Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rotterdam

Reglement van Orde Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRotterdam
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReglement van Orde Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam
CiteertitelReglement van Orde voor de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. afdeling 17.2 van de Omgevingswet
  2. Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-06-202401-01-2024nieuwe regeling

21-12-2021

gmb-2024-251798

2024, nummer 124

Tekst van de regeling

Intitulé

Reglement van Orde Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de directeur Stadsontwikkeling van 21 december 2021 (registratienummer:

BS21/01624);

 

overwegende, dat het wenselijk is nadere regels op te stellen voor vergaderingen van de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam;

 

gelet op afdeling 17.2 van de Omgevingswet en artikel 12 van de Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam;

 

besluit:

Artikel 1. Definities

In dit reglement van orde wordt verstaan onder verordening: de Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed.

Artikel 2. Vergaderdata en agenda

  • 1.

    De vergaderdata van de commissie worden jaarlijks en tenminste een maand voor het einde van het lopende kalenderjaar bekendgemaakt op de gemeentelijke website.

  • 2.

    De agenda voor een vergadering van de commissie wordt in de week, voorafgaande aan de vergadering van de commissie, maar minimaal één dag daarvoor, gepubliceerd op de gemeentelijke website.

Artikel 3. Publieke tribune

  • 1.

    Eenieder kan de vergadering van de commissie bijwonen op de publieke tribune.

  • 2.

    De secretaris kan besluiten of de vergadering van de commissie digitaal plaatsvindt.

Artikel 4. Quorum

  • 1.

    Over een uit te brengen advies, niet betrekking hebbende op een gemeentelijk monument of een rijksmonument, wordt alleen besloten indien ten minste drie leden, waarvan ten minste een lid met deskundigheid op het gebied van architectuur, aanwezig zijn.

  • 2.

    Over een uit te brengen advies dat ziet op het aanwijzen van een gemeentelijk monument of een omgevingsplanactiviteit dat ziet op een gemeentelijk monument wordt alleen besloten indien ten minste drie leden, waarvan ten minste een lid met deskundigheid op het gebied van architectuur en een lid met deskundigheid op het gebied van restauratiearchitectuur of architectuurhistorie aanwezig zijn.

  • 3.

    Over een uit te brengen advies over een aanvraag omgevingsvergunning voor een rijksmonumentenactiviteit wordt alleen besloten indien ten minste drie leden, waarvan ten minste een lid met deskundigheid op het gebied van architectuur en een lid met deskundigheid op het gebied van restauratiearchitectuur of architectuurhistorie aanwezig zijn.

Artikel 5. Plaatsvervangend voorzitter

De commissie wijst uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter aan.

Artikel 6. Spreekrecht

  • 1.

    Voorafgaande aan de bespreking van een plan bestaat de mogelijkheid voor belanghebbenden om in te spreken. Per belanghebbende is de spreektijd maximaal vijf minuten. De voorzitter kan een langere spreektijd toestaan en kan een maximum aantal insprekers per plan vaststellen.

  • 2.

    Degene die van dit spreekrecht gebruik wil maken, maakt dit ten minste twee werkdagen voor de vergadering van de commissie schriftelijk en voorzien van een korte inhoudelijke toelichting aan de secretaris kenbaar.

Artikel 7. Mondelinge toelichting

  • 1.

    Architecten en opdrachtgevers worden in de gelegenheid gesteld om de bespreking van hun plan bij te wonen en toe te lichten. De voorzitter van de commissie bepaalt de spreektijd van architecten en opdrachtgevers. De secretaris zorgt ervoor dat architecten en opdrachtgevers die dit wensen worden uitgenodigd.

  • 2.

    Indien de commissie om advies wordt gevraagd over het ontwerp van een plan dat door een van haar leden is vervaardigd, of indien de onafhankelijke advisering door de commissie op een andere wijze in het geding zou zijn, zal het desbetreffende commissielid aan de beraadslagingen noch aan de advisering over het plan deelnemen noch daarbij aanwezig zijn.

  • 3.

    Het ontwerp van het plan kan wel door het commissielid worden toegelicht.

Artikel 8. Stemming

De commissie adviseert bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken heeft de voorzitter een beslissende stem.

Artikel 9. Inhoud advisering

  • 1.

    Het advies is schriftelijk en bestaat in ieder geval uit:

    • a.

      een korte duiding van het plan en zijn omgeving;

    • b.

      een verwijzing naar de bij de beoordeling gebruikte relevante beleidskaders;

    • c.

      het advies en de motivering daarvan indien het een negatief advies is.

  • 2.

    Bij positieve advisering kan een expliciete motivering achterwege blijven, tenzij burgemeester en wethouders daarom verzoeken, of indien een bezwaar tegen het plan wordt ingediend.

Artikel 10. Toelichting op het advies

De architecten en opdrachtgevers kunnen verzoeken om een mondelinge toelichting op het advies. Deze toelichting wordt gegeven door de secretaris. Indien de architect of opdrachtgever vervolgens een nadere toelichting wenst, wordt een afspraak gemaakt met de commissie dan wel een door haar aangewezen lid.

Artikel 11. Omgevingsoverleg

  • 1.

    Aan architecten en opdrachtgevers wordt de mogelijkheid geboden in een omgevingsoverleg met de commissie voorafgaand aan een aanvraag voor een omgevingsvergunning, een concept van het plan in te dienen, toe te lichten en te bespreken. Van dit omgevingsoverleg wordt een verslag gemaakt. De commissie zal niet terugkomen op tijdens het omgevingsoverleg gedane uitspraken door of namens de commissie.

  • 2.

    Het omgevingsoverleg is openbaar, tenzij de commissie op uitdrukkelijk verzoek van aanvrager beslist tot een niet-openbare bespreking.

Artikel 12. Citeertitel

Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van Orde voor de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed Rotterdam.

Aldus vastgesteld,

21 december 2021

De Gemeentesecretaris,

V.J.M. Roozen

De Burgemeester,

A. Aboutaleb

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

TOELICHTING

Algemeen

In artikel 13 van de Verordening op de Commissie Omgevingskwaliteit en Cultureel Erfgoed

Rotterdam (hierna: verordening) is vastgelegd dat Burgemeester en Wethouders de werkwijze van de commissie vaststellen in een reglement van orde.

In het reglement van orde komen onderwerpen aan de orde die van belang zijn voor het ordelijk en dagelijks functioneren van de commissie. Het gaat daarbij tenminste om:

  • a.

    de werkwijze bij de advisering;

  • b.

    de inrichting van het omgevingsoverleg;

  • c.

    de wijze waarop de agenda openbaar wordt gemaakt en belanghebbenden worden uitgenodigd;

  • d.

    de wijze waarop aan het spreekrecht invulling wordt gegeven.

Behalve deze onderwerpen kunnen nog andere onderwerpen geregeld worden in het reglement.

Voor wat betreft klachten over het functioneren van de commissie wordt opgemerkt dat hiervoor de procedures over klachtbehandeling in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing zijn en dat dit onderwerp daarom verder niet in dit reglement aan de orde hoeft te komen.

 

Artikelsgewijs

Artikel 2. Vergaderdata en agenda

Tweede lid

Naast de agenda van de vergaderingen van de commissie worden ook de vastgestelde verslagen van de commissie op de gemeentelijke website gepubliceerd.

 

Artikel 3. Publieke tribune

Eerste lid

De Omgevingswet en de verordening vereisen dat de vergaderingen van de commissie openbaar zijn. Dit betekent ook dat er een publieke tribune aanwezig is en dat eenieder die dat wil, de vergadering van de commissie op de publieke tribune kan bijwonen. Hiervoor dienen burgemeester en wethouders een passende voorziening te treffen.

 

Artikel 3. Digitale vergadering

Tweede lid

De secretaris kan besluiten dat de vergadering van de commissie digitaal plaatsvindt. Voor eenieder die de digitale vergaderingen van de commissie wil bijwonen, zal de mogelijkheid daartoe geboden worden. De procedure voor aanmelding wordt op de gemeentelijke website bekend gemaakt.

 

Artikel 7. Mondelinge toelichting

Eerste en tweede lid

Architecten en opdrachtgevers worden altijd in de gelegenheid gesteld om de bespreking van hun plan bij te wonen en toe te lichten. De secretaris van de commissie zorgt ervoor dat architecten en opdrachtgevers die dit wensen worden uitgenodigd.

 

Artikel 9. Inhoud advisering

De commissie brengt heldere en deugdelijk beargumenteerde adviezen uit. Adviezen worden altijd schriftelijk vastgelegd en behoren zo begrijpelijk en duidelijk te zijn dat nadere uitleg overbodig is. Adviezen dienen te voldoen aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht.

 

De commissie zal haar adviezen inhoudelijk baseren op de relevante beleidskaders en daarnaar in haar adviezen verwijzen. Bij relevante beleidskaders gaat het in elk geval om de beleidsregels als bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet (Welstandsnota Rotterdam), de Erfgoedwet en de Verordening van de gemeenteraad Rotterdam houdende regels omtrent erfgoed (Erfgoedverordening Rotterdam 2020), zolang de relevante bepalingen niet zijn opgenomen in een nieuw omgevingsplan.

Voor de toepassing van beleidsregels, als bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet, geldt een zekere mate van flexibiliteit. Inherent aan beleidsregels is, dat het bestuur de mogelijkheid heeft om in bijzondere situaties af te wijken van eerder vastgestelde beleidsregels, uiteraard mits daaraan een goede motivering ten grondslag ligt.

Deze zogenaamde inherente afwijkingsmogelijkheid is vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Plannen van hoge of bijzondere kwaliteit of nieuwe ontwikkelingen en concepten die niet helemaal passen binnen de vastgestelde beleidsregels, kunnen daardoor toch positief beoordeeld worden. In dat soort situaties kan het bestuur, op basis van het advies van de commissie, gemotiveerd afwijken van de eerder vastgestelde beleidsregels.

 

Indien de ontwerper of de planindiener een mondelinge toelichting op het advies wenst, wordt dit in eerste instantie gegeven door de secretaris van de commissie. Indien betrokkenen vervolgens een nadere toelichting wensen kan een afspraak worden gemaakt met de commissie of een daartoe aangewezen lid.

 

Artikel 11. Omgevingsoverleg

Eerste en tweede lid

Architecten en opdrachtgevers wordt de mogelijkheid geboden in een omgevingsoverleg met de commissie een concept van het plan toe te lichten en te bespreken. In het omgevingsoverleg wordt gesproken over de uitgangspunten bij de advisering.

 

Afhankelijk van het ontwikkelingsstadium van het plan kan een indruk worden gegeven van de richting waarin het advies zal gaan als er een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend. Aangezien er bij een omgevingsoverleg nog geen sprake is van een aanvraag, leidt het advies van de commissie niet tot een besluit. Daarvoor is immers een formele aanvraag voor een omgevingsvergunning nodig.

 

Net als bij het formele overleg van de commissie dat plaatsvindt bij een formele aanvraag, vindt het omgevingsoverleg in het openbaar plaats tenzij de indiener uitdrukkelijk verzoekt om een niet-openbare bespreking. In dat geval kan de commissie beslissen tot een niet-openbare bespreking met inachtneming van artikel 17.9, vijfde lid Omgevingswet.

 

Van het omgevingsoverleg wordt door of namens de secretaris van de commissie een verslag gemaakt. Dit verslag wordt pas openbaar als het plan formeel aan de commissie wordt voorgelegd.