Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tilburg

Subsidieregeling Bestaanszekerheid 2025-2026 Tilburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTilburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingSubsidieregeling Bestaanszekerheid 2025-2026 Tilburg
CiteertitelSubsidieregeling Bestaanszekerheid 2025-2026 Tilburg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp
Externe bijlageBeoordelingskader subsidieregeling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling Bestaanszekerheid 2023 - 2024.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg 2023
  2. Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-06-202431-12-2026nieuwe regeling

14-05-2024

gmb-2024-251189

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Bestaanszekerheid 2025-2026 Tilburg

 

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • ASVT: Algemene subsidieverordening gemeente Tilburg 2023;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg;

  • Tendersysteem: alle volledige subsidieaanvragen moeten binnen een bepaalde periode ingediend zijn, waarna onderlinge vergelijking van de aanvragen plaatsvindt. De subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden worden gerangschikt aan de hand van de mate waarin ze voldoen aan de wegingscriteria in deze regeling;

  • Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies zoals bedoeld in artikel 4:22 van de Awb;

  • Liquiditeit: daarbij wordt gekeken of de aanvrager in staat is korte schulden te voldoen;

  • Solvabiliteit: Dit is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. De indicatieve bandbreedte hiervan is 0,2 (ondergrens) en 0,4 (bovengrens).

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 3. Doelstelling

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die:

  • 1.

    bijdragen aan de bestuurlijke doelstelling: ‘Tilburgers ervaren bestaanszekerheid’ en de hiervoor geldende beleidsnota op bestaanszekerheid en het bijbehorend uitvoeringsplan.

  • 2.

    bijdragen aan een inclusieve gemeente waarin alle activiteiten voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht opleidingsniveau, achtergrond, leeftijd, geloofsuiting, geaardheid of eventuele beperking.

Artikel 4. Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan één of meerdere van deze drie lijnen:

  • a.

    Het voorkomen en vroegsignaleren (preventie) van schulden- en armoedeproblematiek en daarvoor producten, diensten of activiteiten inzetten. Een activiteit kan bijvoorbeeld zijn om mensen (tijdig) ondersteuning te bieden zodat de armoede- en schuldenproblematiek niet verder escaleert en gericht op het bevorderen van financiële zelfredzaamheid.

  • b.

    Het doorbreken van intergenerationele overdracht van armoede bij kinderen. Dit houdt in het bieden van producten, diensten en/of activiteiten gericht op het wegnemen van belemmeringen zodat kinderen volwaardig kunnen deelnemen aan bijvoorbeeld binnen en buitenschoolse activiteiten en tegelijkertijd hun toekomstperspectief kunnen vergroten.

  • c.

    Het aanpakken van de armoedesituatie en het creëren van financiële rust.

Artikel 5. Subsidieaanvrager

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1.

    De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 4.

  • 2.

    In aanmerking voor subsidie komen de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor de uitvoering van activiteiten zoals bedoeld in artikel 4 en de kosten die direct verbonden zijn met de uitvoering van activiteiten zoals bedoeld in artikel 4.

Artikel 7. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten voor:

  • 1.

    Bonussen en afkoopsommen/transitievergoedingen.

  • 2.

    Activiteiten met een partijpolitiek of godsdienstig karakter.

  • 3.

    De inkoop van goederen of voedsel; die worden ingekocht om direct uit te delen met uitzondering van duurzame gebruiksgoederen die worden uitgedeeld in het kader van activiteiten die betrekking hebben op artikel 4 lid b.

Artikel 8. Vereisten subsidieaanvraag

  • 1.

    Subsidieaanvragen worden ingediend binnen de tenderperiode van 3 juni 2024 tot en met 1 september 2024 via het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier.

  • 2.

    Een subsidieaanvraag bedraagt minimaal €9.000 per jaar.

  • 3.

    Aanvragen worden ingediend volgens de methodiek Impactgericht subsidiëren. Voor subsidieaanvragen tot € 30.000 wordt gebruik gemaakt van het format activiteitenplan en vanaf €30.000 ook van de formats verandertheorie en onderzoeksplan. Zie voor de formats en een handleiding: https://www.tilburg.nl/inwoners/subsidies/subsidies-met-impact/

  • 4.

    De subsidieaanvraag dient uiterlijk 1 september 2024 volledig te zijn ingediend. Onvolledige aanvragen kunnen door het college buiten behandeling worden gelaten.

  • 5.

    De aanvraag voor subsidie omvat:

    • a.

      Een volledig ingevuld online aanvraagformulier met voldoende informatie over op welke wijze wordt voldaan aan de beoordelingscriteria (artikel 11).

    • b.

      Een activiteitenplan waaruit blijkt dat de activiteiten bijdragen aan de doelstellingen zoals opgenomen in artikel 3 en 4.

    • c.

      Bij aanvragen vanaf € 30.000 een verandertheorie en onderzoeksplan waaruit blijkt dat de activiteiten bijdragen aan de doelstellingen zoals opgenomen in artikel 3.

    • d.

      Een uitgewerkte begroting, waarin de kosten en opbrengsten per activiteit/activiteitengroep waar de subsidie voor wordt aangevraagd op een transparante wijze wordt weergegeven en voldoende wordt onderbouwd, met inachtneming van wat gesteld is in artikel 6 en 7. Zie voor een handreiking voor het uitwerken van de begroting de modellen A en B op www.tilburg.nl/subsidies.

    • e.

      Indien van toepassing geeft u een toelichting op afwijkingen tussen de begroting en de meest recente realisatiecijfers.

    • f.

      Indien wij nog niet beschikken over uw meest recente jaarrekening, dan voegt u die toe als bijlage bij uw aanvraag.

    • g.

      Indien een aanvrager, van een aanvraag van meer dan €30.000, voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt hij, een exemplaar van de oprichtingsakte, een overzicht van de bestuurssamenstelling, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.

  • 6.

    Het college kan naar aanleiding van de aanvraag verduidelijkende vragen stellen. De aanvrager wordt schriftelijk verzocht de vragen schriftelijk te beantwoorden binnen een termijn van 5 werkdagen (of zoveel langer als aangegeven), te rekenen vanaf de eerste dag na de dagtekening van het verzoek. Indien de genoemde termijn is verstreken, zonder dat de gevraagde verduidelijking is ontvangen, wordt de aanvraag beoordeeld zonder de antwoorden mee te kunnen nemen.

Artikel 9. Subsidievorm en de hoogte van de subsidie

  • 1.

    Het college verleent op grond van deze regeling een subsidie voor de duur van maximaal 2 jaar.

  • 2.

    De subsidie wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 10. Subsidieplafond

  • 1.

    Het subsidieplafond bedraagt jaarlijks €4.012.281 (prijspeil 2024), waarvan:

    • a.

      €100.000 per jaar voor subsidieaanvragen tot € 30.000;

    • b.

      €3.912.281 per jaar voor subsidieaanvragen vanaf € 30.000;

    • c.

      Indien het subsidieplafond zoals genoemd onder art. 10, lid 1 onder a niet bereikt wordt, wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het subsidieplafond genoemd onder art. 10, lid 1 onder b.

  • 2.

    Subsidies worden verstrekt onder voorbehoud van vaststelling van de programmabegroting door de raad.

  • 3.

    Het subsidieplafond wordt jaarlijks geïndexeerd.

Artikel 11. Beoordelingscriteria

De subsidieaanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende vijf overkoepelende criteria met bijbehorende sub criteria (zie bijlage 1):

  • I.

    Aanpak en kwaliteit

  • II.

    Impact

  • III.

    Activeren en motiveren

  • IV.

    Samenwerking en toegevoegde waarde

  • V.

    Financiële duurzaamheid

Artikel 12. Wijze van verdeling

  • 1.

    De aanvragen worden gerangschikt op basis van de beoordeling in artikel 11.

  • 2.

    Bij de beoordeling van de aanvragen werkt het college met een 3-puntsschaal.

  • 3.

    De hoogst gerangschikte aanvraag komt het eerst in aanmerking voor subsidie.

  • 4.

    Subsidie wordt toegekend aan opeenvolgende gerangschikte aanvragen, tot het subsidieplafond wordt bereikt.

  • 5.

    Indien toepassing van het eerste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder item II. Impact, genoemd in artikel 11, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.

  • 6.

    Indien toepassing van het vijfde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder item Activeren en motiveren genoemd in artikel 11, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.

  • 7.

    Indien toepassing van het zesde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder het item Samenwerking en toegevoegde waarde, genoemd in artikel 11, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.

  • 8.

    Indien toepassing van het zevende lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder het item Financiële duurzaamheid, genoemd in artikel 1, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.

  • 9.

    Indien toepassing van het achtste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder het item I. Aanpak en kwaliteit, genoemd in artikel 11, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.

  • 10.

    Indien toepassing van het negende lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen, waarbij de aanvraag als eerste is binnengekomen hoger eindigt in de rangschikking.

Artikel 13. Weigeringsgronden

Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb en artikel 9 van de ASVT geregelde gevallen ook (al dan niet deels) geweigerd worden indien:

  • 1.

    De organisatie geen aantoonbare expertise heeft op het gebied van Bestaanszekerheid.

  • 2.

    De organisatie geen aantoonbare kennis van de Tilburgse sociale infrastructuur en van de doelgroep.

  • 3.

    Nieuwe initiatieven niet aanvullend zijn op het bestaande aanbod binnen de gemeente Tilburg. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het bestaande aanbod al in soortgelijke producten, diensten en activiteiten voorziet.

  • 4.

    De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet of niet in overwegende mate zijn gericht op de inwoners van Tilburg met een laag inkomen, zoals gedefinieerd in de beleidsvisie op Bestaanszekerheid, of als ze onvoldoende ten goede komen aan diezelfde inwoners.

  • 5.

    Niet is aangetoond dat de subsidie noodzakelijk is voor het verrichten van de activiteiten waarvoor deze wordt gevraagd;

  • 6.

    De aanvraag niet voldoet aan regels die zijn gesteld om voor subsidie in aanmerking te komen;

  • 7.

    Uit de financiële beoordeling blijkt dat de organisatie financieel ongezond is kijkend o.a. naar liquiditeit, solvabiliteit, exploitatieresultaat, ontwikkeling van deze ratio’s in de tijd en de uitleg door de subsidieaanvrager over de financiële gezondheid.

  • 8.

    Uit de financiële beoordeling blijkt dat het aangevraagde subsidiebedrag hoger is dan hetgeen noodzakelijk is voor de uitvoering van de activiteiten;

  • 9.

    De activiteiten in de aanvraag moeten in verhouding staan tot het bereik van de in de aanvraag opgenomen doelgroep, en tot het totale aanbod van activiteiten voor de totale doelgroep die we met deze subsidieregeling willen bereiken.

  • 10.

    Er naar het oordeel van het college al voldoende aanbod is dat in de vraag voorziet. Dit kan ook betekenen dat na weging van de aanvragen blijkt dat er voor vergelijkbare activiteiten subsidie is aangevraagd en het honoreren hiervan teveel van hetzelfde zou opleveren om in de vraag te voorzien. In dat geval worden de aanvragen die het beste uit de weging komen (deels) gehonoreerd tot aan de vraag is voldaan. De overige aanvragen worden geweigerd omdat die onvoldoende toegevoegde waarde hebben.

  • 11.

    De subsidieaanvraag minder dan 70 punten scoort in het beoordelingskader.

  • 12.

    Het in artikel 10 van deze regeling vastgestelde subsidieplafond bereikt is.

Artikel 14. Hardheidsclausule

Het college kan een of meer bepalingen van deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.

Artikel 15. Slotbepalingen

  • 1.

    Dit is een regeling zoals bedoeld in artikel 3 van de ASVT. De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing voor zover daarvan in deze regeling niet wordt afgeweken. Dit betekent ook dat de verantwoordingsartikelen van de ASVT onverkort van toepassing zijn.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking 1 dag na publicatie.

  • 3.

    Deze subsidieregeling vervalt op 31 december 2026 met dien verstande dat vaststellingen van subsidies die onder deze regeling vallen nog onder deze regeling worden afgehandeld.

  • 4.

    Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Bestaanszekerheid 2025-2026 Tilburg.

 

Beoordeelde aanvraag van:

Naam organisatie hier invullen

De items met algemeen worden bij elke aanvraag beoordeeld. Item 3 wordt per MO/regeling aangepast en op basis daarvan beoordeeld. Bij elk item wordt per deelvraag een score gegeven.

voldoet

niet

voldoet

deels

voldoet

Motivatie / bij welke vragen staat de info

1. Aanpak en kwaliteit (algemeen)

maximaal te verdelen punten

24

punten per deelvraag:

0

3

6

a) Doelgroep en bereik

  • -

    de doelgroep wordt bereikt en hier worden concrete acties aan verbonden

Doelgroep & Probleem

  • -

    de aanvrager geeft blijk van kennis van de diversiteit van de Tilburgse samenleving en past dit toe in de activiteiten

Doelgroep & Probleem

b) Aanpak en duurzame effecten

  • -

    de aanpak is duidelijk omschreven en onderbouwd en hiermee kunnen duurzame effecten worden behaald

Activiteitenplan bijlage en Duurzame effecten

c) Kwaliteitsverbetering

  • -

    de kwaliteit van de aanpak is aannemelijk en de aanvrager heeft oog voor verbetering

Activiteitenplan bijlage, onderzoeksplan (alleen boven de 30k)

2. Impact (algemeen)

maximaal te verdelen punten

30

punten per deelvraag:

0

6

10

  • -

    de mate waarin de impactclaim bijdraagt aan de bestuurlijke doelstelling

Impactclaim en Verandertheorie

  • -

    de effecten volgen logisch uit de activiteiten en zijn relevant voor het te bereiken doel

Verandertheorie bijlage (30k+), Activiteitenplan bijlage (30k-)

  • -

    de monitoring van effecten is uitvoerbaar en onderbouwd

Onderzoeksplan bijlage (alleen boven de 30k)

3. Flexibel deel: rubriek specifiek gericht op deze regeling

maximaal te verdelen punten

30

punten per deelvraag:

0

6

10

  • -

    helpt verdere problematiek te voorkomen, werkt preventief

Aansluiting aanpak MO en criteria regeling

zet in op activeren en het verbeteren van het toekomstperspectief

Aansluiting aanpak MO en criteria regeling

  • -

    de organisatie werkt met ervaringsdeskundigen en/of vrijwilligers

Aansluiting aanpak MO en criteria regeling

4. Samenwerking & toegevoegde waarde (algemeen)

maximaal te verdelen punten:

20

punten per deelvraag:

0

5

10

  • -

    er is afstemming en samenwerking met relevante Tilburgse stakeholders

Organisatie en verbinding

  • -

    het is duidelijk wat de toegevoegde waarde van de activiteiten is binnen het veld

Organisatie en verbinding

5. Financiële duurzaamheid (algemeen)

maximaal te verdelen punten:

24

punten per deelvraag:

0

6

12

  • -

    de begroting heeft een goede prijs/kwaliteitsverhouding

Begroting

  • -

    het aangevraagde subsidiebedrag per product of dienst is reëel in relatie tot impact en bereik van de doelgroep

Begroting

Toelichting score aanvragen tot 30.000 euro

Omdat er bij aanvragen tot €30.000 geen onderzoeksplan ingediend hoeft te worden wordt het volledige aantal punten toegekend voor de volgende subcriteria om de aanvragen op een juiste manier tegen elkaar af te kunnen wegen:

1c. Kwaliteit van de aanpak is aannemelijk en wordt verbeterd

2. De monitoring van effecten is uitvoerbaar en onderbouwd

 

Maximaal te halen score

Score instelling

Rubrieken

punten

%

punten

1. Aanpak en kwaliteit

24

19%

0

2. Impact

30

23%

0

3. Flexibel deel regeling

30

23%

0

4. Samenwerking&toegevoegde waarde

20

16%

0

5. Financiële duurzaamheid

24

19%

0

Totaal

128

100%

0