Verordening van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk houdende regels voor het verstrekken van subsidie ter stimulering van het verduurzamen van woningen of gebouwen met een sociaal-maatschappelijk doel in de buurt (Subsidieverordening Samen je Buurt Verduurzamen)

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

• -

  aanvrager: een stichting, vereniging, coöperatie, niet zijnde een woningcorporatie, of een samenwerkingsverband van minimaal drie buurtbewoners, elk in een ander huishouden woonachtig, of een combinatie hiervan;

• -

  buurtinitiatief: initiatief van minimaal drie bewoners, dat zich voor een buurt of wijk richt op het verduurzamen van woningen en / of gebouwen;

• -

  college: college van burgemeester en wethouders;

• -

  professionele dienstverlener: gerenommeerde dienstverlener die wordt ingeschakeld door de aanvrager na voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de gemeente.

Artikel 2. Toepasselijkheid Algemene subsidieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2024

De Algemene subsidieverordening gemeente Bodegraven-Reeuwijk 2024 is op deze verordening niet van toepassing.

Artikel 3. Doelgroep en toepassingsbereik

• 1.

  De subsidie is primair bedoeld voor buurtinitiatieven van minimaal drie bewoners, elk in een ander huishouden woonachtig, die beogen een bijdrage te leveren aan het verduurzamen van een wijk of buurt in Bodegraven-Reeuwijk.

• 2.

  Rechtspersonen als stichtingen, verenigingen of coöperaties, niet zijnde een woningcorporatie, kunnen ook een aanvraag doen, indien voldoende duidelijk gemaakt wordt hoe zij zich inzetten voor het verduurzamen van een wijk of buurt in Bodegraven-Reeuwijk.

• 3.

  In aanvlling op het eerste en het tweede lid dienen drie buurtbewoners, niet zijnde aanvragers en woonachtig in de wijk of buurt waar het buurtinitiatief betrekking op heeft, het buurtinitiatief te ondersteunen door ondertekening van de aanvraag op de daarvoor aangegeven plaats.

• 4.

  De straat of buurt waar het buurtinitiatief betrekking op heeft, heeft een minimale omvang van 20 woningen.

• 5.

  Het bepaalde in deze verordening is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4. Activiteiten

• 1.

  Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een buurtinitiatief dat inzet op een breed draagvlak vanuit de buurt of wijk.

• 2.

  De buurtinitiatieven dienen te zijn uitgevoerd binnen een jaar na ontvangst van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

• 1.

  Voor subsidie komen uitsluitend in aanmerking:

  • a.

    onderzoekskosten; kosten gemaakt door een professionele dienstverlener voor onderzoek naar oplossingen voor de buurt of wijk die bijdragen aan het verduurzamen van de wijk;

  • b.

    proceskosten; kosten die worden gemaakt om initiatieven samen te brengen in één buurtinitiatief.

• 2.

  Materialen die worden ingezet om te verduurzamen komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie

• 1.

  De subsidie bedraagt minimaal € 1.000 en maximaal € 5.000 per aanvraag.

• 2.

  Het subsidiepercentage is maximaal 100%.

• 3.

  Een buurtinitiatief ontvangt eenmalig subsidie.

Artikel 7. Subsidieplafond

• 1.

  Het subsidieplafond voor subsidieverlening op grond van deze verordening is vastgesteld op € 100.000 en geldt tot 1 juni 2026.

• 2.

  Subsidie wordt verleend op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 8. Wijze van beoordeling

• 1.

  Het college beoordeelt de aanvragen op volgorde van binnenkomst.

• 2.

  Het college betrekt bij de beoordeling het ingevulde digitale aanvraagformulier, inclusief de gevraagde bijlagen, als bedoeld in artikel 9.

Artikel 9. Aanvraag

Een aanvraag kan uitsluitend worden ingediend middels het digitale aanvraagformulier op de website van de gemeente.

Artikel 10. Weigeringsgronden

Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college de subsidie weigeren als de aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen.

Artikel 11. Vaststelling

• 1.

  Uiterlijk een jaar na de datum van de subsidieverlening dient de aanvrager een verzoek tot vaststelling in. Het verzoek tot vaststelling bestaat uit in ieder geval een verslag van het uitgevoerde buurtinitiatief inclusief financiële verantwoording in het format van de begroting uit de aanvraag. Hierin beschrijft de aanvrager hoe het opzetten van het buurtinitiatief is gegaan en waar de subsidie aan is besteed, inclusief bonnen, facturen, betaalbewijzen en bankafschriften.

• 2.

  Aan de hand van het verzoek tot vaststelling stelt de gemeente vast of de toegewezen gelden rechtmatig zijn uitgegeven. Als bij de afrekening blijkt dat de aanvrager is afgeweken van de aanvraag zonder dat hiervoor instemming is gevraagd van het college kan de subsidie worden verlaagd of worden ingetrokken.

Artikel 12. Verplichtingen

Onverminderd artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

• a.

  de subsidieontvanger stelt zich beschikbaar om kennis te delen met andere geïnteresseerden in de gemeente. De gemeente organiseert daartoe bijeenkomsten. Na afloop van het buurtinitiatief deelt de subsidieontvanger de bevindingen en uitkomsten van het buurtinitiatief met de gemeente en andere geïnteresseerden binnen de gemeente. Daarin evalueert de subsidieontvanger de uitkomsten en wat de leermomenten zijn voor andere buurtinitiatieven binnen de gemeente;

• b.

  de subsidieontvanger betrekt tijdig de verschillende stakeholders uit de buurt bij het buurtinitiatief. Dit blijkt uit het vooraf ingediende plan van aanpak. Tussentijds wordt daarnaast met de subsidieontvanger afgestemd in hoeverre dit slaagt. Voorbeelden van stakeholders kunnen zijn buurtbewoners, lokale verenigingen, scholen, winkels, bedrijven etc.;

• c.

  de goedgekeurde voorstellen voor buurtinitiatieven kunnen worden gedeeld via de website van de gemeente;

• d.

  de goedgekeurde uitkomsten van buurtinitiatieven kunnen worden gedeeld via de website van de gemeente;

• e.

  bij meerdere buurtinitiatieven in één buurt dient te worden gekeken of samenwerking mogelijk is tussen de betreffende buurtinitiatieven;

• f.

  indien het buurtinitiatief gedurende de looptijd wijzigt ten opzichte van de aanvraag dient de subsidieontvanger dit direct bij de gemeente te melden in de vorm van een wijzigingsverzoek. Dit wijzigingsverzoek omvat in ieder geval de reden van de wijziging, hoe de wijziging bijdraagt aan het doel van het buurtinitiatief en een gewijzigde begroting. De gemeente beoordeelt het wijzigingsverzoek aan de hand van de doelstellingen van de originele aanvraag en van de verordening. Een wijziging kan leiden tot intrekking of wijziging van de subsidieverlening;

• g.

  de subsidieontvanger kan eenmalig een verzoek indienen voor uitstel van de afronding van het buurtinitiatief. Voor dit verzoek gelden dezelfde voorwaarden als genoemd onder f en aanvullend daarop omvat het verzoek een nieuwe planning. Het maximaal aan te vragen uitstel is een jaar.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen een of meer artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover strikte toepassing daarvan zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 14. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 15. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Subsidieverordening Samen je Buurt Verduurzamen.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk,

gehouden op 22 mei 2024.

De griffier,

drs. J.H. Rijs MMC