Organisatie | Tilburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Bestaanszekerheid 2025-2026 Tilburg |
Citeertitel | Subsidieregeling Bestaanszekerheid 2025-2026 Tilburg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Beoordelingskader subsidieregeling |
Deze regeling vervangt de Subsidieregeling Bestaanszekerheid 2023 - 2024.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-06-2024 | 31-12-2026 | nieuwe regeling | 14-05-2024 |
In deze regeling wordt verstaan onder:
Tendersysteem: alle volledige subsidieaanvragen moeten binnen een bepaalde periode ingediend zijn, waarna onderlinge vergelijking van de aanvragen plaatsvindt. De subsidieaanvragen die voldoen aan de voorwaarden worden gerangschikt aan de hand van de mate waarin ze voldoen aan de wegingscriteria in deze regeling;
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan één of meerdere van deze drie lijnen:
Het voorkomen en vroegsignaleren (preventie) van schulden- en armoedeproblematiek en daarvoor producten, diensten of activiteiten inzetten. Een activiteit kan bijvoorbeeld zijn om mensen (tijdig) ondersteuning te bieden zodat de armoede- en schuldenproblematiek niet verder escaleert en gericht op het bevorderen van financiële zelfredzaamheid.
Het doorbreken van intergenerationele overdracht van armoede bij kinderen. Dit houdt in het bieden van producten, diensten en/of activiteiten gericht op het wegnemen van belemmeringen zodat kinderen volwaardig kunnen deelnemen aan bijvoorbeeld binnen en buitenschoolse activiteiten en tegelijkertijd hun toekomstperspectief kunnen vergroten.
Artikel 8. Vereisten subsidieaanvraag
Aanvragen worden ingediend volgens de methodiek Impactgericht subsidiëren. Voor subsidieaanvragen tot € 30.000 wordt gebruik gemaakt van het format activiteitenplan en vanaf €30.000 ook van de formats verandertheorie en onderzoeksplan. Zie voor de formats en een handleiding: https://www.tilburg.nl/inwoners/subsidies/subsidies-met-impact/
De aanvraag voor subsidie omvat:
Een uitgewerkte begroting, waarin de kosten en opbrengsten per activiteit/activiteitengroep waar de subsidie voor wordt aangevraagd op een transparante wijze wordt weergegeven en voldoende wordt onderbouwd, met inachtneming van wat gesteld is in artikel 6 en 7. Zie voor een handreiking voor het uitwerken van de begroting de modellen A en B op www.tilburg.nl/subsidies.
Indien een aanvrager, van een aanvraag van meer dan €30.000, voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt hij, een exemplaar van de oprichtingsakte, een overzicht van de bestuurssamenstelling, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.
Het college kan naar aanleiding van de aanvraag verduidelijkende vragen stellen. De aanvrager wordt schriftelijk verzocht de vragen schriftelijk te beantwoorden binnen een termijn van 5 werkdagen (of zoveel langer als aangegeven), te rekenen vanaf de eerste dag na de dagtekening van het verzoek. Indien de genoemde termijn is verstreken, zonder dat de gevraagde verduidelijking is ontvangen, wordt de aanvraag beoordeeld zonder de antwoorden mee te kunnen nemen.
Artikel 11. Beoordelingscriteria
De subsidieaanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende vijf overkoepelende criteria met bijbehorende sub criteria (zie bijlage 1):
Artikel 12. Wijze van verdeling
Indien toepassing van het vijfde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder item Activeren en motiveren genoemd in artikel 11, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.
Indien toepassing van het zesde lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder het item Samenwerking en toegevoegde waarde, genoemd in artikel 11, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.
Indien toepassing van het zevende lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder het item Financiële duurzaamheid, genoemd in artikel 1, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.
Indien toepassing van het achtste lid ertoe leidt dat aanvragen op een gelijk puntenaantal eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door het aantal punten behaald onder het item I. Aanpak en kwaliteit, genoemd in artikel 11, waarbij de aanvraag met de meeste punten hoger eindigt in de rangschikking.
Subsidieverlening kan naast de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Awb en artikel 9 van de ASVT geregelde gevallen ook (al dan niet deels) geweigerd worden indien:
Er naar het oordeel van het college al voldoende aanbod is dat in de vraag voorziet. Dit kan ook betekenen dat na weging van de aanvragen blijkt dat er voor vergelijkbare activiteiten subsidie is aangevraagd en het honoreren hiervan teveel van hetzelfde zou opleveren om in de vraag te voorzien. In dat geval worden de aanvragen die het beste uit de weging komen (deels) gehonoreerd tot aan de vraag is voldaan. De overige aanvragen worden geweigerd omdat die onvoldoende toegevoegde waarde hebben.
Het college kan een of meer bepalingen van deze subsidieregeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepaling te dienen doelen.