Organisatie | Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Beleidsregel voorkoming misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies 2024 |
Citeertitel | Beleidsregel voorkoming misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies 2024 (M&O-beleid 2024) |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies 2017.
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-06-2024 | nieuwe regeling | 21-05-2024 |
Besluit van 21 mei 2024, houdende regels met betrekking tot het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies (Beleidsregel M&O 2024)
Gedeputeerde staten van Fryslân,
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
De Beleidsregel voorkoming misbruik en oneigenlijk gebruik bij subsidies 2024 als volgt vast te stellen:
Indien uit een controle onregelmatigheden blijken die leiden tot een in de artikelen 4.1 en 4.2 van de Uitvoeringsregeling Asv provincie Fryslân 2024 bedoelde sanctie, onderwerpen gedeputeerde staten ook de eventuele andere aan dezelfde subsidieontvanger verstrekte subsidies aan een controle. Dat is slechts anders indien de aard en omvang van de geconstateerde onregelmatigheden geen aanleiding geven om ook bij die andere subsidies onregelmatigheden te verwachten.
Dit besluit treedt inwerking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in het Provinciaal blad waarin het wordt geplaatst.
Uitgangspunt is dat gedeputeerde staten toezicht houden op basis van steekproefsgewijze controles De frequentie van de steekproeven is afhankelijk van het risico dat is verbonden aan een subsidieregeling of een specifieke subsidiebeschikking; hoe hoger het risico, hoe frequenter de steekproeven. Gedeputeerde staten zijn echter niet gebonden aan die steekproeven. Zij zijn ook bevoegd buiten die steekproeven om controles uit te voeren, bijvoorbeeld als bepaalde (al dan niet door henzelf) verkregen informatie daartoe aanleiding geeft.
Afhankelijk van de specifieke situatie kan een controle meer of minder grondig en diepgravend zijn. Gedeputeerde staten kunnen daarbij ook variëren in het gebruik van controlemethoden. In bepaalde gevallen volstaat alleen een deskresearch, maar soms is (ook) een uitgebreide fysieke controle ter plaatse noodzakelijk.
Wezenlijk onderdeel van het toezicht is dat de subsidieontvanger medewerking verleent aan een door of namens gedeputeerde staten gevorderde controle. Daartoe bestaat ook een expliciete medewerkingsplicht in artikel 2.11 Asv. Als een subsidieontvanger geen of onvoldoende medewerking verleent aan een controle, kunnen gedeputeerde staten vaak niet controleren of is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen en zich gedurende het subsidietraject onregelmatigheden hebben voorgedaan. In voorkomend geval zullen gedeputeerde staten daar consequenties aan verbinden, bijvoorbeeld door de subsidie op nihil vast te stellen.