;

    • b.

      Ondersteuning in natura naast informeel pgb;

    • c.

      Ondersteuning in natura naast formeel pgb wanneer dit niet dezelfde producten betreft; dit echter alleen in uitzonderingen en weloverwogen onderbouwd

  • 4.

    Indien de in het door de belanghebbende ingediende pgb ondersteuningsplan geraamde kosten lager zijn dan het maximaal te verstrekken bedrag op basis van het resultaat is het pgb ondersteuningsplan leidend.

  • 5.

    Uit het pgb mogen de volgende kosten niet worden betaald:

    • a.

      begeleiding- of bemiddelingskosten;

    • b.

      administratiekosten;

    • c.

      reiskosten van de aanbieder;

    • d.

      feestdagenuitkering.

Artikel 4.2 Tarieven persoonsgebonden budget

  • 1.

    De maximale pgb tarieven staan vermeld in bijlage 2.

  • 2.

    Bij vaststelling of er sprake is van een formeel of informeel tarief, geldt dat 1e en 2e graads familiebanden voorgaan op kwalificatie. De familieband staat een professionele relatie in de weg vanwege de gezagsverhouding die bij een arbeidsrelatie hoort en de emotionele betrokkenheid tussen de familieleden.

  • 3.

    Indien het college beoordeelt dat er zwaarder dan gemiddelde zorg nodig is of er is ondersteuning nodig die niet is ingekocht door het college dan wordt de hoogte van het pgb gebaseerd op de kosten die zijn onderbouwd op basis van (één of) meerdere offertes. Deze offertes worden opgevraagd en overlegd door belanghebbende.

Artikel 4.3 Beschikking pgb

  • 1.

    In de beschikking tot verstrekken van een voorziening in de vorm van een pgb neemt het college in ieder geval op:

    • a.

      het budget waarmee de voorziening of hulp kan worden ingekocht;

    • b.

      de periode waarvoor deze toekenning geldt;

    • c.

      het doel en resultaat waarvoor het pgb budget dient te worden ingezet;

    • d.

      op welke manier de inzet van het pgb wordt geëvalueerd;

    • e.

      welke (kwaliteits)eisen gelden voor de besteding van het pgb;

    • f.

      welke aanvullende voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn;

    • g.

      informatie over de dienstverlening van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de taken van de budgethouder richting de SVB.

Artikel 4.4 Criteria pgb

  • 1.

    Om voor een pgb in aanmerking te komen dient de belanghebbende een pgb ondersteuningsplan op te stellen. Hiervoor is een format beschikbaar via toegangsteam Loket Wegwijs. Hier kan in bijzondere situaties vanaf geweken worden.

  • 2.

    Voor de inzet van een pgb vereist het college in ieder geval inzicht en verantwoordelijkheid op meerdere gebieden van de belanghebbende. Overwegende bezwaren zijn er als er een vermoeden is dat de belanghebbende aanvrager problemen zal hebben met het doel- en rechtmatig besteden van het pgb. Daarvan kan in ieder geval, maar niet uitsluitend sprake zijn in de volgende situaties:

    • a.

      de belanghebbende is handelingsonbekwaam;

    • b.

      de belanghebbende heeft als gevolg van dementie, een verstandelijke handicap of ernstige psychische problemen onvoldoende inzicht in de eigen situatie;

    • c.

      er is sprake van verslavingsproblematiek;

    • d.

      er is sprake van schuldenproblematiek;

    • e.

      er is eerder misbruik gemaakt van het pgb;

    • f.

      er is eerder sprake geweest van fraude;

    • g.

      de belanghebbende heeft een zodanig progressief ziektebeeld dat te verwachten is dat de voorziening niet langdurig adequaat is.

  • 3.

    Bovenstaande opsomming is niet limitatief. Er kunnen andere situaties denkbaar zijn waarin het verstrekken van een pgb niet gewenst is. In deze situaties kan het college de aanvraag van een pgb weigeren. Om een pgb af te wijzen op overwegende bezwaren, moet er enige feitelijke onderbouwing zijn op grond waarvan het college deze kan afwijzen. Dit kan een medische onderbouwing zijn, maar ook het aantonen van schulden of eerder misbruik. De onderbouwing wordt in de beschikking vermeld.

  • 4.

    In de verordening is bepaald dat het college een pgb kan weigeren indien aan de jeugdige of zijn ouders in de afgelopen jaren, voorafgaand aan de datum van het gesprek, een pgb is verleend en waarbij door de jeugdige of zijn ouders niet is voldaan aan de voorwaarden van het persoonsgebonden budget. Er wordt gekeken naar de afgelopen drie jaren.

Artikel 4.5 Kwaliteit

  • 1.

    De jeugdhulpaanbieder organiseert zich zo (en voorziet zich van kwalitatief goed en voldoende personeel) dat verantwoorde hulp kan worden geboden (norm van de verantwoorde werktoedeling). Er wordt verantwoorde hulp geboden als:

    • a.

      De jeugdhulpaanbieder medewerkers inzet met kwalificaties die passend zijn bij de aard van de hulpverlening. Er wordt uitgegaan van de kwalificaties zoals omschreven in de uitvoerings-voorwaarden en beroepstandaarden (BIG- SKJ- Register vaktherapie) en de tariefonderbouwing voor de gecontracteerde jeugdhulp. Alle kwalificaties van de door de jeugdhulpaanbieder ingezette medewerkers zijn op verzoek beschikbaar voor inzage door de jeugdige en de gemeente.

    • b.

      De jeugdhulpaanbieder een passend personeelsbeleid heeft, waaronder o.a. begrepen: verantwoorde inzet van vrijwilligers/ervaringsdeskundigen, scholing over de omgang van (gevoelige) persoonsgegevens, verantwoorde inzet van medewerkers die nog niet beschikken over passende kwalificaties.

    • c.

      Er bij een behandeling in het kader van jeugd- en opvoedhulp een gekwalificeerde gedragswetenschapper beschikbaar is onder wiens verantwoordelijkheid de behandeling wordt uitgevoerd. De gedragswetenschapper is geregistreerd in het BIG-register, Kwaliteitsregister Jeugd of in een ander relevant beroepsregister.

    • d.

      Er bij een behandeling in het kader van jeugd-GGZ een gekwalificeerde en BIG- geregistreerde hoofdbehandelaar beschikbaar is onder wiens verantwoordelijkheid de behandeling wordt uitgevoerd. De rol van deze hoofdbehandelaar is beschreven in een kwaliteitsstatuut, dat is geregistreerd bij het Zorginstituut Nederland.

  • 2.

    Een jeugdhulpaanbieder die niet is geregistreerd, dient middels het invullen en ondertekenen van het formulier “Niet geregistreerde zorgaanbieder” te bevestigen dat er hulp wordt geboden conform de norm verantwoorde werktoedeling.

  • 3.

    Er wordt gewerkt met een familiegroepsplan of plan van aanpak.

  • 4.

    Er wordt gewerkt met een systematische kwaliteitsbewaking bijvoorbeeld ISO 9001, en 15224, HKZ, Kiwa, Prezo of vergelijkbaar.

  • 5.

    De jeugdhulpaanbieder beschikt voor elk van zijn medewerkers over een geldige Verklaring Omtrent Gedrag (VOG). Een budgethouder mag hierom vragen.

  • 6.

    Er is een verplichte meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling.

  • 7.

    Er wordt voldaan aan de meldplicht bij een calamiteit.

  • 8.

    Er wordt voldaan aan de meldplicht geweld bij de verlening van jeugdhulp.

  • 9.

    Een zorginstelling heeft beschikking over een klachtencommissie, of in geval van een zzp’er een duidelijke klachtenprocedure ten behoeve van de jeugdige en ouder en maakt deze kenbaar aan de jeugdige en ouder.

  • 10.

    Er is een cliëntenraad (niet van toepassing voor zzp’ers).

  • 11.

    Stelt een vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn/haar taak uit te oefenen (niet van toepassing voor zzp’ers).

  • 12.

    De jeugdhulpaanbieder is aangesloten bij of volgt een voor de bedrijfstak relevante landelijke CAO en kan dat desgevraagd aantoonbaar maken. Dit geldt voor alle professionals in loondienst (en ook bij onderaannemers).

  • 13.

    De jeugdhulpaanbieder is bij de gemeente niet bekend vanwege ondeskundige jeugdhulp, het handelen in strijd met relevante wetgeving of beleidsregels, misleiding of fraude.

  • 14.

    De jeugdhulpaanbieder meldt het bij budgethouder (en eventuele vertegenwoordiger van de budgethouder) en bij de gemeente als de jeugdhulpaanbieder onderwerp van onderzoek wordt, is of is geweest door autoriteiten (b.v. IGJ, NZA, zorgverzekeraar of andere gemeente).

  • 15.

    De jeugdhulpaanbieder hanteert de Governance Code Zorg 2022. Als de jeugdige of gemeente hierom vraagt, licht de aanbieder toe hoe de Governance Code wordt toegepast in de organisatie.

  • 16.

    De jeugdhulpaanbieder voert een deugdelijke administratie, waarbij voor de gemeente in ieder geval inkomsten, uitgaven, verplichtingen, cliëntdossiers en verantwoording te herleiden zijn naar bron en bestemming.

  • 17.

    Jeugdhulpaanbieders die nieuw toetreden tot de markt van jeugdhulp hebben zij zich aangemeld bij het Inspectieloket Sociaal domein en Jeugd.

  • 18.

    Indien het college een controle uitvoert is de jeugdhulpaanbieder verplicht om kosteloos medewerking te verlenen. De controles richten zich onder meer op de inhoudelijke kwaliteit, feitelijke levering, doel- en rechtmatigheid van de gedeclareerde jeugdhulp. De jeugdhulpaanbieder levert alle gevraagde gegevens en is verplicht inzage te geven in bijvoorbeeld de personele en financiële administratie. De medewerkingsplicht strekt zich tevens uit tot eventueel door Opdrachtnemer bij het leveren van jeugdhulp ingeschakelde onderaannemers. De controles en evaluaties mogen de continuïteit van de dienstverlening niet verstoren, een en ander ter beoordeling van de gemeente.

  • 19.

    De jeugdhulpaanbieder geeft de jeugdige en/of ouder, of gemachtigde en de gemeente te allen tijde inzage in de bewijsstukken van bovenstaande kwaliteitseisen.

    Voor informele zorgverleners geldt dat deze moet voldoen aan de eisen hieronder van punt 3,5,7 en 8.

Hoofdstuk 5 Betrekken ingezetenen bij beleid

Artikel 5.1 Betrekken ingezetenen bij beleid

  • 1.

    Het college stimuleert interactieve beleidsvorming en actief burgerschap met, door en voor jongeren. Daar waar nodig, zowel regionaal als lokaal, maken we gebruik van bijvoorbeeld: klankbordgroepen en adviesvangers bestaande uit jongeren/ ervaringsdeskundigen.

  • 2.

    Het college ontvangt gevraagd en ongevraagd advies van de Adviesraad sociaal domein (zie Verordening advisering sociaal domein gemeente Oisterwijk 2020). Voorlopig zijn zij onze adviserende partner.

Hoofdstuk 6 Inwerkingtreding

Artikel 6.1 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze nadere regels treden een dag na bekendmaking in werking en werken terug tot en met 1 januari 2024.

Artikel 6.2 Intrekking nadere regels 2022

  • 1.

    Met de inwerkingtreding van deze nadere regels worden de Nadere regels jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2023 ingetrokken.

Artikel 6.3 Citeertitel

  • 1.

    Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2024.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk op 21 mei 2024

Milene Leijs-Kempenaars

Loco-Secretaris

Hans Janssen

Burgemeester

Bijlage 1. Omschrijving producten naast segmenten

 

Zie voor de uitgebreidere beschrijving en productcodes de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl

 

  • 1.

    Jeugd ADHD+

Deze zorg kenmerkt zich door een gecombineerd somatisch en GGZ-karakter. Het betreft hier met name ADHD, maar ook andere psychosociale problematiek. Artsen, waaronder de huisarts en de kinderarts, vervullen een belangrijke rol bij de diagnostiek en behandeling. De huisarts of kinderarts kan zelf geen psychiatrische diagnose stellen maar wel de (medicatie)behandeling op zich nemen. De diagnostiek vindt altijd multidisciplinair plaats, veelal samen met een daarin gespecialiseerde kinder- en jeugdpsycholoog en/of psychiater. De huisarts of kinderarts integreert in zijn/haar werk de fysieke en mentale domeinen van gezondheid en levert integrale zorg. Juist deze integrale benadering van de zorg voor het kind, rekening houdende met de sociale en biologische aspecten, zorgt voor een optimale zorg voor het kind. Tijdens de behandeling door de huisarts of kinderarts wordt gekeken naar de samenhang en interactie van de stoornis/ziekte en de niet biologische factoren zoals gedrag, leefstijl en sociaaleconomische factoren; de interactie tussen soma en psyche. Daarbij heeft de huisarts of kinderarts kennis van de meest voorkomende bijwerkingen van stimulantia en andere (ADHD-)medicijnen.

 

  • 2.

    Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

Behandeling Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

  • Behandeling van ernstige enkelvoudige (= niet co-morbide) dyslexie als geclassificeerd volgens DSM V. De behandeling wordt uitgevoerd volgens het landelijk vastgestelde protocol “Dyslexie, Diagnostiek en behandeling 2.0”. Een behandeling duurt in beginsel 48 sessies van 45 à 50 minuten. Eventueel is een verlenging met 12 sessies mogelijk.

  • De regiebehandelaar binnen Dyslexiezorg kan zijn: een BIG-geregistreerd gezondheidspsycholoog, een NIP-geregistreerd kinder- en jeugdpsycholoog en/of een NVO-geregistreerd orthopedagoog-generalist.

  • De regiebehandelaar kan bij zijn behandeling ondersteund worden door medebehandelaars. Deze medebehandelaars vallen onder de verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar. Medebehandelaars zijn gekwalificeerde dyslexiespecialisten: een basispsycholoog, orthopedagoog of een logopedist.

Diagnostiek Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

  • Dit omvat alle activiteiten gericht op verduidelijking van de (oorzaak van) klachten en van de zorgvraag en vaststelling of er daadwerkelijk sprake is van EED. Hierbij wordt het landelijk vastgestelde protocol “Dyslexie, Diagnostiek en behandeling 2.0” gevolgd. Het gaat om: Signalerende diagnostiek, Verklarende diagnostiek en Indicerende diagnostiek.

  • De regiebehandelaar binnen Dyslexiezorg kan zijn: een BIG-geregistreerd gezondheidspsycholoog, een NIP-geregistreerd kinder- en jeugdpsycholoog en/of een NVO-geregistreerd orthopedagoog-generalist.

  • De regiebehandelaar kan bij zijn behandeling ondersteund worden door medebehandelaars. Deze medebehandelaars vallen onder de verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar. Medebehandelaars zijn gekwalificeerde dyslexiespecialisten: een basispsycholoog, orthopedagoog of een logopedist.

Bijlage 2. Productenboek PGB

 

Geen segment 1, segment 5, ADHD+, ED, GI maatregel, JZ+, crisis en BW in PGB

Product code

Productcode omschrijving

Product categorie

Productcategorie omschrijving

Eenheid

Tarief 2024

Segment

Dienst

Uitvoeringsvariant

IV3 taakveld

Opmerking

P2GZH

PGB Gezinshuis

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 160,12

Segment 2 Wonen

Gezinshuizen

I

6.73b

 

P2KWB

PGB Kleinschalige woonleefgroepen basis

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 198,36

Segment 2 Wonen

Kleinschalige woonleefgroepen

I

6.73c

 

P2KWP

PGB Kleinschalige woonleefgroepen plus

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 328,66

Segment 2 Wonen

Kleinschalige woonleefgroepen

I

6.73c

 

P2PLZ

PGB Pleegzorg

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 45,52

Segment 2 Wonen

Pleegzorg

I

6.73a

 

P2ZWF

PGB Zelfstandigheid bevorderende woonvormen Fasehuis

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 158,00

Segment 2 Wonen

Zelfstandigheid bevorderende woongroepen

I

6.73c

 

P2ZWK

PGB Zelfstandigheid bevorderende woonvormen Kamertraining

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 98,07

Segment 2 Wonen

Zelfstandigheid bevorderende woongroepen

I

6.73c

 

P3DA1

PGB Dagbegeleiding A

41

Dagbehandeling

Dagdelen

€ 50,82

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Dagbegeleiding

I

6.72c

 

P3DA2

PGB Dagbegeleiding A toeslag zaterdag middag

41

Dagbehandeling

Dagdelen

€ 14,13

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Dagbegeleiding

I

6.72c

 

P3DB1

PGB Dagbegeleiding B

41

Dagbehandeling

Dagdelen

€ 75,26

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Dagbegeleiding

I

6.72c

 

P3DB2

PGB Dagbegeleiding B toeslag zaterdag middag

41

Dagbehandeling

Dagdelen

€ 22,20

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Dagbegeleiding

I

6.72c

 

P3IVV

PGB Individueel vervoer

42

Vervoerdiensten

Stuks (inspanning)

€ 9,80

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Vervoer

I

6.72c

 

P3LVV

PGB Lopend vervoer

42

Vervoerdiensten

Stuks (inspanning)

€ 7,69

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Vervoer

I

6.72c

 

P3RA1

PGB Respijtzorg A met overnachting doordeweeks etmaal

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 182,38

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

I

6.72a

 

P3RA2

PGB Respijtzorg A met overnachting weekend vrij - za etmaal

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 197,04

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

I

6.72a

 

P3RA3

PGB Respijtzorg A met overnachting weekend vrij - zo etmaal

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Stuks (output)

€ 385,83

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

O

6.72a

 

P3RA4

PGB Respijtzorg A zonder overnachting doordeweeks dagdeel

41

Dagbehandeling

Dagdelen

€ 42,86

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

I

6.72c

 

P3RA5

PGB Respijtzorg A zonder overnachting zaterdag dagdeel

41

Dagbehandeling

Dagdelen

€ 50,23

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

I

6.72c

 

P3RB1

PGB Respijtzorg B met overnachting doordeweeks etmaal

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 253,55

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

I

6.72a

 

P3RB2

PGB Respijtzorg B met overnachting weekend vrij - za etmaal

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Etmalen

€ 277,02

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

I

6.72a

 

P3RB3

PGB Respijtzorg B met overnachting weekend vrij - zo etmaal

44

Jeugdhulp verblijf (excl. beh)

Stuks (output)

€ 544,88

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

O

6.72a

 

P3RB4

PGB Respijtzorg B zonder overnachting doordeweeks dagdeel

41

Dagbehandeling

Dagdelen

€ 62,76

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

I

6.72c

 

P3RB5

PGB Respijtzorg B zonder overnachting zaterdag dagdeel

41

Dagbehandeling

Dagdelen

€ 74,32

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Respijtzorg

I

6.72c

 

P3RVV

PGB Rolstoel vervoer

42

Vervoerdiensten

Stuks (inspanning)

€ 9,80

Segment 3 Dagbegeleiding en Respijtzorg

Vervoer

I

6.72c

 

P4GBG

PGB GHZ Begeleiding

45

Jeugdhulp ambulant

Uur

€ 63,92

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Gehandicaptenzorg (GHZ)

I

6.72a

 

P4GBH

PGB GHZ Behandeling

45

Jeugdhulp ambulant

Uur

€ 77,25

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Gehandicaptenzorg (GHZ)

I

6.72b

 

P4GZB

PGB GGZ Begeleiding

54

Jeugd-ggz

Uur

€ 72,33

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

I

6.74a

 

P4GZH

PGB GGZ Hoog specialistisch

54

Jeugd-ggz

Uur

€ 113,57

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

I

6.74a

 

P4GZS

PGB GGZ Specialistisch

54

Jeugd-ggz

Uur

€ 100,61

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

I

6.74a

 

P4JBG

PGB JOH Begeleiding

45

Jeugdhulp ambulant

Uur

€ 69,76

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Jeugd en Opvoedhulp (JOH)

I

6.72a

 

P4JBH

PGB JOH Behandeling

45

Jeugdhulp ambulant

Uur

€ 80,35

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Jeugd en Opvoedhulp (JOH)

I

6.72b

 

P4MED

PGB Medicatiecontrole

54

Jeugd-ggz

Uur

€ 149,26

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Geestelijke gezondheidszorg (GGZ)

I

6.74a

 

P4VAK

PGB Vaktherapie

54

Jeugd-ggz

Uur

€ 69,45

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Overstijgend

I

6.74a

 

P4VER

PGB Verzorging / Basisondersteuning

40

Persoonlijke verzorging

Uur

€ 51,14

Segment 4 Specialistische Jeugdhulp

Gehandicaptenzorg (GHZ)

I

6.72a

 

PIBGI

PGB Informeel begeleiding individueel > per 01-01-2024

45

Jeugdhulp ambulant

Uur

€ 23,23

Niet van toepassing

Informeel

I

6.72a

 

PIBGI

PGB Informeel begeleiding individueel > per 01-03-2024

45

Jeugdhulp ambulant

Uur

€ 23,82

Niet van toepassing

Informeel

I

6.72a

 

PIBGI

PGB Informeel begeleiding individueel > per 01-10-2024

45

Jeugdhulp ambulant

Uur

€ 24,42

Niet van toepassing

Informeel

I

6.72a

 

PIPVI

PGB Informeel persoonlijke verzorging individueel > per 01-01-2024

40

Persoonlijke verzorging

Uur

€ 23,23

Niet van toepassing

Informeel

I

6.72a

 

PIPVI

PGB Informeel persoonlijke verzorging individueel > per 01-03-2024

40

Persoonlijke verzorging

Uur

€ 23,82

Niet van toepassing

Informeel

I

6.72a

 

PIPVI

PGB Informeel persoonlijke verzorging individueel - > per 01-10-2024

40

Persoonlijke verzorging

Uur

€ 24,42

Niet van toepassing

Informeel

I

6.72a

 

PMTW1

Maatwerkcode PGB

45

Jeugdhulp ambulant

Euro's

Maatwerk

Niet van toepassing

Maatwerk

O

6.72a

Bestaande code en niet in verordening * Afstemming met kwaliteit jeugd. Staat niet benoemd in de verordening