Organisatie | Losser |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling kinderopvang via sociaal medische indicatie gemeente Losser |
Citeertitel | Regeling kinderopvang via een Sociaal Medische Indicatie gemeente Losser |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Regeling tegemoetkoming sociaal-medische kinderopvang gemeente Losser.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-06-2024 | nieuwe regeling | 21-05-2024 | 23Z00701 / 24.0003405 |
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Artikel 1. Doel van deze regeling
Deze regeling heeft als doel te voorzien in een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociale- en/of medische indicatie.
Hoofdstuk 3: Aanvraagproces en voorwaarden
Artikel 5. Voorwaarden om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen
Om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden:
het betreffende kind groeit op in een (chronische) onveilige thuisomgeving, waarbij het essentieel is om het welbevinden van het kind te verhogen door het kind meer tijd te laten doorbrengen buiten het gezin, in een veilige, gewone, ontspannen en pedagogisch verantwoorde omgeving, zodat de kans op een gedwongen kader of uithuisplaatsing en psychische problemen van het kind op latere leeftijd verkleind worden, of;
Hoofdstuk 4: Toekenning en voorwaarde van de tegemoetkoming
Artikel 6. Aanspraak op tegemoetkoming
De ouder of ouders maakt/maken aanspraak op een tegemoetkoming in de te betalen kosten van kinderopvang als:
de noodzaak voor kinderopvang blijkt op grond van het advies van het consultatiebureau (jeugdarts of jeugdverpleegkundige) of op grond van een advies van de consulent van de gemeente, inclusief het noodzakelijke aantal opvanguren per dag en week en de verwachte noodzakelijke duur van de tegemoetkoming;
Artikel 9. Hoogte en omvang van de tegemoetkoming
Een SMI indicatie wordt voor maximaal 52 weken per kalenderjaar afgegeven, waarbij gerekend wordt met het uurtarief van de desbetreffende kinderopvang voor maximaal 230 uur opvang per maand.
Artikel 10. Voorwaarde medewerking aan (hulpverlenings)plan
Indien de ouder niet actief meewerkt of niet aan de afspraken gemaakt in het plan kan voldoen in verband met bijzondere omstandigheden, dan treedt hij in overleg met de betrokken consulent om afspraken te maken op welke termijn, in welke opbouw of op welke manier wel aan de gemaakte afspraken kan worden voldaan.
Losser, 21 mei 2024
Het college van burgemeester en wethouders van Losser,
secretaris,
drs. J. van Dam
burgemeester,
G.J. Kok MDR
Deze regels voor een kinderopvang met een sociaal medische indicatie biedt ouders financiële mogelijkheden om tijdelijk kinderopvang mogelijk te maken. Er zijn namelijk ouders die geen gebruik kunnen maken van kinderopvangtoeslag, terwijl dat wel (zeer) wenselijk is. Dit zijn (alleenstaande) ouders die, geen of maar beperkt recht hebben op kinderopvangtoeslag maar voor wie kinderopvang als gevolg van sociaal-medische redenen wel wenselijk is. Bijvoorbeeld als één van de ouders werkt, terwijl de andere ouder om sociale- of gezondheidsproblemen tijdelijk niet voor de kinderen kan zorgen. Voor ze kinderen is opvang via een sociaal medische indicatie mogelijk. Op die manier kan toegewerkt worden naar een structurele oplossing voor de gezinssituatie.
Het kan ook voorkomen dat het welbevinden en opgroeisituatie van het kind gevaar loopt door allerlei omstandigheden. Bij deze situaties is het belangrijk dat het kind meer tijd buitenshuis doorbrengt, in een veilige, gewone, pedagogisch verantwoorde en ontspannen omgeving.
De gemeente Losser biedt deze regeling al langer aan, maar de huidige regeling is aan vernieuwing toe. Deze vernieuwde regeling maakt het mogelijk dat ouders in plaats van het betalen van een eigen bijdrage samen met de consulent een hulpverleningplan maken en dit onderschrijven. Het doel van deze regeling is dat zowel de ouders als kinderen ondersteund kunnen worden. Het kind bijvoorbeeld om een dreigende ontwikkelingsachterstand te voorkomen. De ouder om bijvoorbeeld tijdelijk ontlast te worden of te werken aan persoonlijke problematieken.
Artikel 1. Doel van deze beleidsregel
Voor dit artikel is geen nadere uitleg nodig.
Artikel 2. Betekenis van de begrippen
Voor dit artikel is geen nadere uitleg nodig.
Lid a t/m d legt zich toe op de situatie dat de sociaal-medische indicatie wordt verleend op basis van de in de ouder gelegen factoren. Bij de ouder kan onder andere mogelijk sprake zijn van overbelasting of gedeeltelijke onmacht door een lichamelijke, (licht) verstandelijke of psychische beperking en/of verslavingsproblematiek waarbij al maximale hulp is of wordt ingezet. Hulp kan dan bijvoorbeeld worden verkregen vanuit de Geestelijke gezondheidzorg (GGZ) en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De kinderopvang SMI kan bijvoorbeeld worden ingezet tijdens het opstarten van het hulpverleningstraject, dan wel als blijkt dat de geboden hulpverlening (nog) niet voldoende is.
Lid e t/m f legt zich toe op de situatie dat de sociaal-medische indicatie wordt verleend op basis van kindfactoren. De kinderopvang is nodig voor een veilige, goede en gezonde ontwikkeling van het kind. Bij het indiceren vanuit het kind gezien, dient allereerst de medische en sociale situatie in kaart te zijn gebracht door de consulent. Vanuit die situatie kan aanvullende kinderdagopvang een deel van de oplossing van de verzorgingsproblematiek zijn. Ook kan in pedagogische noodsituaties kinderopvang een aanvullende plaats hebben.
Artikel 4. Aanvraag van een tegemoetkoming op basis van een Sociaal Medische Indicatie
Voor dit artikel is geen nadere uitleg nodig.
Artikel 5. Voorwaarden om voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen
De doelgroep die voor deze regeling in aanmerking komen zijn gezinnen waarvan de ouders (tijdelijk) geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en waarbij is vastgesteld dat er sprake is van een sociaal-medische beperking bij de ouder zelf of het kind. Eén of meerdere van deze beperkingen maken het noodzakelijk dat kinderopvang nodig is, omdat de ouder bijvoorbeeld niet voor het kind kan zorgen of omdat anders de ontwikkeling van kind gevaar loopt.
De ouder en/of partner die niet werkt/werken of waarvan één van de ouders niet werkt, kunnen geen aanspraak maken op kinderopvangtoeslag. Als er sprake is van sociaal-medische problematiek binnen het gezin is het soms toch noodzakelijk om het kind te laten deelnemen aan de kinderopvang. De leeftijd van het kind ligt meestal tussen jonger dan één jaar en de middelbare schoolleeftijd.
Artikel 6. Aanspraak op tegemoetkoming
De noodzaak voor een SMI dient gebaseerd te zijn op een advies van het consultatiebureau (jeugdarts of jeugdverpleegkundige). Het advies tot noodzaak van een SMI kan ook afgegeven worden door een, consulent van de gemeente Losser.
De tegemoetkoming is bedoeld als een vangnet. Als de informele kinderopvang (opvang door buurt, familie, mantelzorger etc.) of andere voorliggende voorzieningen uitkomst kunnen bieden voor de opvangvraag, dan moet daarvan gebruik worden gemaakt.
Wel zal altijd getoetst moeten worden of de voorliggende voorziening toereikend en passend is gelet op het doel waar deze voor bestemd is. In sommige situaties kan de tegemoetkoming voor de kinderopvang ingezet worden ter aanvulling op de voorliggende voorziening.
Onder een voorliggende voorziening verstaan we in de gemeente Losser:
Ad A. Het eigen sociale netwerk zien wij als een voorliggende voorziening op de kinderopvang. Het sociale netwerk is een groep mensen met wie de cliënt een sociale relatie onderhoudt. Daarbij horen mantelzorgers, net als (andere) familieleden, vrienden, buren en collega’s. Bij de aanvraag wordt besproken of de ouder een beroep kan doen op ondersteuning vanuit het sociale netwerk en in welke mate hiervan sprake kan zijn.
Ad B. Vanuit de aanvullende verzekering kan de zorgverzekeraar een vergoeding verstrekken voor de kinderopvang. Dit kan per verzekeraar verschillen. Bijvoorbeeld wanneer de ouder, partner of een ander kind binnen het gezin wordt opgenomen in het ziekenhuis. Mogelijk kan er ook aanspraak worden gemaakt op vergoeding van onder andere speltherapie of psychosociale therapie die bijdragen aan het verbeteren van de gezinssituatie.
Ad C. Indien de (vergoeding van de) opvang vanuit de Wet kinderopvang kan worden ingezet, gaat dit boven de SMI-regeling. Hiervoor gelden andere criteria en spelregels. De ouder kan dan in aanmerking komen voor een kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Deze toeslag dekt niet alle kosten voor de kinderopvang. Er resteert een eigen bijdrage.
Artikel 7. Omvang van de tegemoetkoming
De omvang van de tegemoetkoming wordt door de indicatiesteller/consulent bij de gemeente of GGD/jeugdarts vastgesteld. Het betreft maatwerk: de consulent van de gemeente maakt hier, in overleg met de ouders, een afweging die passend is voor iedere afzonderlijke situatie en aansluit op de behoeften van het kind/ouders.
Artikel 8. Duur van de tegemoetkoming
Kinderopvang via een SMI is bedoeld als een tijdelijke oplossing en daarmee niet structureel van aard. Met de inzet van een SMI wordt er gewerkt aan een oplossing voor de langere termijn voor de desbetreffende ouders en/of het kind.
Artikel 9. Hoogte van de tegemoetkoming
De hoogte van de tegemoetkoming betreft de feitelijke kosten die in rekening worden gebracht door de kinderopvang. Dit kan per kinderopvang verschillend zijn, aangezien zij verschillende uurtarieven hanteren. We vergoeden alleen het uurtarief dat in rekening wordt gebracht door de kinderopvang. Indien het uurtarief van de kinderopvang goedkoper is dan het maximum uurtarief van de Belastingdienst, vergoeden we het uurtarief dat in rekening wordt gebracht door de kinderopvang.
De hoogte van het maximum uurtarief is afhankelijk van het soort kinderopvang (bijvoorbeeld een Kinderdagopvang of BSO). We vergoeden alleen de kinderopvang van een in het LRK geregistreerde kinderopvangorganisatie.
De tegemoetkoming kan worden ingetrokken als een ouder na meerdere waarschuwingen ondubbelzinnig geen medewerking verleent aan de verbetering en/of vermindering van zijn of haar situatie.
Artikel 11. Intrekking en wijziging
Voor dit artikel is geen nadere uitleg nodig.
Artikel 12. Onvoorziene omstandigheden
Voor dit artikel is geen nadere uitleg nodig.