Organisatie | Werkzaak Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregels re-integratie Werkzaak Rivierenland 2024 |
Citeertitel | Beleidsregels re-integratie 2024 |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Dee regeling vervangt de - Nadere regels re-integratie en loonkostensubsidie Participatiewet 2016, Beleidsregels reiskostenvergoeding, Beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie, Beleidsregels inkomstenvrijlating & de Beleidsregels niet-uitkeringsgerechtigden.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-06-2024 | nieuwe regeling | 14-05-2024 |
In deze beleidsregels geeft het dagelijks bestuur van Werkzaak Rivierenland invulling aan zijn bevoegdheid om nadere regels te stellen over de ondersteuning van werkzoekenden bij de arbeidsinschakeling en de inzet van re-integratievoorzieningen daarbij. De wettelijke grondslag van de beleidsregels wordt gevormd door artikel 8a van de Participatiewet in samenhang met artikel 3 lid 4 van de Re-integratieverordeningen van de gemeenten Culemborg, Maasdriel, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal en Zaltbommel.
De beleidsregels bieden aan de ene kant duidelijkheid ten aanzien van voorwaarden waaronder Werkzaak voorzieningen inzet. Dit komt de uitvoering van de Participatiewet en de
Re-integratieverordeningen ten goede en creëert rechtszekerheid voor werkzoekenden en werkgevers. Aan de andere kant laten de beleidsregels de nodige ruimte om in de uitvoeringspraktijk de ondersteuning en voorzieningen in te zetten die het beste passen in de individuele situatie van de werkzoekende.
Artikel 7 lid 1 van de Participatiewet (Pw);
Artikel 3 lid 4 van de Re-integratieverordeningen 2023 van de gemeenten Culemborg, Maasdriel, Tiel, West Betuwe, West Maas en Waal en Zaltbommel;
Artikel 31, lid 2, onder n, van de Participatiewet, artikel 8 lid 2 en 5 van de Ioaw en artikel 8 lid 3 en 9 van de Ioaz.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 3. Uitgangspunten bij de inzet van voorzieningen
Als een externe aanbieder of werkgever betrokken is bij de inzet van een voorziening, leggen wij in een schriftelijke overeenkomst met die aanbieder of werkgever in elk geval vast: het (leer)doel, de activiteiten, de duur/omvang en de wijze waarop de begeleiding, terugkoppeling en rapportage zullen plaatsvinden.
Hoofdstuk 2. Algemene voorzieningen voor werkzoekenden
Het doel van sociale activering is deelname aan de maatschappij in de breedste zin van het woord. Door de inzet van sociale activering kan de werkzoekende een dag- en arbeidsritme opbouwen, kleine verantwoordelijkheden leren nemen en werknemersvaardigheden ontwikkelen. Hierdoor kunnen belemmeringen worden weggenomen en kunnen motivatie en competenties worden versterkt. Zodoende draagt het inzetten van sociale activering bij aan een traject naar werk.
Sociale activering wordt ingezet voor 3 maanden. In bijzondere gevallen kunnen wij de periode van sociale activering bij dezelfde werkgever/aanbieder telkens met 3 maanden verlengen. In een evaluatie van de voorgaande periode van 3 maanden moet dan worden onderbouwd waarom de periode van 3 maanden niet voldoende was en waarom met deze verlenging het doel wel bereikt gaat worden.
Artikel 5. Werkervaringsplaats
Een werkervaringsplaats wordt ingezet voor 3 maanden. In bijzondere gevallen kunnen wij deze periode met 3 maanden verlengen. In een evaluatie van de voorgaande periode van 3 maanden moet dan worden onderbouwd waarom de periode van 3 maanden niet voldoende was en waarom met deze verlenging het doel wel bereikt gaat worden.
Artikel 11. Reiskostenvergoeding gedurende traject gericht op arbeidsinschakeling
Wij vergoeden de reiskosten die de werkzoekende maakt voor activiteiten in het kader van zijn traject gericht op arbeidsinschakeling. Daaronder vallen alle bijeenkomsten en contactmomenten op onze uitnodiging, deelname aan sociale activering, deelname aan een werkervaringsplaats en noodzakelijk geachte scholing. De reiskosten in verband met een proefplaatsing vergoeden we niet.
Als de werkzoekende met het OV reist, vergoeden wij de feitelijk gemaakte OVkosten. De werkzoekende declareert reiskosten van het OV door middel van het meesturen van het transactieoverzicht of het vervoersbewijs. In individuele gevallen kan de werkcoach de werkzoekende ondersteunen bij het indienen van de declaratie.
Artikel 12. Vervoersvoorziening anders dan reiskostenvergoeding
Als een werkzoekende noodzakelijke activiteiten in het kader van zijn traject gericht op arbeidsinschakeling aantoonbaar niet kan bereiken met eigen vervoer of het openbaar vervoer, dan kunnen wij - in plaats van de reiskostenvergoeding als bedoeld in artikel 11 - tijdelijk een passende aanvullende of alternatieve vervoersvoorziening toekennen. Denk aan vergoeding van de kosten van een haltetaxi, vergoeding van de kosten van een leen- of huurfiets of een fiets in bruikleen.
Bij de beslissing over een vervoersvoorziening als bedoeld in lid 2 letten we op de reisafstand woon-werkverkeer, de mate waarin openbaar vervoer beschikbaar is in combinatie met de werktijden, de mogelijkheden van de werkzoekende om zelf een vervoersvoorziening aan te schaffen en de ondersteuning die de werkgever kan bieden.
Hoofdstuk 3. Specifieke voorzieningen voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking
Artikel 15. Doelgroep loonkostensubsidie
Een werkzoekende behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie als is vastgesteld dat hij niet het wettelijk minimumloon kan verdienen, maar wel arbeidsvermogen heeft. In dat geval heeft de werkzoekende een verminderde loonwaarde.
Artikel 16. Onderzoek verminderde loonwaarde door UWV – nog geen dienstverband
Als van een werkzoekende zonder dienstverband nog niet duidelijk is of hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, dan kunnen wij het UWV in het kader van het traject gericht op arbeidsinschakeling vragen om dit te beoordelen door middel van een ‘onderzoek arbeidsvermogen’ (drempelfunctieonderzoek).
Als uit het onderzoek door het UWV blijkt dat de werkzoekende behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie, dan kunnen wij de werkzoekende plaatsen in een dienstverband, waarbij in overleg met de werkgever eerst maximaal 6 maanden forfaitaire loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d lid 5 van de wet kan worden ingezet.
Artikel 17. Onderzoek arbeidspotentieel en loonwaarde doelgroep beschut werk
Ten aanzien van werkzoekenden met een indicatie beschut werk geldt in afwijking van artikel 16 de Beleidsregel Beschut Werk Werkzaak Rivierenland 2018.
Artikel 18. Loonwaardemeting tijdens proefplaatsing
Artikel 19. Onderzoek verminderde loonwaarde - plaatsing in dienstverband
PERSOONLIJKE ONDERSTEUNING BIJ HET VERRICHTEN VAN OPGEDRAGEN TAKEN
Artikel 21. Subsidie voor interne werkbegeleiding
Wij berekenen de hoogte van de subsidie als volgt: we bepalen de tijd die de interne werkbegeleider besteedt aan extra begeleiding op de werkplek, bovenop de reguliere begeleiding. Het moet gaan om tijd waarin de begeleider zelf niet productief is vanwege het begeleiden. Deze tijd vermenigvuldigen we met 125% van het wettelijk minimumloon.
Artikel 22. Jobcoaching in natura
Wij kunnen een externe jobcoach inschakelen, als dat naar ons oordeel in een individueel noodzakelijk is, bijvoorbeeld omdat een bepaald specialisme vereist is of omdat de werkzoekende vanuit een ander leefgebied of een andere regeling al een jobcoach heeft. Het bepaalde in lid 3 en lid 4 van dit artikel is dan ook van toepassing.
Artikel 25. Vervoersvoorziening overig voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking
Bij de beslissing over de vervoersvoorziening bedoeld in dit artikel letten we op de noodzaak van de betreffende reisbeweging, de alternatieven voor een proefplaats of opleiding dichter bij de woonplaats van de werkzoekende, de mogelijkheden van de werkzoekende om op een andere manier in de vervoersbehoefte te voorzien en de ondersteuning die de werkgever van de proefplaats in redelijkheid kan bieden.
Als de toepassing van deze beleidsregels in een individueel geval wegens bijzondere omstandigheden leidt tot onredelijke gevolgen, dan kunnen wij ten gunste van de werkzoekende afwijken van de beleidsregels.
Artikel 30. Citeertitel, inwerkingtreding en overgangsrecht
Een persoon die gebruik maakt van een toegekende voorziening op grond van de beleidsregels genoemd in artikel 29 (hierna: de oude beleidsregels), die moet worden beëindigd op grond van de Beleidsregels re-integratie 2024, behoudt deze voorziening voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden uit de oude beleidsregels, voor de duur: