Organisatie | Steenbergen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010 |
Citeertitel | Legesverordening 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-12-2009 | 01-01-2011 | tarieventabel | 10-12-2009 Website 22-12-2009 | 8d | |
20-12-2008 | 23-12-2009 | nieuwe regeling | 11-12-2008 Steenbergse Courant 19-12-2008 | 8G |
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.
Leges worden niet geheven voor:
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezelijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
Bij de invordering van de leges kan kwijtschelding worden aangevraagd voor leges die geheven worden op basis van de artikelen 1.4.2.1.1, 1.4.4.1.1, 1.2.1.6, 1.3.1, 1.3.3, 1.15.3 en 1.15.4.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
In afwijking van het eerste lid vervallen de volgende onderdelen van de tarieventabel van de in het eerste lid genoemde verordening met ingang van 28 december 2009, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan:
onderdelen 12.1, 12.2 en 12.3 (vergunning of ontheffing als bedoeld in respectievelijk artikel 3 en 35 van de Drank- en Horecawet en als bedoeld in artikel 2:10 Algemene plaatselijke verordening);
onderdeel 16.6.15 (evenementenvergunning als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening);
onderdeel 16.6.7 (exploitatievergunning prostitutiebedrijf, wijziging daarvan of wijziging in het beheer als bedoeld in artikel 3:4 of 3:15 van de Algemene plaatselijke verordening);
onderdeel 16.6.15 (vergunning snuffelmarkt als bedoeld in artikel 5.23 van de Algemene plaatselijke verordening);
onderdeel 16.6.15 (vergunning organisatie markt als bedoeld in artikel 4 van de Marktverordening 2008);
In afwijking in zoverre van het eerste lid vervallen titel 2 (bouwgerelateerde leges) en de onderdelen 1.17.4.8, (wegaanlegvergunning als bedoeld in artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening) en 1.17.4.9, 1.17.4.10, 1.17.4.10.1, 1.17.4.10.2 en 1.17.4.10.3 (kapvergunning als bedoeld in artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening) van de tarieventabel behorende bij de in het eerste lid genoemde verordening op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Staatsblad 2008, 496) en het dan tot wet verheven wetsvoorstel Invoeringswet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Kamerstukken 31953) in werking treden, met dien verstande dat:
Indien de datum van inwerkingtreding van titel 1 van de tarieventabel behorende bij deze verordening ligt na de in artikel 13, tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijven de op grond van het eerste lid vervallen bepalingen gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.
Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2010.
Titel 1 Algemene dienstverlening
Titel 2 Bouwgerelateerde leges
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Titel 1 Algemene dienstverlening
Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet |
Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens
Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie
Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken
Hoofdstuk 11 Marktstandplaatsen
Hoofdstuk 15 Verkeer en vervoer
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving
2.1.1 Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
2.1.1.4 Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
2.1.2 in deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
2.1.3 In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
2.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
2.2.1 om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is € 150;
2.2.2 om beoordeling van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning: 15% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
2.3 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
2.3.1.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief :
2.3.1.1.1 indien de bouwkosten:
2.3.1.1.2 aanvraag bouwactiviteit eerste fase
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een bouwactiviteit eerste fase:
2.3.1.1.3 aanvraag bouwactiviteit tweede fase
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een bouwactiviteit tweede fase:
2.3.1.1.4 aanvraag wijziging bouwactiviteit eerste fase
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een wijziging van een verleende bouwactiviteit eerste fase:een bedrag naar het tarief berekend op de wijze als in 2.3.1.1.2 bepaald en verminderd met de voor de primaire bouwvergunning eerste fase berekende leges, met dien verstande dat in elk geval € 206,50 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire bouwvergunning eerste fase betaalde leges plaatsvindt;
2.3.1.1.5 De overeenkomstig 2.3.1 tot en met 2.3.1.1.4 berekende bedragen worden naar beneden afgerond op gehele euro’s.
2.3.1.3 Verplicht advies agrarische commissie
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: €650,-;
2.3.1.4 Achteraf ingediende aanvraag
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 20%
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
2.3.2.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: €150,-;
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.2.1 wordt indien de aanvraag van een aanlegvergunning:
krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een
2.3.2.2 archeologisch inventariserend onderzoek wordt beoordeeld , verhoogd met € 900,-- krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een programma
2.3.2.3 van eisen van opgraving wordt beoordeeld, verhoogd met € 1.240,--
2.3.3 Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
2.3.3.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): €300,-;
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
2.3.3.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): €375,- van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
2.3.3.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): €7.500,-;
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
2.3.3.4 indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): €1.025,-;
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
2.3.3.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): €423,-;
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
2.3.3.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): €338,-;
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
2.3.3.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): €338,-;
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
2.3.4 Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.4.1 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): €300,-;
2.3.4.2 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): €375,-;
2.3.4.3 indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): €7.500,-;
2.3.4.4 indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) €1.025,-;
2.3.4.5 indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): €423,-;
2.3.4.6 indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): €338,-;
2.3.4.7 indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): €338,-;
2.3.5 In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief bij vergunningsplicht ter zake van het in behande¬ling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een gebruiksvergunning tot het brandveilig gebruik van een bouwwerk als bedoeld in artikel 6.1.1 eerste lid van de bouwverordening en artikel 2.1.1 van de brandbeveiligings-verordening ten behoeve van een evenement, zoals een tent of ander tijdelijk bouwsel:
2.3.5.1 Indien het een aanvraag voor een vergunning voor het tijdelijk in gebruik houden van een bouwwerk ten behoeve van een evenement, dan wel een inrichting niet zijnde een bouwwerk ten behoeve van een evenement, zoals een tent of ander tijdelijk bouwsel betreft € 75,-
2.3.5.2 indien het betreft een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het in gebruik nemen en/of houden van een bouwwerk met een bruto vloeroppervlak van
2.3.5.3 Indien het betreft een aanvraag tot het wijzigen van een bouwwerk voor de wijziging met een bruto vloeroppervlak
2.3.5.4 Een aanvraag tot het verkrijgen van en gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken € 37,60
2.3.6 Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
2.3.6.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens gemeentelijke verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
2.3.6.1.1 voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: €375,-;
2.3.6.1.2 voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: €375,-;
2.3.7 Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
2.3.7.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een gemeentelijke verordenig een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: €150,-
2.3.7.2 Asbesthoudende materialen
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is: € 50,-;
2.3.8 Aanleggen of veranderen weg
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: €122,--;
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: €122,--;
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in de gemeentelijke bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: €198;
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
2.3.14.1 behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: €167,-;
2.3.14.2 behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.14.2.1 als het een gemeentelijke verordening betreft €167,-;
2.3.15 Omgevingsvergunning in twee fasen
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
2.3.15.1 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
2.3.15.2 voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
2.3.16 Beoordeling bodemrapport
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
2.3.16.1 voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport €234,-;
2.3.16.2 voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport €900,-;
2.3.17.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.3.17.2 Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
2.3.18 Verklaring van geen bedenkingen
2.3.18.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
2.3.18.1.1 indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: €2.000,-
2.3.18.1.2 indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.3.18.2 Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten.
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, en nog niet is verleend, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges: 50%
2.5.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten.
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
2.5.3 Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten .
2.5.3.1 Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. 2.5.3.2 Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
2.5.4 Minimumbedrag voor teruggaaf
Een bedrag minder dan € 15,- wordt niet teruggegeven.
2.5.5 Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen.
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
Hoofdstuk 6 Overschrijven omgevingsvergunning
2.6 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning : € 37,50;
Hoofdstuk 7 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
2.7.1 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening € 7.500,-;
2.7.2 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening € 1.775,--;
2.8 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een sloopmelding als bedoeld in de Bouwverordening € 18,80;
Hoofdstuk 9 In deze titel niet benoemde beschikking
2.9 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen € 150,-.;
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven
Hoofdstuk 4 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking |