Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijswijk

Nadere regels Verordening speelautomatenhallen gemeente Rijswijk 2020

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels Verordening speelautomatenhallen gemeente Rijswijk 2020
CiteertitelNadere regels Verordening speelautomatenhallen gemeente Rijswijk 2020
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2025nieuwe regeling

21-05-2024

gmb-2024-257126

24.046952

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels Verordening speelautomatenhallen gemeente Rijswijk 2020

Besluit van de burgemeester van de gemeente Rijswijk houdende nadere regels omtrent beoordeling aanvraag en verdeling exploitatievergunning Speelautomatenhal

 

1. Inleiding

De gemeenteraad heeft op 1 april 2020 de Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk 2020 (verder te noemen: Verordening) vastgesteld. In de Verordening zijn ook de uitgangspunten voor de door de burgemeester vast te stellen nadere regels voor het verlenen van een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal vastgesteld. Ten aanzien van de verdeling van schaarse vergunningen is in de rechtspraak de afgelopen jaren een juridisch kader ontwikkeld. De kern daarvan is dat uit het gelijkheidsbeginsel voortvloeit dat het gemeentebestuur bij de verdeling van schaarse vergunningen aan (potentiële) gegadigden gelijke kansen moet bieden om in aanmerking te komen voor deze vergunningen.

In de Verordening is bepaald dat de burgemeester maximaal één exploitatievergunning kan verlenen voor het exploiteren van een speelautomatenhal. Er is daarmee sprake van een zogenoemde schaarse vergunning.

 

In deze nadere regels wordt eerst de vergunningsprocedure omschreven. Vervolgens wordt toegelicht welke informatie moet worden ingediend, hoe deze moet worden aangeleverd en tenslotte wordt toegelicht hoe aanvragen beoordeeld worden.

 

Door de vaststelling van de ‘Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk 2020’ zijn er ook aanpassingen nodig in voorliggende nadere regels. De benodigde wijzigingen hebben betrekking op enkele verwijzingen naar artikelen uit de Verordening. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt enkele ondergeschikte wijzigingen door te voeren zoals het invoegen van nummering en diverse grammaticale correcties.

 

2. Beschrijving vergunningprocedure Speelautomatenhalverordening, algemeen

In de Verordening is geregeld dat een exploitatievergunning uitsluitend kan worden verleend voor een speelautomatenhal, gevestigd in het gebied, zoals aangegeven op de bij de Verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart en nadat, ingevolge de nadere regels, aan potentiële gegadigden door de burgemeester gedurende een door de burgemeester te bepalen periode gelegenheid is gegeven mee te dingen naar die vergunning. Besluitvorming op de aanvragen zal plaatsvinden op basis van de criteria die nader vorm zijn gegeven in deze nadere regels.

 

2.1 Bekendmaking

Wijze van bekendmaking

De burgemeester maakt voorafgaand openbaar bekend dat én hoeveel exploitatievergunningen voor een speelautomatenhal beschikbaar komen, en voor welke looptijd van de vergunning, zoals bedoeld in artikel 2 van de Verordening. De procedure start met het openstellen van de mogelijkheid voor belangstellenden om een vergunningaanvraag in te dienen. De burgemeester zal het beschikbaar worden van de exploitatievergunning in ieder geval bekend maken op de gemeentelijke website (hetgeen blijkens de uitspraak van 9 maart 2016 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ECLI:NL:RVS:2016:661) voldoende is) en het elektronisch Gemeenteblad.

 

2.2 Aanvraagtijdvak

De bekendmaking zoals bedoeld onder 2.1 vermeldt in elk geval:

  • -

    de periode gedurende welke vergunningaanvragen kunnen worden ingediend, het aanvraagtijdvak.

  •  

  • Tenzij de burgemeester een afwijkende termijn stelt, zal dit een periode van 6 weken zijn. Na deze 6 weken kunnen er geen aanvragen meer worden ingediend. Deze periode wordt voldoende geacht omdat het breed bekend is, gezien de aandacht voor een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 november 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:2927), dat een exploitatievergunning per 19 december 2017 beschikbaar zal komen vanwege het aflopen van de termijn van de enige in Rijswijk te vergeven vergunning, en gegadigden zich zo lang hebben kunnen voorbereiden op een aanvraag.

  •  

  • -

    de wijze waarop de vergunningen behoren te worden aangevraagd;

  • -

    de geldende vergunningenplafond voor speelautomatenhallen;

  • -

    de methode aan de hand waarvan de beschikbare schaarse vergunning(en) zal of zullen worden verdeeld (verdelingsprocedure)

  • -

    de (verwijzing naar de) maatstaven die daarbij worden aangelegd (beoordelings-afwegingscriteria).

3. Aanvraagfase

Na ontvangst van de aanvragen wordt beoordeeld of zij voldoen aan de indieningsvereisten. Aanvragen die hier niet aan voldoen, worden niet in behandeling genomen, behoudens het hierna onder ‘ontvankelijkheid’ bepaalde. Hierna worden de aanvragen getoetst aan de uitsluitingscriteria. Aanvragers op wie tenminste één van de uitsluitingscriteria van toepassing is, ontvangen een negatieve beschikking. Vervolgens vindt een inhoudelijke beoordeling plaats op basis van de in dit document genoemde criteria, waarbij wordt beoordeeld welke van de geldige aanvragen in aanmerking komt voor de vergunning.

Na beoordeling door de beoordelingscommissie (de toelichting op de beoordelingscriteria volgt later in dit document) wordt bepaald of een aanvraag, en zo ja, welke aanvraag wordt getoetst op basis van de criteria uit de Wet Bibob.

 

3.1 Indieningsvereisten

Wijze van indiening

Gedurende het aanvraagtijdvak kunnen aanvragen worden ingediend. Aanvragen voor de verlening van een vergunning voor de vestiging van een speelautomatenhal (verder te noemen: aanvraag) dienen per post en in drievoud te worden ingediend. De aanvragen dienen te worden gericht aan de burgemeester van Rijswijk. Een aanvraag dient rechtsgeldig ondertekend te zijn.

De enveloppe/verpakking dient gesloten te worden ingezonden met daarop de vermelding “Aanvraag vergunning speelautomatenhal: “NIET OPENEN”. Een aanvraag dient uiterlijk op de laatste dag van het aanvraagtijdvak te 16.00 uur in het bezit van de gemeente Rijswijk te zijn. Alleen aanvragen die tijdig zijn ontvangen zullen in behandeling worden genomen.

 

Verplichte onderdelen aanvraag exploitatievergunning

De indieningsvereisten voor de aanvraag zijn in artikel 3 van de Verordening benoemd. De toelichting op artikel 3 van de Verordening, behorende bij de Verordening beschrijft de indieningsvereisten nader. Het betreft formele vereisten waaraan moet worden voldaan. De vereisten zijn vooral van feitelijke aard, maar hierna zal worden aangegeven dat daaraan gekoppeld kan zijn informatie die van belang is voor de beoordeling van de aanvragen.

 

Ontvankelijkheid

Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling van de aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking, kan de burgemeester de aanvrager een termijn van twee weken geven om de aanvraag aan te vullen.

Is de aanvraag alsnog niet compleet, dan zal de burgemeester besluiten de aanvraag niet verder in behandeling te nemen, conform artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht. Indien direct of bij de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag blijkt dat deze niet voor inwilliging vatbaar is, kan het voorkomen dat de burgemeester een inhoudelijke beslissing tot afwijzing van de aanvraag moet nemen (zie bijvoorbeeld College van Beroep voor het bedrijfsleven 18 november 2011, ECLI:NL:CBB:2011:BU5467, AB 2012/109). Een onvolledige aanvraag die niet tijdig is aangevuld wordt buiten behandeling gesteld.

4. Uitsluitingscriteria / Weigeringsgronden

In artikel 7 van de Verordening zijn de weigeringsgronden voor een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal opgenomen. Aanvragen waarbij een of meerdere weigeringsgronden van toepassing zijn, zullen worden uitgesloten van verdere beoordeling. De aanvraag waarop een uitsluitingsgrond/weigeringsgrond van toepassing is, leidt tot een negatieve beschikking waartegen rechtsmiddelen kunnen worden aangewend.

 

5. Beoordelingsfase

In deze fase worden de ingediende aanvragen beoordeeld aan de hand van drie documenten te weten (1) een conceptomschrijving speelautomaten, (2) een plan van aanpak van openbare orde en (3) een plan van aanpak gokverslaving. Vervolgens zal over worden gegaan tot de inhoudelijke beoordeling.

 

Adviserende beoordelingscommissie en ondersteuning door deskundigen

De burgemeester zal een beoordelingscommissie (verder: de commissie) instellen, die de burgemeester adviseert bij de beoordeling.

De commissie wordt als volgt samengesteld:

  • -

    Een medewerker team Juridische Zaken;

  • -

    Een medewerker van team Vergunningen, Archeologie en Monumentenzorg, onderdeel APV en Bijzondere Wetten en team Veiligheid, Inspectie en Handhaving, onderdeel Bouw- en Woningtoezicht;

  • -

    Een medewerker met ruimtelijke ordenings expertise;

  • -

    De coördinator Bibob.

Een aanbestedingsjurist kan worden gevraagd de commissie ten aanzien van de procedure te adviseren. Indien nodig, worden ook andere deskundigen uitgenodigd om te adviseren over specifieke onderdelen. Deze adviseurs hebben geen rol bij het toekennen van punten.

De commissie adviseert de burgemeester. De burgemeester besluit over de vergunningverlening en betrekt hierbij de beoordeling van de commissie.

 

4.1 Beoordelingscriteria

Algemeen

De aanvragen van alle aanvragers die een ontvankelijke aanvraag hebben ingediend, die tevens voldoen aan de indieningsvereisten en op wie geen uitsluitingsgronden van toepassing zijn zullen inhoudelijk worden beoordeeld door de commissie. Bij deze beoordeling zijn maximaal 100 punten te behalen.

De commissie komt bij haar beoordeling in onderling overleg op basis van unanimiteit voor ieder beoordelingscriterium tot één van de navolgende scores:

 

 

4.2 Beoordelingscriteria inhoudelijke beoordeling

De inhoudelijke beoordeling van de aanvragen vindt plaats aan de hand van het document 'Conceptomschrijving speelautomatenhal', het document 'Plan preventie gokverslaving' en het document 'Plan openbare orde en veiligheid'.

 

Criterium 1: Conceptomschrijving Speelautomatenhal

In de conceptomschrijving zet de aanvrager uiteen op welke manier de speelautomatenhal is ingebed in een amusementsbedrijf en aan welke ontspanningsfaciliteiten die ondersteuning biedt.

 

De gemeente hecht aan een (haalbaar) concept waarin het accent ligt op recreatief spelen en bestendiging dan wel versterking van het recreatief profiel van de binnenstad van Rijswijk. Verwezen wordt naar de eisen in de Verordening en de toelichting daarop. Het gelijktijdig realiseren van (dan wel het versterken of bestendigen van reeds bestaande) recreatieve functies is voor de gemeente belangrijk. Voor de gemeente is het wenselijk dat de speelautomatenhal in combinatie met de (gelijktijdige te realiseren of reeds in het amusementscentrum aanwezige) overige recreatieve functies bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad voor recreatieve functies en dat de speelautomatenhal aan de overige recreatieve functies ondersteunend is. De mate waarin dat het geval is, is onderdeel van de vergelijkende toets tussen de aanvragen.

 

Aandachtspunten

In het document 'Conceptomschrijving speelautomatenhal' moet worden omschreven op welke wijze de speelautomatenhal in samenhang met de andere in het amusementsbedrijf aanwezige recreatieve voorzieningen bijdraagt aan het versterken van het recreatief aanbod van ontspanningsfaciliteiten in de binnenstad van de gemeente Rijswijk. In ieder geval moet ingegaan worden op de volgende aspecten:

  • -

    de visie van de aanvrager op en de mate van de synergie tussen de speelautomatenhal en de overige amusementsfuncties;

  • -

    de visie van de aanvrager op de rol van de speelautomatenhal in het bestendigen dan wel versterken van het recreatief profiel van de binnenstad van Rijswijk en de mate waarin daarvan sprake is;

  • -

    een nauwkeurige omschrijving van het gehele concept, de omvang van de totale inrichting, blijkend uit een voorlopig ontwerp en een beschrijving van het aanbod van voorzieningen (recreatieve functies) in het complex waarin de speelautomatenhal wordt gerealiseerd. In deze omschrijving moet ook de toegevoegde waarde van het concept en de samenhang met de gekozen locatie worden toegelicht. Indien het gaat om vestiging van een speelautomatenhal bij een reeds bestaande recreatieve voorziening met ontspanningsfaciliteiten dient ook aangeven te worden welke functies nieuw zijn en welke eventueel vervallen;

  • -

    de wijze waarop is gewaarborgd dat de inbedding van de speelautomatenhal en de overige ontspanningsfaciliteiten gedurende de looptijd van de vergunning in stand blijven;

  • -

    een opstellings- en inrichtingsplan van de speelautomatenhal, ter toetsing van de productdifferentiatie, waarin de plaats, het aantal en de samenstelling van de speelautomaten nauwkeurig worden vermeld en een weergave van de wijze waarop een en ander bijdraagt aan de doelstellingen van de gemeente;

  • -

    een ondernemingsplan, met inbegrip van stukken, waaruit blijkt welk bedrag met de totale investering is gemoeid en een bewijs dat dit met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel uit eigen middelen kan worden gefinancierd.

Bij combinatie van een speelautomatenhal met recreatieve functies waar regelmatig jongeren onder 18 jaar komen (zoals een bowlingbaan) is de manier waarop de functies gescheiden worden van belang voor de beoordeling. Uitgangspunt is dat jongeren zo min mogelijk direct geconfronteerd worden met de speelautomaten.

 

Belangrijke doelstelling voor Rijswijk is het versterken van het recreatief aanbod van ontspanningsfaciliteiten. Er zijn verschillende doelgroepen. Er zal worden gelet op de samenhang in het voorstel, onder meer ten aanzien van de doelgroepen van de verschillende onderdelen in het concept. Concepten die een evenwichtige bijdrage leveren waarmee verschillende doelgroepen worden bediend, zullen hoger worden gewaardeerd. Tevens zal de inrichting van de locatie worden beoordeeld op de aspecten die zien op de relatie met de omgeving met het oog op de bescherming en ondersteuning van het karakter van de wijk en de relatie met het derde criterium (openbare orde en bijdrage leefbaarheid), waaronder bereikbaarheid, toegankelijkheid en de inpassing in de omgeving.

 

Omvang beantwoording inclusief eventuele bijlagen: maximaal 15 pagina’s A4.

 

Criterium 2: Plan preventie gokverslaving

De gemeente hecht waarde aan een open, weinig ingrijpende toegangscontrole, zonder dat dat betekent dat minderjarigen worden toegelaten in de hal en in overeenstemming met de vereisten die de Wet op de Kansspelen hieraan stelt.

In het kader van preventie wil de gemeente dat de exploitant zelf verantwoordelijkheid neemt voor het voorkomen van kansspelverslaving, door het personeel goed op te leiden en zorg te dragen voor een goede samenwerking met de bevoegde instanties. Ook het op peil houden van de benodigde vaardigheden van het personeel is voor de gemeente belangrijk.

 

Aandachtspunten

In het document 'Plan preventie gokverslaving' moet worden omschreven op welke wijze de aanvrager zorgt voor preventie en bestrijding van gokverslaving. In ieder geval moet ingegaan worden op de volgende aspecten:

  • -

    de visie en ervaring van de aanvrager op preventie van gokverslaving en de maatregelen die hij in dat verband neemt;

  • -

    de organisatie van de toegangscontrole (leeftijdscontrole en bezoekers met een al dan niet vrijwillige ontzegging);

  • -

    de wijze waarop het personeel wordt opgeleid en getraind in:

    • het bij personen signaleren van het ontwikkelen van gokverslaving;

    • het ontwikkelen van communicatievaardigheden ten behoeve van de omgang van mensen met beginnende verschijnselen van gokverslaving;

    • de wijze waarop bezoekers voorlichtingsmateriaal over gokverslaving in de speelautomatenhal kunnen verkrijgen;

    • de wijze waarop periodieke afstemming met instellingen op gebied van preventie die binnen de gemeente Rijswijk werkzaam zijn plaatsvindt.

Omvang beantwoording: maximaal 5 pagina’s A4.

 

Criterium 3: Plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid

De gemeente hecht aan de vestiging van een speelautomatenhal met een zo gering mogelijke negatieve impact op de omgeving. De manier van samenwerking met de belanghebbenden uit de omgeving (dit zullen in de binnenstad vooral bewoners en winkeliers zijn, doch ook exploitanten van andere recreatieve en ontspanningsfaciliteiten) en de informatievoorziening aan die belanghebbenden, vooraf, maar ook bij of na incidenten zal worden beoordeeld.

 

Aandachtspunten

In het 'Plan van aanpak openbare orde' moet worden aangegeven hoe de exploitant zorg draagt voor de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de eventuele speelautomatenhal. Daaronder wordt ook het voorkomen van parkeeroverlast verstaan.

De aanvrager dient een risicoanalyse op te nemen waaruit de risico's voor de directe omgeving van de onderneming blijken en welke maatregelen de aanvrager neemt om de gevolgen hiervan te beperken. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de aard van het bedrijf en de spanning waaraan het woon- en leefmilieu ter plaatse kan worden blootgesteld door de exploitatie van de onderneming.

In ieder geval dient de aanvrager aandacht te besteden aan de volgende aspecten:

  • -

    de algemene visie van de aanvrager op het handhaven van de openbare orde in de omgeving;

  • -

    de wijze waarop de aanvrager wil bijdragen aan de leefbaarheid van de omgeving;

  • -

    welke gedrag- en huisregels gelden er voor komende en gaande bezoekers;

  • -

    hoe de naleving van deze gedrag- en huisregels wordt bewaakt;

  • -

    hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende onbevoegde personen rond de gelegenheid;

  • -

    hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

  • -

    welke openingstijden gelden en hoe deze zijn gerelateerd aan de andere faciliteiten binnen de onderneming;

  • -

    de wijze waarop de aanvrager wil omgaan/samenwerken met eigenaren en gebruikers van nabij gelegen percelen / bebouwing (straal van 200 meter);

  • -

    de wijze waarop de aanvrager wil omgaan/samenwerking met bevoegde instanties;

  • -

    de mate waarin de aanvrager handhavingskosten van de gemeente voorkomt;

  • -

    een risicoanalyse waarin de belangrijkste risico’s worden benoemd en adequate en reële beheersmaatregelen van de aanvrager zijn opgenomen

Omvang beantwoording: maximaal 7 pagina’s A4.

 

Gelijk scorende aanvragen

Als meerdere aanvragen gelijk scoren en met het verlenen van deze vergunningen het maximale aantal vergunningen zou worden overschreden geeft het cijfer voor het concept (criterium 1) de doorslag. Indien dan nog steeds sprake is van meerdere aanvragen die gelijk scoren dan geeft het cijfer van die aanvragen voor het plan van aanpak openbare orde en bijdrage leefbaarheid (criterium 3) de doorslag. Indien dit nog steeds geen uitsluitsel geeft, dan beslist het lot.

 

4.3 Besluitvormingsfase

Het bevoegd gezag toets elke aanvraag die op basis van de vergelijkende toets voor vergunningverlening in aanmerking komt aan de Wet Bibob. Daartoe levert de aanvrager bij de vereiste documenten één volledig ingevuld Bibob formulier aan. In geval van ‘ernstig gevaar’ (in de zin van artikel 3 van de Wet Bibob) wordt(en) de aanvra(a)g(en) geweigerd, ongeacht de behaalde puntenscore.

4.3.1 Bibob-toets

De aanvraag die op basis van de beoordeling van de commissie als hoogste eindigt, kan worden getoetst aan de wet Bibob. Indien de gemeente op basis van het Bibob-advies tot de conclusie komt dat geen sprake is van gevaar, zal de burgemeester de vergunning verlenen aan de betreffende aanvrager. Indien sprake is van een mindere mate van gevaar, kan de vergunning verleend worden onder nadere voorschriften die zijn gericht op het wegnemen of beperken van het gevaar.

 

Voordat de burgemeester aan een beschikking voorschriften verbindt als bedoeld in artikel 3, zevende lid van de Wet Bibob, en voordat de burgemeester een voor de betrokkene negatieve beslissing neemt op grond van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet Bibob, dan wel op grond van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 3, zesde lid van de Wet Bibob, stelt de burgemeester de betrokkene in de gelegenheid zijn zienswijze naar voren te brengen. Hiervoor geeft de burgemeester een termijn van twee weken. De eventuele reacties worden besproken in de commissie. Dit kan leiden tot een aanpassing van het advies aan de burgemeester. Op basis van de genoemde adviezen zal de burgemeester uiteindelijk een besluit nemen.

Indien de burgemeester besluit op grond van de Bibob-toets de vergunning te weigeren aan de aanvrager met de hoogste score, kan de opvolgend aanvrager worden getoetst op basis van de Wet Bibob.

4.3.2 Andere vergunningen

Er kan pas gebruik worden gemaakt van de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal als het gebruik van het pand voor de speelautomatenhal en de overige te realiseren functies planologisch is toegestaan. Dit kan tot gevolg hebben dat de exploitatievergunning voor een speelautomatenhal niet gebruikt kan worden omdat de ruimtelijke procedure of aanvraag voor een omgevingsvergunning niet leidt tot een aanpassing van het bestemmingsplan of omgevingsvergunning.

4.3.3 Vergunningverlening en rechtsbescherming

De burgemeester zal besluiten aan welke aanvrager de exploitatievergunning zal worden vergund. In aanvulling op de weigeringsgronden van artikel 7 van de Verordening geldt dat indien de burgemeester van mening is dat de (ontvankelijke) aanvragen een onvoldoende niveau hebben en er geen aanvragen zijn waaraan voldoende punten kunnen worden toegekend naar het oordeel van de burgemeester, de burgemeester de exploitatievergunning kan weigeren. Het is de beleidsvrijheid van de burgemeester om hetzij een nieuwe ronde van aanvragen open te stellen, of dat niet te doen. Uiteraard gelden de mogelijkheden van bezwaar en beroep voor de aanvrager(s) van de (afgewezen) aanvragen.

5. Slotbepaling

Deze nadere regels treden in werking de dag dat de Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Rijswijk 2020 in werking treedt.