Organisatie | Beesel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beesel 2024 |
Citeertitel | Verordening Wmo Beesel 2024 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Wmo verordening gemeente Beesel 2022.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-06-2024 | nieuwe regeling | 03-06-2024 |
De raad van de gemeente Beesel,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 april 2024;
Gelet op de artikelen 2.1.3, artikel 2.1.4 eerste, tweede, derde, vierde en zesde lid en artikel 2.1.4a eerste, tweede, derde, vijfde en zesde lid, 2.1.4b tweede lid, 2.1.5 eerste lid, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 vierde lid en 2.6.6 eerste lid van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;
Het noodzakelijk is om inwoners te ondersteunen als zij beperkingen ondervinden in hun maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid en zij niet in staat zijn om op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen hiervoor een oplossing te vinden;
Het noodzakelijk is om inwoners met psychische of psychosociale problemen en cliënten die vanwege huiselijk geweld of om andere redenen de thuissituatie hebben verlaten, te ondersteunen bij het zich handhaven in de samenleving als zij hier niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg, of met hulp van het sociale netwerk of met gebruikmaking van algemene voorzieningen toe in staat zijn;
Besluit vast te stellen de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Beesel 2024.
In deze verordening wordt verstaan onder:
Bijdrage in de kosten: Voor ondersteuning via de Wmo betaalt een inwoner een eigen bijdrage als bedoeld in https://login.schulinck.nl/inloggenartikel 2.1.4a lid 4 Wmo 2015https://login.schulinck.nl/inloggen. De hoogte van de eigen bijdrage wordt bepaald door het CAK.
Beschermd wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend(e) toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de inwoner of anderen. Bestemd voor personen met een psychische of psychosociale problemen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving zoals bedoeld in artikel 1.1.1. Wmo 2015
Eigen kracht: Ieders vermogen om zijn eigen leven vorm te geven en problemen op te lossen. Er wordt verwacht dat inwoners rekening houden met de noodzaak voor het nemen van andere routes. Het gaat om voorzienbaarheid. Voorzienbaarheid is het maken van passende keuzes voor de toekomst en rekening te houden met de al aanwezige beperkingen.
Hoofdstuk 3: (maatwerk)voorzieningen
Artikel 10. Algemene voorzieningen
De volgende algemene voorzieningen zijn in ieder geval beschikbaar:
Artikel 11. Maatwerkvoorzieningen
De volgende maatwerkvoorzieningen zijn beschikbaar:
Begeleiding en dagbesteding in de vorm van segmenten
Segment 1A complex traject; een kortdurend begeleidingstraject met meervoudige ondersteuningsvragen.
Segment 1B een kortdurend begeleidingstraject met een enkelvoudige ondersteuningsvraag
Segment 2A een langdurig begeleidingstraject bedoeld voor inwoners met psychische klachten of een verstandelijke beperking
Segment 2B een langdurig begeleidingstraject met problemen gerelateerd aan ouderdom zoals bijvoorbeeld dementie.
Artikel 12. Voorwaarden en criteria om in aanmerking te komen voor een maatwerkvoorziening
Als een maatwerkvoorziening noodzakelijk is ter vervanging van een eerder door het college verstrekte voorziening, wordt deze slechts verstrekt als de eerder verstrekte voorziening technisch is afgeschreven en mits de inwoner goed eigenaarschap heeft getoond van de eerder verstrekte maatwerkvoorziening zoals beschreven in de bruikleenovereenkomst.
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
Als de gevraagde voorziening al eerder aan de inwoner is verstrekt op grond van enige wettelijke bepaling en de normale afschrijvingstermijn van die voorziening nog niet verstreken is. Tenzij de voorziening verloren is gegaan door omstandigheden die niet aan de inwoner zijn toe te rekenen of de cliënt de restwaarde van de voorziening die verloren is gegaan geheel of gedeeltelijk vergoedt;
Geen woonvoorziening wordt verstrekt:
Als de inwoner zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning van tevoren had kunnen voorzien en had kunnen voorkomen. We spreken van ‘eigen kracht’ als het gaat om het rekening houden met de noodzaak voor het nemen van andere routes, oftewel; voorzienbaarheid. De inwoner dient passende keuzes te maken voor de toekomst, en dient rekening te houden met de al aanwezige beperkingen. Voorzienbaar is dat iemand in zijn eigen woning op een gegeven moment wegens ouderdomsklachten niet meer in staat is tot: het kunnen nemen van treden/ traplopen; het kunnen instappen van een bad/ douche; het over drempels kunnen stappen;
Bij het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura vermeldt de beschikking in ieder geval:
Een tijdsindicatie (met uitzondering van de hulpmiddelen zoals rolstoel, scootmobiel en traplift). Deze kan worden opgenomen in de vorm van een specifieke vorm en tijdseenheid, zoals “3 uur huishoudelijke ondersteuning per week”, of een (maximum) urenbudget per periode, zoals “maximaal 600 uur per jaar”. Deze tijdsindicatie kan ook worden benoemd in het ondersteuningsplan met afspraken tussen zorgaanbieder en inwoner. Het ondersteuningsplan wordt gezien als een onderdeel van de beschikking.
Artikel 16. Regels voor een pgb
Als een inwoner in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening en de ondersteuning zelf wenst in te kopen door middel van een pgb, toetst het college of voldaan wordt aan de in artikel 2.3.6. lid 2 van de Wet opgenomen voorwaarden. De inwoner dient daarvoor een budgetplan in. In het budgetplan is in elk geval opgenomen:
Artikel 17. Onderscheid formele en informele hulp
Van formele hulp is sprake als de hulp verleend wordt door onderstaande personen, met uitzondering van personen uit het sociaal netwerk van de inwoner:
Personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken;
Personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken.
Artikel 20. Hoogte bijdrage in de kosten
Voor de hoogte van de bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het uitvoeringsbesluit, dan wel het totaal van de bijdragen verwijzen wij naar https://login.schulinck.nl/inloggenartikel 2.1.4 lid 3 Wmo 2015https://login.schulinck.nl/inloggen en https://login.schulinck.nl/inloggenartikel 2.1.4a lid 4 Wmo 2015https://login.schulinck.nl/inloggen. Dit is de norm per maand voor de ongehuwde inwoner of de gehuwde inwoner samen.
Hoofdstuk 5: Beschermd wonen en maatschappelijke opvang
Artikel 23: Criteria voor de toekenning van een maatwerkvoorziening beschermd wonen
Een inwoner kan, in aanvulling op de criteria uit de Wmo 2015, in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen onder de volgende voorwaarden
De inwoner kan zich niet zelfstandig handhaven in de samenleving door een tekort aan zelfregie, zelfregulatie en/of zelfredzaamheid en dit is niet op te lossen met eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit het sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen.
Hoofdstuk 7: Kwaliteit en veiligheid
Artikel 28. Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
Hoofdstuk 9: Klachten en medezeggenschap
Artikel 33. Betrekken van ingezetenen bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval inwoners of hun vertegenwoordigers, vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college stelt een adviescommissie in, die belast wordt met de taak gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende de maatschappelijke ondersteuning, en zorgt dat deze commissie voorzien wordt van de informatie en ondersteuning om haar taken te kunnen uitvoeren.