Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Uitgeest

Nota Parkeernormen Uitgeest 2024

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUitgeest
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNota Parkeernormen Uitgeest 2024
CiteertitelNota Parkeernormen Uitgeest 2024
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nota parkeernormen gemeente Uitgeest 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-06-2024nieuwe regeling

30-05-2024

gmb-2024-254211

Tekst van de regeling

Intitulé

Nota Parkeernormen Uitgeest 2024

 

1 Inleiding

Voor u ligt de nota parkeernormen Uitgeest 2024. Deze nota vervult een rol in het ruimtelijk toetsingskader voor nieuwbouw- en transformatieontwikkelingen. Aan de hand van deze nota wordt het aantal parkeerplaatsen voor auto’s bepaald dat aangelegd en in stand gehouden moet worden. Aan te leggen parkeerplaatsen moeten voldoen aan kwalitatieve eisen die de bruikbaarheid en bereikbaarheid van de parkeerplaatsen waarborgen.

1.1 Waarom een nieuwe nota parkeernormen?

De huidige Nota Parkeernormen Uitgeest stamt uit 2013 en sindsdien is er sprake van voortschrijdend inzicht hoe de behoefte aan parkeerplaatsen bij nieuwbouwprojecten bepaald moet worden. De huidige nota parkeernormen uit 2013 maakt geen onderscheid naar type en grootte van woningen. Ook de eigendomsverhouding niet meegenomen. Er wordt geen rekening gehouden met het aantal bewoners per woningtype, het bijbehorende autobezit en de daaruit voortvloeiende parkeervraag voor de verschillende woningtypen.

Er is daarom behoefte aan een nieuwe Nota Parkeernormen met meer flexibiliteit om actuele ontwikkelingen in de samenleving te faciliteren en een betere aansluiting te vinden bij woonvormen en feitelijk autobezit.

Ook het aantal functies in de nota uit 2013 is beperkt. Dit betekent dat er voor mogelijk nieuwe in de gemeente te vestigen functies wel (landelijke) parkeerkentallen zijn maar geen gemeentelijke parkeernormen. Ook zijn de in de nota opgenomen parkeernormen gebaseerd op kentallen uit 2013 waardoor ook vanuit andere functies dan wonen er behoefte is aan een geactualiseerde nota.

1.2 Visie op parkeren in ruimtelijke ontwikkelingen

Uitgeest heeft geen uitgewerkte en vastgestelde visie op parkeren. De omvang van de gemeente vraagt daar ook niet om.

 

Voor nieuwe ontwikkelingen is er wel behoefte aan een nieuw parkeerkeernormenkader. In het samenwerkingsakkoord 2022 -2026 is over woningbouw gesteld dat de gemeente, uitgaande van de Uitgeester woningbehoefte, extra woningen voor jongeren, starters en ouderen wil bouwen. Ook wil de gemeente de doorstroming op gang proberen te krijgen.

 

De huidige parkeernormen laten onvoldoende ruimte om bouwontwikkelingen en met name verdichtingsopgaves binnen deze ambitie te realiseren. Parkeren vraagt immers om ruimte en/ of substantiële financiële middelen om gebouwde parkeervoorzieningen te realiseren. Meer flexibiliteit is gewenst om, onder meer met de inzet van beschikbare parkeercapaciteit, parkeren goed te regelen en bouwambities te verwezenlijken. Uitgeest kiest daarom voor een aanpak waarbij het aantal parkeerplaatsen aansluit bij de daadwerkelijke parkeervraag waarbij het gebruik maken van bestaande beschikbare parkeerplaatsen als dat, gegeven het gebruik van de aanwezige parkeerplaatsen in de nabijheid van een ontwikkeling, mogelijk is.

 

Beïnvloeden, benutten en bouwen

Zonder maatregelen om het parkeren te reguleren is het sturen op autogebruik en -bezit niet mogelijk en is sprake van vraagvolgend parkeerbeleid. In Uitgeest zijn er geen blauwe zones of gebieden met betaald parkeren. Ook zijn er geen gebieden waar op een andere manier gestuurd wordt op parkeren.

 

Ten aanzien van haar parkeernormenbeleid hanteert de gemeente Uitgeest de volgende uitgangspunten.

 

  • In iedere nieuwbouw- of transformatieontwikkeling is sprake van een bepaalde behoefte aan parkeerplaatsen. Aan de hand van deze nota parkeernormen wordt de omvang van deze behoefte bepaald.

  • Nieuwbouw- en transformatieontwikkelingen mogen niet leiden tot een dusdanige verhoging van de parkeerdruk in de openbare ruimte waardoor bewoners hun auto niet meer kunnen parkeren.

  • De gemeente Uitgeest streeft naar een flexibel parkeernormenbeleid. Deze flexibiliteit uit zich in de wijze waarop de parkeernormen worden toegepast en niet in de hoogte van de parkeernormen.

  • Bedachte parkeeroplossingen zijn toekomstbestendig en leiden niet tot parkeeroverlast in de toekomst.

Met deze nota parkeernormen wordt invulling gegeven aan deze uitgangspunten.

1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 is het juridisch kader opgenomen waarbinnen deze nota parkeernormen acteert. Hierin zijn onder andere de afwijkingsbevoegdheid en de overgangsregeling opgenomen. In het hierop volgende hoofdstuk 3, wordt ingegaan op de parkeernormen voor auto’s en hoofdstuk 4 bevat de normen voor fietsen.

In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op het toepassingskader dat op deze nota van toepassing is. In hoofdstuk 6 wordt tenslotte ingegaan op toekomstbestendige parkeeroplossingen.

 

In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de opgenomen bijlagen.

 

Bijlage 1

Gebiedsindeling

Bijlage 2

Autoparkeernormen

Bijlage 3

Fietsparkeernormen

Bijlage 4

Aanwezigheidspercentages

Bijlage 5

Maximale loopafstanden

Bijlage 6

Berekeningsaantallen private parkeerplaatsen

2 Juridisch kader

2.1 De parkeernorm, parkeerbalans en de parkeereis

Een parkeernorm is een getal dat aangeeft hoeveel parkeerplaatsen benodigd zijn per 100 vierkante meter of per eenheid. Op basis van de functies die worden gerealiseerd, met de bijbehorende parkeernormen, wordt een parkeerbalans opgesteld. In een parkeerbalans wordt ook rekening gehouden met de aanwezigheid van doelgroepen (dubbelgebruik).

 

Uit de parkeerbalans volgt een parkeerbehoefte. Deze behoefte dient op enige wijze te worden gefaciliteerd. Op hoofdlijnen kunnen hiervoor drie capaciteitsvormen worden aangewend. Het parkeren op afstand is een variant op deze drie vormen.

  • 1.

    Parkeren op eigen terrein;

  • 2.

    Parkeren in private parkeervoorzieningen;

  • 3.

    Parkeren op aanwezige openbare parkeerplaatsen op maaiveld1

De parkeereis is in feite het resultaat van de parkeerbalans in combinatie met de capaciteits-vormen (ook in aantallen) waarmee de parkeerbehoefte wordt gefaciliteerd. Een voorbeeld van een parkeereis is opgenomen in het onderstaande kader.

 

Voorbeeld parkeereis

Normatieve parkeerbehoefte: 50 parkeerplaatsen

 

Capaciteitsvormen:

  • Parkeren op eigen terrein: 20 parkeerplaatsen

  • Parkeren in private voorzieningen: 20 parkeerplaatsen

  • Parkeren in openbare parkeervoorzieningen: 10 parkeerplaatsen

2.2 Bestaande en nieuwe bestemmingsplannen

Deze Nota “parkeernormen 2024” heeft een relatie met het bestemmingsplan “Parapluplan 2017”2 (thans omgevingsplan) van de gemeente Uitgeest. In dit bestemmingsplan is een artikel opgenomen m.b.t. parkeren (artikel 3.2.1).

Dit bestemmingsplan is van toepassing op de volledige gemeente met uitzondering van de gebieden die vallen onder de bestemmingsplannen “Lagendijk 4”en “Fort Krommeniedijk”

 

In het bestemmingsplan “Parapluplan 2017” is geregeld dat voor het verstrekken van een omgevingsvergunning moet worden voldaan aan het gemeentelijk parkeerbeleid en dat, in het geval er sprake is van “bijzondere omstandigheden” of in het geval van “zwaarwegende bezwaren” een afwijking mogelijk is. Ook indien op een andere wijze in de benodigde parkeerruimte wordt voorzien, is een afwijking mogelijk.

 

De nota “parkeernormen Uitgeest 2024” is na vaststelling het in het bestemmingsplan “Parapluplan 2017” bedoelde parkeerbeleid. De “Nota parkeernormen gemeente Uitgeest” (kenmerk intl13.2400) d.d. augustus 2013 is vanaf dat moment niet (meer) van toepassing

2.3 Afwijkingsbevoegdheid

In artikel 4.84 Algemene Wet bestuursrecht (Awb) is de inherente afwijkingsbevoegdheid opgenomen waarover een bestuursorgaan beschikt. Omdat deze afwijkingsbevoegdheid alleen van toepassing is op situaties waarin één of meerdere belanghebbenden door toepassing van het beleid onevenredig worden benadeeld, bevat het bestemmingsplan (artikel 3.2.1 lid b) een separate afwijkingsbevoegdheid van de algemene regel dat er voldoende parkeergelegenheid moet worden gerealiseerd bij een bouwwerk (zie ook paragraaf 2.2).

2.4 Overgangsregeling

Indien een aanvrager voor inwerkingtreding van de Nota parkeernormen 2024 een schriftelijke aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning heeft ingediend, dan zijn op deze aanvraag de parkeernormen uit de Nota Parkeernormen Uitgeest” (augustus 2013) van kracht. Vallen echter de gestelde normen in deze Nota parkeernormen 2024 lager uit, dan geldt de Nota Parkeernormen 2024.

3 De parkeernormen

Als basis voor haar parkeernormen kiest de gemeente Uitgeest voor de meest recente parkeerkencijfers van het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek) zoals deze in verschillende publicaties van het CROW) zijn opgenomen. Daarbij is uit gegaan van de beschikbare meest recente kencijfers waaronder publicatie 381: ‘Toekomstbestendig parkeren’.

Het CROW kent geen aparte kentallen voor huurwoningen of kleine woningen. Door bureau “Goudappel” is onderzoek uitgevoerd naar het autobezit van bewoners van sociale huurwoningen.3

Om de CROW parkeerkencijfers te vertalen naar parkeernormen zijn een aantal stappen doorlopen. In dit hoofdstuk wordt op ieder van deze stappen ingegaan.

3.1 Stedelijkheidsgraad en gebiedsindeling

De gemeente Uitgeest is een matig stedelijke gemeente. Dit betekent dat gemiddeld genomen het aantal adressen per vierkante kilometer tussen de 1000 en 1500 ligt. Echter zitten tussen kernen en wijken onderling noemenswaardige verschillen in stedelijkheidsgraad. Om deze reden wordt onderscheid gemaakt tussen twee verschillende stedelijkheidsgraden:

  • Centrum en rest bebouwde kom Uitgeest : matig stedelijk

  • Buiten gebied en overige kernen: weinig tot niet stedelijk

Voor de hierboven genoemde gebieden in de gemeente Uitgeest gelden andere parkeernormen. De gebieden waartussen onderscheid wordt gemaakt zijn:

  • 1.

    Centrum;

  • 2.

    Rest bebouwde kom Uitgeest;

  • 3.

    Buiten gebied.

3.2 Verantwoording parkeernormen

Naast stedelijkheidsgraad, bevatten de CROW parkeerkencijfers tevens bandbreedtes. Deze bandbreedtes zijn: minimum, gemiddeld en maximum. Voor ieder van de bovenstaande gebieden wordt gekozen voor de bandbreedte die past bij de autoafhankelijkheid van het betreffende gebied en de van toepassing zijnde parkeerregulering.

 

De gemeente Uitgeest kent geen parkeerregulering waarmee het autogebruik en de parkeerdruk kan worden gereguleerd. Daarnaast is de aanwezigheid en beschikbaarheid van alternatieve vervoerwijzen van belang. Op locaties waar alternatieve vervoersmogelijkheden aanwezig zijn zoals Openbaar Vervoervoorzieningen is de noodzaak om een auto te gebruiken kleiner dan in gebieden zonder alternatieven. Om die reden is in de kern Uitgeest gekozen voor het gemiddelde van de bandbreedte voor alle locaties daar buiten voor de maximale waarde van de bandbreedte.

 

Gebied

ligging

bandbreedte

1. Centrum Uitgeest,

Centrum

gemiddeld

2. Rest bebouwde kom Uitgeest

Schil

gemiddeld

3. Buiten gebied en overige kernen

Buiten gebied

maximum

3.3 Parkeernormen voor verschillende functies

In bijlage 2 zijn voor een groot aantal functies autoparkeernormen opgenomen.

De gemeente Uitgeest maakt in deze nota onderscheid tussen verschillende functies. Het kan voorkomen dat voor een te realiseren functie geen parkeernorm is opgenomen. In dit geval dient de parkeernorm te worden gehanteerd die geldt voor de meest vergelijkbare functie.

 

Op het moment dat gebruik wordt gemaakt van vergelijkbare functies, wordt initiatiefnemer verzocht contact op te nemen met de gemeente. Dit om in een vroegtijdig stadium van het planningsproces overeenstemming te bereiken over de te hanteren uitgangspunten.

 

Woonfuncties

De gemeente maakt onderscheid in woonfuncties. De verschillende woonfuncties zijn omgezet in woningtypen waarbij onderscheid is gemaakt in type woning, grootte van de woning en de eigendomsverhoudingen.

Uitgangspunt is dat de afzonderlijke woonfuncties gebruikt worden door verschillend samengestelde huishoudens met een daarbij behorende mobiliteit en autobezit.

 

Overzicht woonfuncties4

Koopwoningen

  • huis, vrijstaand

  • huis, twee-onder-een-kap

  • huis, tussen/hoek (eengezinswoning)

  • appartement, > 95 m2

  • appartement, 80 m2 – 95 m2 

  • appartement, < 80 m2 

Huurwoningen

  • huis > 95 m2

  • huis (eengezinswoning) < 95 m2 sociale huur

  • appartement > 95 m2

  • appartement 80 m2  - 95 m2 (inclusief sociale huur)

  • appartement 50 m2  - 80 m2 (inclusief sociale huur)

  • appartement < 50 m2 (inclusief sociale huur)

Kamerverhuur en zorgwoningen

  • Kamerverhuur, zelfstandig (niet-studenten)

  • Kamerverhuur, studenten, niet-zelfstandig

  • Aanleunwoning en serviceflat

  • Kleine eenpersoonswoning (tiny house, meestal grondgebonden)

 

Parkeernorm voor woningen bestaat uit een bewonersdeel en een bezoekersdeel. De norm voor bezoekers verschilt per gebied.

 

Gebied

Bezoekersnorm

1. Centrum Uitgeest

0,2

2. Rest bebouwde kom Uitgeest

0,3

3. Buiten gebied Uitgeest en overige kernen

0,3

 

Voor de parkeernormen voor (sociale) huurwoningen in deze nota zijn de resultaten van het onderzoek van Goudappel mee genomen. De normen voor deze woningen zijn t.o.v. de CROW – kentallen naar beneden bijgesteld.

 

Overige functies

In bijlage 2 zijn voor een groot aantal functies parkeernormen opgenomen. Onder andere voor winkelfuncties, gezondheidsfuncties en onderwijsfuncties. In de berekeningswijze zijn parkeernormen voor dit soort functies vaak geënt op bijpassende eenheden. De parkeernorm voor een huisartsenpraktijk gaat bijvoorbeeld uit van het aantal behandelkamers.

 

Voor deze functies is geen apart bezoekersaandeel in deze nota opgenomen. Het toepassen van het bezoekersaandeel in de parkeernorm leidt vaak tot hele kleine aantallen parkeerplaatsen voor bezoekers of parkeerplaatsen voor personeel. Uitgangspunt is daarom dat alle parkeerplaatsen door zowel werknemers als bezoekers kunnen worden gebruikt

3.4 Kwalitatieve eisen parkeervoorzieningen

Elke parkeerplaats moet zodanig groot zijn dat er een voertuig kan parkeren. Ook moet het mogelijk zijn om een parkeervoorziening te kunnen bereiken.

Bij het beoordelen of een parkeervoorziening voldoende bruikbaar is hanteert de gemeente voor parkeerplaatsen in de openbare ruimte de richtlijnen van het CROW zoals die in het ASVV zijn opgenomen. Parkeergarages en particuliere parkeerplaatsen moeten voldoen aan de voorschriften van het NEN 2443.

 

Naast de bovenstaande fysieke eisen moeten parkeerplaatsen toegankelijk zijn voor de doelgroep waarvoor ze bestemd zijn. Parkeerplaatsen bedoeld voor bezoekers, bijvoorbeeld, moeten ook bereikbaar zijn voor bezoekers. Ze liggen niet achter een slagboom o.i.d. waardoor bezoekers er geen gebruik van kunnen maken.

4 De fietsparkeernormen

Naast parkeernormen voor de auto hanteert de gemeente Uitgeest ook parkeernormen voor de fiets. Naast het stellen van kwantitatieve eisen in de vorm van parkeernormen, worden ook kwaliteitseisen gesteld waar nieuw aan te leggen fietsparkeerplaatsen aan moeten voldoen. Als basis voor de fietsparkeernormen kiest de gemeente voor de fietsparkeerkencijfers van het CROW.

 

De verdeling van de fietsparkeerplaatsen in rekken, beugels en (gereserveerde) verharde ruimte is afhankelijk van de situatie ter plaatse en de samenstelling van de te verwachten fietsen op het bouwplan. Deze wordt daarom per bouwplan in overleg met de initiatiefnemer bepaald.

4.1 Totstandkoming fietsparkeernormen

De fietsparkeerkencijfers kennen, net als de autoparkeerkencijfers, gebiedsindeling (centrum, rest bebouwde kom en buitengebied) en een bandbreedte De minimum bandbreedte sluit aan bij gemeenten met een laag fietsgebruik, de maximum bandbreedte bij gemeenten met een hoog fietsgebruik. Gezien het fietsgebruik, de beperkte stedelijkheidsgraad en de omvang van de kernen in de gemeente kiest de gemeente Uitgeest er in beginsel voor het gemiddelde van de bandbreedte en de kencijfers voor de schil. In die gevallen waarbij in de kencijfers van het CROW.

De fietsparkeernormen zijn in bijlage 3 opgenomen.

 

Voor woningen en appartementen zijn geen fietsparkeernormen opgenomen. Dit omdat in de bouwverordening een berging verplicht is en deze ook gebruikt kan worden voor het stallen van fietsen. Bij appartementencomplexen geldt voor bezoekers van bewoners wel een fietsparkeereis. Dit om ongewenste situaties m.b.t. fietsen van bezoekers nabij ingangen te voorkomen.

4.2 Kwaliteitseisen fietsparkeerplaatsen en toepassing

Fietsparkeerplaatsen kennen verschillende verschijningsvormen. Ze komen voor als rekken waar fietsen in worden geschoven, rekken waar fietsen tegenaan worden geplaatst of beugels waar fietsen tegenaan kunnen worden geplaatst en aan vast kunnen worden gezet. In de meest eenvoudige vorm komen fietsenstallingen voor als een verhard stuk terrein waarop een fiets met een standaard kan worden neergezet. Omdat fietsen in verschillende uitvoeringsvormen voorkomen, is een variatie aan uitvoeringsvormen van fietsparkeerplaatsen noodzakelijk.

Dit om te voorkomen dat de aangebrachte stallingsvoorzieningen niet (kunnen) worden gebruikt. Indien beugels of rekken worden geplaatst heeft de gemeente, om te voorkomen dat een fiets niet in de stalling (kan) worden neergezet of dat fietsen door het stallen kunnen worden beschadigd, een voorkeur voor fietsenrekken die voldoen aan de eisen van de stichting FietsParKeur56. Om diefstal te voorkomen heeft de gemeente een voorkeur voor stallingen met een aanbindmogelijkheid.

 

De locatie van fietsparkeerplaatsen is, in het bijzonder bij bestemmingen met kortdurend bezoek, belangrijk. Fietsenstallingen moeten daarom zo dicht mogelijk bij de ingang worden geplaatst in het zicht van de fietsers.

5 Het toepassingskader

De gemeente Uitgeest heeft een bepaalde werkwijze voor ogen op basis waarvan de parkeernormen worden toegepast. Deze werkwijze wordt het toepassingskader genoemd.

5.1 Van parkeernorm naar parkeereis

In de onderstaande figuur is het toepassingskader schematisch weergegeven. Dit schema wordt in deze paragraaf nader toegelicht. In het schema is een onderscheid gemaakt tussen parkeervraag en parkeeraanbod.

 

 

Bepaling parkeervraag

 

Stap 1: normatieve parkeerbehoefte

De normatieve parkeerbehoefte vormt het uitgangspunt voor de bepaling van het aantal parkeerplaatsen dat benodigd is. Hiertoe levert de initiatiefnemer een parkeerbalans aan. Om de normatieve parkeerbehoefte te berekenen dient voor iedere te realiseren functie de berekening: functie * parkeernorm te worden uitgevoerd.

 

Stap 2: mobiliteitscorrectie

In nieuwbouw- of transformatieontwikkelingen kan sprake zijn van afwijkende omstandigheden die ertoe leiden dat de toepassing van de parkeernorm(en) die in deze nota zijn opgenomen, naar verwachting leiden tot een overschot aan parkeerplaatsen. Wanneer hier sprake van is, kan door een initiatiefnemer een mobiliteitscorrectie worden onderbouwd.

 

In het onderstaande kader wordt nader ingegaan op de mobiliteitscorrectie. Hierbij worden ook enkele voorbeelden van mobiliteitscorrecties beschreven.

 

Mobiliteitscorrectie

De mobiliteitscorrectie biedt initiatiefnemers de mogelijkheid om een onderbouwde correctie te doen op de te hanteren parkeernormen. Aan een mobiliteitscorrectie kunnen verschillende argumenten ten grondslag liggen. Enkele voorbeelden zijn:

 

  • De ontwikkellocatie is gelegen op een locatie waar de aanwezigheid van OV-verbindingen leidt tot een lagere parkeerbehoefte;

  • De inzet van deelmobiliteit (deelauto’s, deelfietsen) leidt tot een verlaging van de behoefte aan parkeerplaatsen;

  • De initiatiefnemer kan aantoonbaar maken dat de ruimtelijke ontwikkeling niet tot een verhoging van de parkeerbehoefte zal leiden.

Toepassingskader mobiliteitscorrectie

In de onderstaande schema is de werkwijze opgenomen die de gemeente hanteert bij het toepassen van een mobiliteitscorrectie. Zoals uit het schema blijkt moet aan een mobiliteitscorrectie altijd een onderbouwing ten grondslag liggen. Indien deze onderbouwing beschikbaar is, kan de parkeerbehoefte met maximaal 20% worden gecorrigeerd. Het gecorrigeerde gedeelte van de parkeerbehoefte dient echter voor 100% te zijn opgenomen als een ruimtelijke reservering.

 

 

Een ruimtelijke reservering kan bestaan uit fysiek ruimte reserveren of bijvoorbeeld door in de nabije omgeving van de ontwikkellocatie parkeerplaatsen kopen of te huren (of de mogelijkheid hiertoe). De ruimtelijke reservering vormt het terugval scenario voor het geval dat een mobiliteitsconcept in de praktijk toch niet blijkt te werken.

Met de gereserveerde ruimte kan deze extra parkeerbehoefte in een later stadium alsnog worden gefaciliteerd.

 

De gemeente beoordeelt in welke mate de voorgestelde mobiliteitscorrectie bijdraagt aan een te verwachten lagere parkeerdruk. Het toepassen van de mobiliteitscorrectie is afhankelijk van de mate waarin de maatregelen die moeten leiden tot een lager autobezit en - gebruik in de praktijk controleerbaar en afdwingbaar zijn.

 

Stap 3: vaststelling parkeerbehoefte

Nadat eventuele mobiliteitscorrectie is toegepast, wordt de parkeerbehoefte vastgesteld. Dit is het aantal parkeerplaatsen dat fysiek gefaciliteerd dient te worden. Bij de vaststelling van de parkeerbehoefte is nog geen dubbelgebruik toegepast, deze berekening vindt plaats bij de bepaling van het parkeeraanbod.

 

Bepaling parkeeraanbod

 

Stap 4: parkeerplaatsen privaat

In beginsel dient parkeren op eigen terrein, binnen het bouwplan, plaats te vinden. De initiatiefnemer mag echter ook gebruik maken van eventueel beschikbare private parkeerplaatsen in de omgeving zoals in stap 5 is aangegeven. De bepaling van het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein, vindt dan alleen plaats voor het deel van de parkeereis dat niet in een private parkeervoorziening kan worden opgelost.

 

Vastlegging parkeren op eigen terrein.

Parkeerplaatsen die aangelegd of gebouwd worden als onderdeel van een ruimtelijke ontwikkeling dienen ook als zodanig gebruikt te kunnen worden. Als bijvoorbeeld bij woningen eigen parkeerplaatsen worden aangelegd is er geen noodzaak om van het openbare parkeerareaal gebruik te maken. De gemeente Uitgeest hanteert hiervoor een zogenaamd POET7 overzicht. Ruimtelijke ontwikkelingen met eigen parkeerplaatsen worden op dit overzicht geplaatst en de betreffende gebouwen komen niet in aanmerking voor een parkeervergunning, ook niet als in de toekomst parkeerregulering in de omgeving wordt ingevoerd.

 

Berekening aantal te realiseren parkeerplaatsen

Parkeerplaatsen die niet onafhankelijk van elkaar bereikt kunnen worden, tellen niet volledig mee bij de vaststelling van het aantal parkeerplaatsen. Zie hiervoor bijlage 6.

 

Stap 5: parkeerplaatsen privaat

In de directe omgeving van een ontwikkellocatie kan, op het moment dat de geplande functies hun parkeerbehoefte genereren, (gedeeltelijk) ongebruikte private parkeercapaciteit aanwezig zijn. De eerste stap in de bepaling van het parkeeraanbod is dat initiatiefnemers onderzoek verrichten of van deze parkeercapaciteit gebruik gemaakt kan worden. De parkeercapaciteit moet binnen de maximale loopafstanden van de ontwikkellocatie liggen zoals opgenomen in bijlage 5.

 

Het gebruik van de private parkeerplaatsen moet voor ten minste tien jaar contractueel worden vastgelegd. Daarnaast dient de initiatiefnemer aannemelijk te maken dat parkeerders ook van de parkeerplaatsen gebruik kunnen en gaan maken. De fysieke toegankelijkheid van de parkeervoorziening speelt in dit kader een belangrijke rol.

Als gebruik wordt gemaakt private parkeerplaatsen wordt de ontwikkeling opgenomen in het POET overzicht. Private parkeerplaatsen kunnen slechts eenmaal aan een ontwikkeling worden toegewezen.

 

Stap 6: parkeerplaatsen openbaar

De situatie kan zich voortdoen dat, wanneer stap 4 en stap 5 zijn doorlopen, nog niet voor de volledige parkeerbehoefte een oplossing is gevonden. Wanneer dit het geval is kan de initiatiefnemer een verzoek indienen om gebruik te maken van parkeermogelijkheden in de openbare ruimte.

Het college kan, voor de niet ingevulde parkeerruimte, toestaan dat de parkeervraag wordt afgekocht.

De hoogte van de afkoopsom is afhankelijk van de mogelijkheid om gebruik te maken van al bestaande openbare parkeerplaatsen of dat er (in de toekomst) extra parkeerplaatsen moeten worden aangelegd.

 

Als criterium voor het gebruik van bestaande openbare parkeervoorzieningen geldt dat na afwenteling van (het resterende gedeelte van) de parkeerbehoefte, de parkeerdruk niet hoger mag zijn dan 85%. Om aan te tonen of dit wel of niet het geval is, is inzicht nodig in de bestaande parkeerdruk. De bestaande parkeerdruk dient door de initiatiefnemer inzichtelijk te worden gemaakt met behulp van een parkeertelling.

 

Wanneer een initiatiefnemer van plan is om een parkeertelling uit te voeren, is het advies om contact met de gemeente op te nemen. Indien er een relevante (gemeentelijke) telling beschikbaar is, kan deze door initiatiefnemer worden gebruikt. Daarnaast stelt de gemeente bepaalde eisen waar een parkeertelling aan moet voldoen (omvang onderzoeksgebied, aantal telmomenten, wijze van meten etc.).

 

Indien er door het initiatief van de aanvrager extra parkeerplaatsen in de openbare ruimte moeten worden aangelegd, honoreert de gemeente een dergelijk verzoek alleen indien hierdoor geen belangen van omwonenden worden geschaad en de aanleg van parkeerplaatsen niet in strijd is met ruimtelijk beleid, groen beleid en/of ecologisch beleid.

 

Resultaat: de parkeereis

Nadat alle beschreven stappen zijn doorlopen is bekend wat de parkeerbehoefte is die gepaard gaat met de geplande ruimtelijke ontwikkeling. Ook is bekend op welke wijze deze behoefte wordt gefaciliteerd. Bij woningen is daarbij een onderscheid gemaakt tussen parkeerplaatsen die nodig zijn om het autobezit van bewoners te faciliteren en voor de bezoekers van de bewoners. Bij alle andere functies wordt geen onderscheid gemaakt tussen vaste gebruikers en bezoekers. Het totaal aantal parkeerplaatsen dat nodig is voor de ruimtelijke ontwikkeling wordt de parkeereis genoemd. De parkeereis wordt in de omgevingsvergunning vastgelegd. Saldering bij functiewijziging

 

Bij een functiewijziging blijft een gebouw staan, maar krijgt het een nieuwe functie. Ook kan een kavel een andere bestemming krijgen waardoor de parkeervraag verandert. In veel gevallen leidde de oorspronkelijke bestemming ook tot een parkeerbehoefte die opgelost wordt in de openbare ruimte. De parkeerplaatsen bestemd om deze parkeerbehoefte te faciliteren, kunnen worden hergebruikt om de parkeerbehoefte van de nieuwe functie (gedeeltelijk) op te lossen. Dit principe wordt salderen genoemd. Uitgangspunt bij salderen is dat de parkeerdruk op de openbare ruimte a.g.v. een bouwplan niet toeneemt.

 

Een aandachtspunt bij salderen is een mogelijke verschuiving van het moment waarop een functie haar parkeerbehoefte genereert. Met de werkmethode die de gemeente hanteert, wordt zo veel mogelijk voorkomen dat onjuiste verrekeningen van de oude parkeerbehoefte worden gedaan (zie onderstaande rekenvoorbeeld). De oude en nieuwe parkeerbehoefte wordt voor ieder dagdeel gesaldeerd. Het dagdeel waarop de parkeervraag het hoogst is, wordt aangehouden als nieuwe parkeerbehoefte. Parkeerplaatsen die exclusief ter beschikking stonden van de oude functie, kunnen op alle dagdelen worden gesaldeerd.

Gesaldeerd mag worden uitsluitend over het legale gebruik in de afgelopen 5 jaar. Indien een pand of perceel langer dan 5 jaar geen of slechts een tijdelijke functie heeft gehad, mag niet gesaldeerd worden. Dat geldt ook indien een pand of perceel in de afgelopen 5 jaar (gedeeltelijk) tijdelijk als parkeervoorziening is gebruikt.

 

Salderen is alleen mogelijk indien er sprake is van een functieverandering of indien er sprake is van twee of meer functies die binnen hetzelfde bouwplan worden gerealiseerd.

 

Rekenvoorbeeld: salderen

In dit rekenvoorbeeld wordt de parkeerbehoefte van een voormalige kantoorfunctie gesaldeerd. Het gebouw krijg een nieuwe bestemming als woonfunctie. Om de beschreven werkmethode te verduidelijken, wordt voor beide functies een parkeerbehoefte van 20 parkeerplaatsen aangehouden. Omwille van de eenvoud wordt slechts voor een aantal dagdelen de maatgevende parkeerbehoefte bepaald. Ook wordt het bezoekersaandeel niet apart berekend.

 

Uit onderstaande tabel kan worden afgeleid dat de maatgevende parkeerbehoefte van een kantoorfunctie zich op een ander moment voordoet dan bij detailhandel. Dit resulteert erin dat ten behoeve van de nieuwe woonfunctie detailhandel 15 parkeerplaatsen aangelegd moeten worden.

 

Functie

Werkdag-ochtend

Werkdag-middag

Werkdag-nacht

Zaterdag-middag

Aanwezigheidspercentage kantoor

100%

100%

0%

0%

Aanwezigheidspercentage detailhandel

50%

50%

0%

75%

Kantoorgebouw (oud)

20

20

0

0

Detailhandel (nieuw)

10

10

0

15

Resultaat (oud - nieuw)

+10

+10

0

-15

6 Toekomstbestendige parkeeroplossingen

Het is van belang dat alle afspraken die gemaakt worden tussen de gemeente en initiatiefnemers over de parkeeroplossing op de juiste manier worden geborgd. Zo wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen leiden tot parkeeroverlast in de omgeving.

6.1 Van de theoretische naar een praktische parkeeroplossing

Uit het in hoofdstuk 4 beschreven toepassingskader volgt een theoretische parkeeroplossing. Om te waarborgen dat deze oplossing ook in de praktijk tot de gewenste parkeersituatie leidt, wordt de theoretische parkeeroplossing vertaald naar de praktische parkeersituatie. De gemeente Uitgeest legt in de omgevingsvergunning, waar noodzakelijk geacht, vast op welke wijze de beoogde parkeersituatie geborgd wordt.

6.2 Vastlegging in de omgevingsvergunning: kwantitatief en kwalitatief

In de omgevingsvergunning wordt opgenomen welke parkeereis toebehoort tot de te realiseren functies in een nieuwbouw- of transformatieontwikkeling. Ten aanzien van parkeren worden in ieder geval de volgende aspecten benoemd:

  • Het aantal te realiseren parkeerplaatsen;

  • De ligging van de parkeerlocatie(s) waar de benodigde parkeerplaatsen beschikbaar worden gesteld (op eigen terrein, in een private parkeervoorziening, dan wel in de openbare ruimte).

  • Plaatsing op het POET overzicht indien parkeren op eigen terrein wordt gerealiseerd en/of in een private parkeervoorziening.

In een nadere aanwijzing kan worden ingegaan op bezoekers van bewoners. Op het moment dat ervoor wordt gekozen om deze doelgroep in een private parkeervoorziening te laten parkeren, moeten zij ook van deze voorziening gebruik kunnen maken. Een van de vragen die moet worden beantwoord is: hoe betreden bezoekers van bewoners de parkeervoorziening? In de gebruiksfase zal worden gecontroleerd of hetgeen in de omgevingsvergunning is vastgelegd ook op dezelfde manier in de praktijk is georganiseerd.

6.3 De beschikbaarheid, ook in de toekomst goed geregeld: privaatrechtelijke afspraken

Wanneer de parkeereis niet of niet volledig op eigen terrein wordt gerealiseerd en er sprake van een afwijking is, moet een afwijkingsbesluit worden genomen én moet een parkeerovereenkomst worden afgesloten tussen gemeente en initiatiefnemer. Afhankelijk van het eigendom van de grond worden afspraken over toekomstig gebruik waar mogelijk in een private overeenkomst opgenomen. In deze overeenkomst worden afspraken gemaakt over:

  • Hoe eigenaren verantwoordelijk zijn voor instandhouding;

  • Hoe gebruikers worden geïnformeerd over randvoorwaarden voor gebruik (bijvoorbeeld wel of niet betalen).

In de praktijk kent een ontwikkeling vaak meerdere fases, maar ook verschillende eigendomssituaties. Een initiatiefnemer is niet altijd de bouwer. De eigenaar is niet altijd de eindgebruiker. Investeringsmaatschappijen, beleggers en makelaars passeren vaak de revue. Het is zaak dat door middel van een kettingbeding o.i.d. de afspraken over het gebruik en onderhoud van een parkeervoorziening goed worden doorgelegd, ongeacht de eigendomssituatie.

Bijlagen

Bijlage 1

Gebiedsindeling

Bijlage 2

Autoparkeernormen

Bijlage 3

Fietsparkeernormen

Bijlage 4

Aanwezigheidspercentages

Bijlage 5

Maximale loopafstanden

Bijlage 6

Berekeningsaantallen private parkeerplaatsen

Bijlage 1 Gebiedsindeling parkeernormen

 

Bijlage 2 Autoparkeernormen

 

Alle parkeernormen zijn inclusief bezoekersaandelen89

 

Functie

eenheid

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Koop Huis vrijstaand

per woning

1,8

2,2

2,8

Koop, huis twee - onder - een - kap

per woning

1,7

2,1

2,6

Koop, huis, tussen/hoek (eengezinswoning)

per woning

1,5

1,9

2,4

 

Koop, appartement > 95 m2 bvo

per woning

1,6

2

2,5

Koop, appartement 80 m2 - 95 m2 bvo

per woning

1,1

1,2

2,3

Koop appartement 50 - 80 m2 bvo

per woning

1,1

1,2

2

Koop appartement < 50 m2 bvo

per woning

1

1,1

1,3

Huur, huis > 95 m2 bvo

per woning

1,5

1,9

2,4

Huur, huis (eengezinswoning) < 95 m2 bvo sociale huur

per woning

1,3

1,6

2

 

Huur appartement > 95 m2 bvo

per woning

1,5

1,9

2

Huur, appartement 80 m2 -95 m2 bvo (inclusief sociale huur)

per woning

1,4

1,5

1,6

Huur, appartement 50 m2 -80 m2 bvo (inclusief sociale huur)

per woning

1

1,1

1,3

Huur, appartement < 50 m2 bvo (inclusief sociale huur)

per woning

0,9

1

1,2

 

 

Kamerverhuur, zelfstandig (niet-studenten)

per woning

0,55

0,7

0,8

Kamerverhuur, studenten, niet-zelfstandig

per woning

0,25

0,25

0,3

Serviceflat / aanleunwoning

per woning

1,05

1,1

1,4

Kleine eenpersoonswoning (tiny house, meestal grondgebonden)

per woning

0,55

0,7

0,8

 

Functie

eenheid

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Kantoor (zonder baliefunctie)

per 100 m2 bvo

1,55

2,05

2,8

Commerciële dienstverlening (kantoor met baliefunctie)

per 100 m2 bvo

2,05

2,85

3,8

Bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief (industrie, laboratorium, werkplaats)

per 100 m2 bvo

1,55

2,35

2,6

Bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief (loods, opslag, transportbedrijf)

per 100 m2 bvo

0,65

1,05

1,3

Bedrijfsverzamelgebouw

per 100 m2 bvo

1,25

1,85

2,2

 

Functie

eenheid

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Buurtsupermarkt

per 100 m2 bvo

1,9

3,5

n.v.t.

Fullservice-supermarkt

per 100 m2 bvo

3,35

5,2

n.v.t.

grote supermarkt (XL)

per 100 m2 bvo

6

7,7

n.v.t.

groothandel specialist (bijvoorbeeld levensmiddelen, kantoorartikelen)

per 100 m2 bvo

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

groothandel algemeen

per 100 m2 bvo

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

binnenstad of hoofdwinkel(stads)centrum 20.000-30.000 inwoners

per 100 m2 bvo

3,45

n.v.t.

n.v.t.

binnenstad of hoofdwinkel(stads)centrum 30.000-50.000 inwoners

per 100 m2 bvo

3,5

n.v.t.

n.v.t.

binnenstad of hoofdwinkel(stads)centrum 50.000-100.000 inwoners

per 100 m2 bvo

3,8

n.v.t.

n.v.t.

binnenstad of hoofdwinkel(stads)centrum > 175.000 inwoners

per 100 m2 bvo

3,6

n.v.t.

n.v.t.

buurt- en dorpscentrum

per 100 m2 bvo

n.v.t.

3,7

n.v.t.

wijkcentrum (klein)

per 100 m2 bvo

n.v.t.

4,5

n.v.t.

wijkcentrum (gemiddeld)

per 100 m2 bvo

n.v.t.

5,1

n.v.t.

wijkcentrum (groot)

per 100 m2 bvo

n.v.t.

5,7

n.v.t.

stadsdeelcentrum

per 100 m2 bvo

n.v.t.

6,3

n.v.t.

weekmarkt (bij klein wijk-, buurt- en dorpscentrum)

per 100 m2 bvo

0,195

0,195

n.v.t.

kringloopwinkel

per 100 m2 bvo

n.v.t.

1,85

2,5

bruin- en witgoedzaken

per 100 m2 bvo

3,95

7,85

10

woonwarenhuis/woonwinkel

per 100 m2 bvo

1,25

1,85

2,2

woonwarenhuis (zeer groot)

per 100 m2 bvo

n.v.t.

5,05

5,9

meubelboulevard/woonboulevard

per 100 m2 bvo

n.v.t.

2,35

n.v.t.

winkelboulevard

per 100 m2 bvo

n.v.t.

4,15

n.v.t.

outletcentrum

per 100 m2 bvo

n.v.t.

10,1

11,4

bouwmarkt

per 100 m2 bvo

n.v.t.

2,35

2,7

tuincentrum

per 100 m2 bvo

n.v.t.

2,55

3,1

groencentrum

per 100 m2 bvo

n.v.t.

2,55

3,1

 

Functie

eenheid

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Kinderdagverblijf (crèche)

per 100 m2 bvo

1

1,4

1,6

Basisonderwijs

per leslokaal

0,75

0,75

1

Middelbare school

per 100 leerlingen

3,7

4,9

5,9

ROC

per 100 leerlingen

4,7

5,8

6,9

Hogeschool

per 100 studenten

9,3

10,7

12,9

Universiteit

per 100 studenten

13,2

16,5

18,8

Avondonderwijs

per 100 studenten

4,5

6,8

11,5

 

Functie

eenheid

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Bibliotheek

per 100 m2 bvo

0,45

1,15

1,6

Museum

per 100 m2 bvo

0,6

1,1

n.v.t.

Bioscoop

per 100 m2 bvo

3,2

11,2

14,7

Filmtheater/filmhuis

per 100 m2 bvo

2,6

7,9

10,9

Theater/schouwburg

per 100 m2 bvo

7,4

9,8

13,5

Musicaltheater

per 100 m2 bvo

2,9

4

5,6

Casino

per 100 m2 bvo

5,7

6,5

0

Bowlingcentrum

per bowlingbaan

1,6

2,8

3,3

Biljart-/snookercentrum

per tafel

0,85

1,35

2

Dansstudio

per 100 m2 bvo

1,6

5,5

7,9

Fitnessstudio/sportschool

per 100 m2 bvo

2,8

9,6

7

Fitnesscentrum

per 100 m2 bvo

1,7

6,3

7,9

Wellnesscentrum (thermen, kuurcentrum, beautycentrum)

per 100 m2 bvo

n.v.t.

9,3

10,8

Sauna, hammam

per 100 m2 bvo

2,5

6,7

7,8

Sporthal

per 100 m2 bvo

1,55

2,85

3,7

Sportzaal

per 100 m2 bvo

1,15

2,75

3,8

Tennishal

per 100 m2 bvo

0,3

0,5

0,6

Squashhal

per 100 m2 bvo

1,6

2,7

3,3

Zwembad overdekt

per 100 m2 bassin

n.v.t.

11,5

14,3

Zwembad openlucht

per 100 m2 bassin

n.v.t.

12,9

16,8

Zwemparadijs

per 100 m2 bassin

n.v.t.

4

5

Sportveld

per hectare netto terrein

20

20

27

Stadion

per zitplaats

0,12

0,12

n.v.t.

Kunstijsbaan (kleiner dan 400 meter)

per 100 m2 bvo

1,25

1,85

2,3

Kunstijsbaan (400 meter)

per 100 m2 bvo

n.v.t.

2,55

3

Ski- snowboardhal

per 100 m2 sneeuwpiste (exclusief oefenpistes)

n.v.t.

2,55

n.v.t.

Jachthaven

per ligplaats

0,6

0,6

0,7

Golfoefencentrum (pitch en putt)

per centrum

n.v.t.

51,1

58,2

Indoorspeeltuin (kinderspeelhal), gemiddeld en kleiner

per 100 m2 bvo

3,1

4,7

7,6

Indoorspeeltuin (kinderspeelhal), groot

per 100 m2 bvo

3,7

5,6

8,6

Indoorspeeltuin (kinderspeelhal), zeer groot

per 100 m2 bvo

3,9

5,8

7,9

Kinderboerderij (stadsboerderij)

per gemiddelde boerderij

3,1

4,7

7,6

Manege (paardenhouderij)

per box

n.v.t.

n.v.t.

0,5

Dierenpark

per ha. netto terrein

8

8

12

Attractie- en pretpark

per ha. netto terrein

n.v.t.

8

12

Volkstuin

per 10 tuinen

n.v.t.

1,35

1,6

Plantentuin (botanische tuin)

per gemiddelde tuin

n.v.t.

10,5

16

 

Functie

eenheid

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Camping (kampeerterrein)

per standplaats

n.v.t.

n.v.t.

1,3

Bungalowpark (huisjescomplex)

per bungalow

n.v.t.

1,7

2,2

1* Hotel

per 10 kamers

0,4

2,4

4,6

2* Hotel

per 10 kamers

1,35

4,05

6,5

3* Hotel

per 10 kamers

2,1

5

7,3

4* Hotel

per 10 kamers

3,4

7,2

9,5

5* Hotel

per 10 kamers

5,3

10,6

13,4

Café/bar/cafetaria

per 100 m2 bvo

5

6

n.v.t.

Restaurant

per 100 m2 bvo

9

13

n.v.t.

Fastfoodrestaurant

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Discotheek

per 100 m2 bvo

6,9

20,8

22,8

Evenementenhal/beursgebouw/congresgebouw

per 100m2 bvo

5,5

8,5

n.v.t.

 

 

Functie

eenheid

Centrum

Rest bebouwde kom

Buitengebied

Huisartsenpraktijk (-centrum)

per behandelkamer

2,05

2,95

3,5

Apotheek

per apotheek

2,25

3,15

n.v.t.

Fysiotherapiepraktijk (-centrum)

per behandelkamer

1,25

1,75

2,2

Consultatiebureau

per behandelkamer

1,35

1,85

2,4

Consultatiebureau voor ouderen

per behandelkamer

1,3

1,9

2,3

Tandartsenpraktijk (-centrum)

per behandelkamer

1,55

2,35

2,9

Gezondheidscentrum

per behandelkamer

1,55

2,15

2,7

Ziekenhuis

per 100 m2 bvo

1,4

1,7

2,1

Crematorium

per (deels) gelijktijdige plechtigheid

n.v.t.

30,1

35,1

Begraafplaats

per (deels) gelijktijdige plechtigheid

n.v.t.

31,6

36,6

Penitentiaire inrichting

per 10 cellen

1,65

3,25

3,9

Religiegebouw

per zitplaats

0,15

0,15

n.v.t.

Bijlage 3 Fietsparkeernormen

 

Functie

Eenheid

Parkeernorm

Opmerking

woningen

Huis (vrijstaand/twee-onder-een-kap/tussen/hoek)

woning

5

Appartement (met fietsenberging)

woning

2

Deze tabel betreft alleen fietsparkeervoorzieningen voor bewoners. Houd in de openbare ruimte daarnaast rekening met fietsparkeervoorzieningen voor bezoekers (0,5 – 1 per woning).

Minimaal 2 plekken

Appartement (zonder fietsenberging)

woning

0,5

Studentenhuis

kamer

1

 

Werken

Kantoor (personeel)

100 m2 bvo

2

Hoe meer gespecialiseerde functies, hoe lager het fietsgebruik. Ook de cultuur van de branche heeft invloed

Kantoor (bezoekers)

100 m2 bvo

6

Minimaal 6 plaatsen

 

Detailhandel

Winkelcentrum

100 m2 bvo

2,5

Supermarkt

100 m2 bvo

2,7

Bouwmarkt

100 m2 bvo

0,25

Tuincentrum

100 m2 bvo

0,25

 

Functie

Eenheid

Parkeernorm

Opmerking

Onderwijs

Basisschool (leerlingen)

leslokaal

5

Basisschol (personeel)

10 leerlingen

0,7

Middelbare school (leerlingen)

100 m2 bvo

14

Middelbare school (personeel)

100 m2 bvo

1

ROC (leerlingen)

100 m2 bvo

14

ROC (personeel

100 m2 bvo

1

 

 

Horeca

Fastfood restaurant

100 m2 bvo

15

Restaurant (eenvoudig)

100 m2 bvo

23

Restaurant (luxe)

100 m2 bvo

2

Café

100 m2 bvo

7

 

Functie

Eenheid

Parkeernorm

Opmerking

GEZONDHEIDSZORG & MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN

Apotheek (bezoekers)

locatie

10

Kleine aantallen

Apotheek (medewerkers)

locatie

7

Kleine aantallen

Begraafplaats/crematorium

100 zitplaatsen

8

Kleine aantallen

Gezondheidscentrum (bezoekers)

100 m2 bvo

2

 

Gezondheidscentrum (medewerkers)

100 m2 bvo

0,7

 

Religiegebouw

100 zitplaatsen

40

aantallen sterk afhankelijk geloofsovertuiging

Ziekenhuis (bezoekers)

100 m2 bvo

0,5

Grote aantallen

 

 

Ziekenhuis (medewerkers)

100 m2 bvo

0,4

Grote aantallen

 

 

 

Functie

Eenheid

Parkeernorm

Opmerking

SPORT, CULTUUR & ONTSPANNING

Bibiotheek

100 m2 bvo

4

Bioscoop

100 m2 bvo

4,3

Museum

100 m2 bvo

1,4

Sporthal

100 m2 bvo

3.9

Een sporthal is een locatie waar toernooien en (opeenvolgende) wedstrijden plaatsvinden, bij een sportzaal is dat niet het geval en gaat het bijvoorbeeld om een gymzaal zonder tribunes

Sportveld

ha. netto terrein

61

Sportzaal

100 m2 bvo

6.2

Een sporthal is een locatie waar toernooien en (opeenvolgende) wedstrijden plaatsvinden, bij een sportzaal is dat niet het geval en gaat het bijvoorbeeld om een gymzaal zonder tribunes

Stadion

10 zitplaatsen

9

Stedelijk evenement

100 bezoekers

32

Theater

100 bezoekers

21

Zwembad (open lucht)

100 m2 bassin

28

Zwembad (overdekt)

100 m2 bassin

20

Bijlage 4 Aanwezigheidspercentages

 

Functies

Werkdag

Zaterdag

Zondag

Ochtend

Middag

Avond

Koopavond

Nacht

Ochtend

Middag

Middag

Woningen bewoners

50%

50%

90%

80%

100%

60%

80%

70%

Woningen bezoekers

10%

20%

80%

70%

0%

60%

100%

70%

Kantoor/bedrijven

100%

100%

5%

5%

0%

0%

0%

0%

Commerciële dienstverlening

100%

100%

5%

75%

0%

0%

0%

0%

Detailhandel

30%

60%

10%

75%

0%

100%

75%

75%

Supermarkt

30%

60%

60%

75%

0%

100%

100%

100%

Grootschalige detailhandel

30%

60%

70%

80%

0%

100%

40%

0%

Horeca

30%

40%

90%

80%

0%

75%

100%

45%

Restaurant

10%

40%

100%

75%

0%

40%

100%

75%

Supermarkt

30%

60%

40%

80%

0%

100%

40%

80%

Sportfuncties binnen

50%

50%

100%

100%

0%

100%

100%

75%

Sportfuncties buiten

25%

25%

50%

50%

0%

100%

25%

100%

Bioscoop/theater/podium

5%

25%

90%

90%

0%

40%

100%

40%

Sociaal-medisch arts/consultatiebureau

100%

75%

10%

10%

0%

10%

10%

10%

Verpleeg- en verzorgingshuis/aanleunwoning

50%

50%

100%

100%

25%

100%

100%

100%

Ziekenhuis patiënten (inclusief bezoekers)

60%

100%

60%

60%

5%

60%

60%

60%

Ziekenhuis medewerkers

75%

100%

40%

40%

25%

40%

40%

40%

Dagonderwijs

100%

100%

0%

0%

0%

0%

0%

0%

Avondonderwijs

0%

0%

100%

100%

0%

0%

0%

0%

Bijlage 5 Maximale loopafstanden

 

Gebied*

Functie

Wonen

Werken

Overig

Centrum Uitgeest

200 meter

600 meter

600 meter

Schil Uitgeest

150 meter

400 meter

200 meter

Rest bebouwde kom Uitgeest en overige kernen

100 meter

400 meter

200 meter

Buiten gebied

100 meter

200 meter

100 meter

*Voor gezondheidsfuncties (ziekenhuis, huisartsenpraktijk etc.) geldt in heel Uitgeest een maximale loopafstand van 100 meter.

Bijlage 6 Berekeningsaantallen private parkeerplaatsen

 

parkeervoorziening

theoretisch aantal

berekeningsaantal

Enkele oprit (minimaal 5 meter)

1

1

Lange oprit (minimaal 10 meter)

2

1,3

Lange oprit (minimaal 15 meter)

3

2,3

Dubbele oprit (breedte minimaal 4,5 meter)

2

2

Garage

1

0,5


1

De gemeente Uitgeest kent geen (openbare) gebouwde parkeervoorzieningen

2

Identificatiecode: NL.IMRO.0450.BPparaplu2017-VS01 van de gemeente Uitgeest

3

Parkeeronderzoek sociale huurwoningen; een onderzoek naar passende parkeernormen voor sociale huurwoningen in de BUCH – gemeenten; bureau Goudappel in opdracht van KennemerWonen; maart 2023

4

De in de CROW-normen gebruikte indeling in goedkope -, middeldure – en dure woningen is niet gebruikt. Er is een indeling in woningtype en grootte van de woning gebruikt. De oppervlakte van een woning is eenduidig vast te stellen. Dit in tegenstelling tot het prijsniveau van een woning.

5

Stichting fietsparkeur, Nieuwegein

6

In het PvE van de gemeente voor de inrichting van de openbare ruimte zijn rekken opgenomen voor toepassing in de openbare ruimte

7

Parkeren Op Eigen Terrein

8

Voor bezoekersaandelen woningen zien paragraaf 3.3

9

Oppervlakte woningen in bvo (bruto vloer oppervlak)