Organisatie | Omgevingsdienst regio Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Besluit aanwijzing toezichthouders Ketentoezicht ODR door Omgevingsdienst Regio Arnhem |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | gemandateerde functionaris |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-06-2024 | Aanwijzing tzh Ketentoezicht ODR | 06-05-2024 |
De personen die behoren tot het Team Ketentoezicht Gelderse Omgevingsdiensten van de Omgevingsdienst Regio Rivierenland, vanwege het belang zogenaamde Ketentoezicht, aan te wijzen als toezichthouder als bedoeld in artikel 5:11 Algemene wet Bestuursrecht in samenhang met artikel 18.6 van de Omgevingswet en artikel 18.6a Omgevingswet. (Dit team valt organisatorisch onder de Omgevingsdienst Regio Rivierenland maar werkt voor alle omgevingsdiensten in Gelderland en richt zich op overtredingen en overtreders in de zogenaamde (afval)keten. Uit operationeel oogpunt moeten deze personen ook kunnen optreden als toezichthouder in het ambtsgebied en gezagsbereik van de overige Gelderse omgevingsdiensten).
2. De onder 1 aangewezen toezichthouders zijn belast met toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in de mandaatbesluiten (en bijlagen) en de daarvoor in de plaats tredende wet- en regelgeving, te weten: Algemene wet bestuursrecht, Gemeentewet, Provinciewet, de Omgevingswet Wet milieubeheer, Woningwet, Erfgoedwet, Drank- en Horecawet, de Alcoholwet, , Wet basisregistratie adressen en gebouwen, Leegstandswet, Huisvestingswet, Provinciale milieuverordening, Provinciale omgevingsverordening, de Algemene Plaatselijke verordening gemeenten dan wel andere in de mandaatbesluiten genoemde gemeentelijke verordeningen, het omgevingsplan en de Omgevingswet.
3. De op basis van artikel 1 aangewezen toezichthouders zijn bevoegd om, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning te betreden zonder toestemming van de bewoner (zoals genoemd in artikel 18.7 lid 1 Omgevingswet). Deze bevoegdheid wordt uitsluitend toegekend voor zover het toezicht op de naleving van een bij of krachtens de Omgevingswet gesteld voorschrift dit vereist, gelet op de door dat voorschrift gestelde belangen (art. 18.7 lid 2 Omgevingswet).
Aan de personen die bij dit besluit als toezichthouder zijn aangewezen in het kader van de tenuitvoerlegging van het onderhavige besluit, wordt een document ter identificatie verstrekt (legitimatiebewijs voor toezichthouders) als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde ‘Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb’.
Eerdere besluiten tot aanwijzing van toezichthouders, onder welke benaming dan ook, voor het houden van toezicht in het kader van Ketentoezicht op het bepaalde bij of krachtens de hierboven genoemde wetten of zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, zoals dat artikel luidde direct voor inwerkingtreding van de Omgevingswet, worden ingetrokken op het moment dat dit besluit bekend is gemaakt.